Luisteren
We’re back in town! De holy grail is wederom rond en zwart. De RCM doet nu heel andere dingen. Een audiosysteem hoort volledig neutraal te zijn en de geluidsmatige eigenschappen, zoals die tijdens de opname zijn vastgelegd, simpelweg door te geven. In principe moet dat één-op-één, maar er zijn niet veel systemen die dat ideaal echt volledig benaderen. Maar een goed systeem kan op een geloofwaardige manier de dynamiek, klank, ruimte, energie en detaillering presenteren, zoals die in de studio waarneembaar was. Als u weleens een date heeft gehad met een trombone, dan weet u hoe zo’n instrument live klinkt. Zoiets moet letterlijk uit de luidsprekers kunnen knallen, met dezelfde dynamiek en energie, maar ook met die fraaie gloedvolle klank die kenmerkend is voor het instrument en resulteert uit de specifieke verdeling van harmonischen.
Dat is precies wat het systeem rondom de RCM nu doet. De eerste luistersessie voert terug naar de Capitol studio’s die dit jaar zestig jaar bestaan. De eerste artiest die daar werkte was Frank Sinatra (in 1956 was de bouw van de studio voltooid en Sinatra stapte over naar Capitol) en tegelijkertijd werd de introductie gevierd van de microgroove record. Onder leiding van Nelson Riddle nam Sinatra in 1954 acht songs op voor Capitol die later, na een uitbreiding met vier extra songs, de nieuwe 12-inch vulde. ‘Songs for Young Lovers’ was Sinatra’s eerste album voor Capitol en het eerste ‘conceptalbum’. Riddle vond namelijk dat op een dergelijk grote plaat de songs thematisch verbonden zouden moeten zijn. Het 12-inch 12-song album verscheen in 1962 (Capitol W-1432). De machtige draaitafels in luisterruimte 1 spelen dit (mono) album af en de sfeer uit die jaren komt perfect over. Sinatra gebruikte vele microfoons (onder andere RCA-44 voor Columbia), maar op de betreffende plaat is de Telefunken U47 herkenbaar. Zo’n microfoon accentueert het gebied tussen de 400 en 2000 Hz. Dat is de reden dat de stem van Sinatra zo helder en duidelijk boven het orkest uitkomt. De RCM is in hoge mate in staat om die direct herkenbare klank over te brengen.
Na de befaamde songtekst How can I ignore the girl next door, zorgen de New Orleans Syncopators (HEP Records HN 4281) voor vuurwerk. Het koper heeft hier de juiste gloed en knalt de luidsprekers uit. Die dynamics komen ook uit de verf op The Heat’s On (Roy Eldridge Esquire 307). Elpees van Flairck zijn altijd goed om de klank van instrumenten te beoordelen en vanwege de ruimte. De RCM maakt daar een spectaculair diepe, brede en gefocusseerde soundstage van.
Maar, een aantal superplaten uit het archief maakt duidelijk wat de RCM echt kan. Het zijn van die elpees die je iedereen zou gunnen. Vaak opgedoken uit muffe bananendozen, na uren graafwerk in obscure winkeltjes in heel foute buurten, maar het is momenteel niet ongebruikelijk dat je voor ‘True Blue’ van Tina Brooks (Blue Note 4041) op eBay gewoon 1200 dollar aftikt. Maar, womanizing en vinylizing zijn de enige overgebleven ondeugden van de neo metro man. Neem bijvoorbeeld The Fox met Urbie Green (trombone) en als gast Toots Thielemans (CTI 7070). Super stage en super dynamics. Denk ook aan de fraaie elpee van Montreux (Let them say WH-1084). Wie een spectaculair optreden op North Sea Jazz zoekt (Den Haag 1981) kan op zoek naar het Flashback Quartet + DanyDoriz (Polydor 2925 129). Van de drumsolo op Swing that Music via de YG’s is iemand eerder dit jaar volledig uit z’n dak gegaan.
Zo kan de lijst nog even aangevuld worden. Maar het wordt tijd voor een samenvatting. De RCM presteert uitmuntend op het gebied van dynamics, ruimte, focussering, neutraliteit, transparantie en detaillering. Klankmatige eigenschappen, zoals geregistreerd op de mastertapes worden goed doorgegeven, maar daarin heeft deze RCM zeker nog niet het allerlaatste woord. Het phono-board in Mola Mola’s Makua voorversterker vertaalt met iets méér realisme en klankbeleving, zonder de neutraliteit en transparantie te verliezen. Wellicht resulterend uit de discreet opgebouwde versterkermodulen volgens de single-ended driven differential architectuur. Maar, het gaat dan om aanzienlijk hogere investeringen.
Conclusie
RCM levert met de Sensor 2 een degelijk gebouwde MM/MC phono pre amp. Zoals het eigenlijk hoort ligt de focus hier op prestaties. RCM laat zich duidelijk niet meetrekken in de ratrace naar design, hoge prijskaartjes en allerlei toeters en bellen die te maken hebben met connectivity en user interfaces. In het leveringsprogramma is ook nog een veel duurdere phono-versterker, maar die moet het ook niet hebben van de sexy looks. Als consument word je teruggeslingerd naar waar audio-apparatuur eigenlijk voor bedoeld is. Gewoon het no nonsense leveren van prestaties.
Het gaat namelijk om de muziek. Voor iemand met een fatsoenlijke draaitafel is de investering te overzien. Dat geld komt voor het grootste deel ten goede aan de geluidskwaliteit. Op dat gebied blijft redelijkerwijs gesproken weinig te wensen over. Wat heb je nog méér nodig dan een spectaculaire stage, transparantie, detaillering, dynamiek, een stuk verfijning en neutraliteit? Uiteraard is er altijd weer een phono-stage te vinden die de individuele geluidsmatige eigenschappen een stapje verder voert. Maar, dat vergt vaak een nog grotere investering en hoeveel geld gooi je dan weg voor zaken die niet belangrijk zijn voor een apparaat dat vaak achter het audiorack op de vloer staat?
Het gevaar van enkele zeer kostbare phono-stages is ook dat de ontwerper vaak een erg persoonlijke opvatting inbouwt over hoe zo’n apparaat dan moet klinken. Er zitten vaak ego’s achter die bepalen hoe jij muziek moet beleven. Met de RCM weet je in ieder geval dat deze stage dit soort belemmeringen niet oplegt. De opname krijgt alle vrijheid om haar eigen klank, schoonheid en muzikaliteit te communiceren. Wat is er mooier dan dat?
Prijs
RCM Sensor 2 (black of natural): € 2.699,-