Pagina 2: luisteren en conclusie

Luisteren naar beide sets

De opstelling zoals die door Audiofile op mijn verzoek was neergezet bestond uit de DDP-1 voorversterker, die via gebalanceerde Crystal Cable Standard kabels werd verbonden met de verschillende Audio Alchemy eindversterkers. De luidsprekerkabels waren van Tellurium Q (Ultra Black) en de Aurender N10 streamer die als bron diende was met een Tellurium Q USB kabel op de da-converter in de DDP-1 aangesloten. De luidsprekers van dienst waren de TAD CE1 monitors, wat een combinatie opleverde waarmee Audio Alchemy het afgelopen half jaar op twee belangrijke shows al zeer hoge ogen had gegooid. Ik begon met de DPA-1 stereo eindversterker die al stond te spelen toen ik binnenkwam.

Als opwarmertje, omdat het zo goed klinkt en zo lekker luistert, maar ook omdat ik het erg goed ken, begon ik met het album ‘Come Fly With Me’ van Trio Pim Jacobs. Wat meteen opviel was dat de combinatie een prachtig ruimtelijk plaatje neerzette en dat er veel druk achter het geluid zat, wat een grote suggestie van realiteit gaf. Er was rust in de weergave, het klonk allemaal heel erg moeiteloos en de piano van Pim klonk zeer schoon en met fraaie klankkleuren. De bekkens van drummer Peter Ypma hadden een mooie glans maar klonken eerder warm dan schel, en de contrabas van broer Ruud Jacobs knorde lekker en zonder de overdruk in het lage middengebied die zo’n roeiboot vaak wat ‘boomy’ laat klinken. Bij wat vollere muziek, de verrukkelijke latin jazzrock van Azymuth, was opnieuw die grote ruimtelijkheid opvallend, maar nu kwam ook de uitstekende dynamiek tot uitdrukking. Zowel grote als hele kleine geluiden en geluidjes werden strak en snel en met de juiste druk weergegeven. De timing van het geheel was van zeer hoog niveau, waardoor de weergave ritmisch zeer sterk was en me heel snel naar de muziek deed luisteren in plaats van naar de apparatuur.

Vervolgens een stukje Beck, het album ‘Sea Change’ in 24/96 HiRes uit de Pono Shop van Neil Young. Hier hoor ik een zeer hoge graad van verfijning, druk en klankkleur. Het plaatje is groot en verrukkelijk natuurlijk. Nu valt me ook op dat het hele kleine randje aan het geluid dat ik associeer met oudere Klasse-D ontwerpen echt volledig ontbreekt. Ik durf bijna te zeggen dat als me was verteld dat ik naar een klasse-A versterker zat te luisteren dat ik het geloofd had. Ook als ik het volume even heel erg laag zet valt op dat het beeld blijft staan, dat de druk in het geluid waarneembaar blijft en dat het niet dunnig gaat klinken, alleen veel zachter. Voor we overschakelen naar de monoblokken luister ik nog naar de tracks Kassensturz en Sphinx van het album ‘Rondo A Tre’ van Sigi Schwab en Percussion Academia. Naast de opnieuw vlekkeloze dynamiek en timing hoor ik voor het eerst heel duidelijk dat de gitaarversterker van Schwab licht bromt. Uiteraard verdienen ook de luidsprekers van TAD daar een groot compliment voor, maar wat ze niet voorgeschoteld krijgen kunnen ze natuurlijk ook niet weergeven.

De monoblokken krijgen tijdens de lunch even een half uurtje om op te warmen, waarna de luistersessie wordt hervat met dezelfde tracks als die ik op de stereo eindversterker beluisterde. Al bij de allereerste tonen werd duidelijk dat ik hier écht met de overtreffende trap te maken had. De DPA-1 stereo eindversterker speelde op zich al heel geloofwaardig aan de niet erg gevoelige (84dB/2,83V/1m) TAD luidsprekers, maar de monoblokken deden nog een flinke extra schep bovenop alle goede eigenschappen die ik eerder hoorde. De muziek werd nog vloeiender, er was meer druk, de dynamiek was groter en met name het ruimtelijk beeld nam met minstens de helft in omvang toe. Om groot orkestraal werk te testen luisterde ik op behoorlijk hoog volume naar een uiterst grappige opname (op Telarc) van de niet bestaande componist PDQ Bach, een pseudoniem van de Amerikaanse componist Peter Schickele, die het eveneens niet bestaande Turtle Mountain Naval Base Tactical Wind Ensemble het Rondo Mucho Grando uit de Grand Serenade For An Awful Lot Of Winds And Percussion laat spelen. Humor in de muziek? Ja graag! En zeker als er zulke ongelooflijk precies gespeelde en virtuoze heerlijke onzin als hier wordt gebracht. Wie de reputatie van de Telarc opnames op het gebied van dynamiek wel kan waarderen moet zich beslist een exemplaar van deze cd aanschaffen. De set met de DPA-1M monoblokken wist de TAD monitors tot grootste prestaties te dwingen. Het beeld bleef volledig intact, ook toen we het volume nog en stukje verder opendraaiden. De ruimtelijkheid strekte zich tot ver in de hoeken van het geprojecteerde plaatje uit en het knalde, echt, het knalde…

Conclusie

Uiteraard verwacht je voor bijna de dubbele prijs, en met meer dan het dubbele vermogen, ook wel wat betere prestaties, maar zó groot had ik de verschillen niet verwacht. Is de DPA-1 stereo eindversterker daarmee minder goed? Zeker niet! Alleen zou ik die met een iets bescheidener luidsprekersysteem combineren. Iets met een wat hoger rendement bij voorkeur. En dan heb je er, voor het geld, echt een buitengewoon goede versterker aan die een hele fijne klankmatige balans koppelt aan kracht en souplesse. Als je een stap hoger wil kun je terecht bij de DPA-1M monoblokken, die van alles gewoon méér geven, maar die qua klankkarakter niet significant verschillen van het stereobroertje. De voorversterker, waarvoor ik me bij deze recensie vooral op het digitale deel heb geconcentreerd, is een snoepje, zeker in combinatie met de extra voeding die - een beetje in lijn met wat je hoort als je van de stereoversterker naar de mono’s overschakelt - meer rust en ruimtelijkheid, power en dynamiek brengt. Tot slot wil ik graag nogmaals benadrukken dat de set vooral gewoon heel erg lékker klinkt. Als je ziet wat je er allemaal voor krijgt is de prijs/kwaliteit verhouding van de nieuwe Audio Alchemy, ondanks de toch wat hogere prijs van vandaag de dag, gewoon nog steeds super. Net als toen. Alleen zijn we inmiddels allebei een beetje volwassener geworden. En dat voelt goed.






EDITORS' CHOICE