Dat er maar een klein deel van de collectie apparatuur te zien is, is volgens Hans een bewuste keus. "Beeld en Geluid leert je hoe de media in Nederland werken en laat de impact van beelden zien. Het audiovisuele heeft prioriteit. De voorwerpen uit de objectencollectie hebben een ondersteunende rol. Dat was vanaf de start van dit instituut een duidelijke keus. De objecten hebben dan ook een andere rol dan in het Omroepmuseum. Daar stonden ze tentoongesteld en werd er een verhaal bij verteld. Hier maakt de bezoeker het verhaal zelf."
Hans benadrukt dat het niet zo is dat de spullen nooit de depots uitkomen. "Verzoeken voor wetenschappelijk onderzoek honoreren we wel.“ “En we hebben nu twee depots opengesteld voor rondleidingen", vult Alice aan. "Dan krijgen de bezoekers toch een beetje een beeld van wat hier allemaal ligt." Voor de toekomst zijn er ook wel ideeën om de collectie voor het grote publiek zichtbaarder te maken. "Bijvoorbeeld door ze op te nemen in een database waarin iedereen kan zoeken. Daar komt dan informatie in over het object plus een aantal foto’s. Maar dat is iets voor de lange termijn. Voorlopig is dat nog niet gerealiseerd", vertelt Alice.
Blij van minder
De ruimte om de objectencollectie te laten groeien bij Beeld en Geluid is beperkt. Maar heel veel spullen komen er volgens Alice ook niet meer bij. "Wat mensen aanbieden moet een aanvulling zijn op wat we al hebben. En wat het meeste wordt aangeboden, was ook het meest gangbaar. Daar hebben we al veel van. Vroeger werden van bepaalde modellen van een object ook verschillende kleuren in de collectie opgenomen. Dat doen we nu niet meer. Een object moet in een tijdsbeeld passen. Als wij uit een bepaalde periode nog geen apparatuur hebben en als het technisch een omslag te zien geeft, nemen we het op." Hans: "Het is ons doel niet om elk jaar twintig televisies te verzamelen. Ik denk ook dat een collectie beter is als hij juist kleiner wordt. Niet alles willen verzamelen maar gaan voor het essentiële spul. Ik word blij van minder. En de prioriteit ligt ook bij de audiovisuele collectie, niet bij de objecten."
Dat laatste vindt Alice wel eens lastig. "Maar het frustreert me niet. Veel van onze spullen geven we ook in bruikleen. Nu staan onder meer de allereerste consumentenradio en de Nipkowschijf bij Museum Hilversum. Gelukkig krijgen we regelmatig verzoeken voor bruikleen. Ik denk tussen de zes a tien keer per jaar. Dat is ook een manier om je collectie te gebruiken. En bij tijdelijke tentoonstellingen hier komen natuurlijk ook dingen uit het depot. Daarnaast krijgen we zelf ook wel eens iets in bruikleen. Bijvoorbeeld de collectie My First Sony spullen die nu boven staat. Een bijzondere collectie waarvoor we een aparte vitrine hebben ingericht."
Alice werkt sinds 2008 bij Beeld en Geluid en ze heeft behoorlijk wat ervaring met het collectioneren van spullen. Ze heeft vaak snel door of iets de moeite waard is. "Als ik een naam van een videorecorder of televisie hoor of lees, weet ik vaak al wel of we het hebben of niet“, vertelt ze lachend. “Maar soms komt er ook iets bijzonders voorbij. Laatst bijvoorbeeld een Bairdrecorder. We hebben alleen een Televisor van Baird, gebouwd uit een `bouwpakket` met daarin een Nipkowschijf. Dan is die recorder leuk om erbij te hebben."