MA-8000
De MA-8000 is een beest van een geïntegreerde versterker met een gewicht van 45.4 kg. Met de verpakking mee moet 60.3 kg verplaatst worden. Past dus niet in een gemiddeld audiorack, want de diepte is al 56 cm en er is ook nog enige ruimte nodig voor de bekabeling. Het enorme gewicht wordt grotendeels veroorzaakt door de voedingstransformator (14 kg) en de beide uitgangstrafo’s. Met trafo’s aan de uitgang kan de load impedance worden ingesteld. Een voordeel van trafo’s is dat uw luidsprekers nooit kapot kunnen gaan door dc aan de uitgang. McIntosh specificeert het minimumvermogen per kanaal op 300 Watt, maar spreekt in de gebruiksaanwijzing over pieken die hoger dan 600 Watt kunnen zijn. De voeding kan 50A piekstroom leveren. Dat maakt dat deze versterker ook luidsprekers aan kan sturen waar bij verschillende frequenties de weerstand rond de 1-2 Ohm bedraagt. In audiofiel jargon heet dat ‘moeilijk aanstuurbare’ luidsprekers.
Vanzelfsprekend is deze McIntosh beveiligd. De mooiste beveiliging heet Power Guard. Die zorgt ervoor dat de versterker nooit kan clippen. Clipping is zichtbaar op een zogenaamde waveform-monitor, waarmee bijvoorbeeld de waveform van het ingangssignaal met die van het uitgangssignaal kan worden vergeleken. Bij gelijke golfvormen is er niets aan de hand. Als er verschil is, kan dat op clippen duiden. De MA-8000 heeft een waveform-monitor aan boord, maar dan zonder de visuals. Clippen is funest voor luidsprekers. Het hoorbare deel daarvan zorgt voor een ‘harsh’ geluid en het onhoorbare deel vernielt de drivers zonder dat je het in eerste instantie merkt. Dat is de reden dat een luidspreker met een belastbaarheid van 50 Watt heel blijft, bij aansturing door een 1000 Watt versterker (mits je normaal doet). Een luidspreker met een belastbaarheid van 1000 Watt is heel snel defect bij aansturing met een 25 Watt versterker, zeker als het iets harder staat dan normaal. Het voorversterkerdeel en de eindversterker zijn via RCA-bruggen los te koppelen en afzonderlijk te gebruiken.
De MA-8000 komt met veel features, waarvan hier de belangrijkste worden genoemd. Als kind van deze tijd zijn er uiteraard digitale ingangen (coax, optical en USB) aan boord. USB kan werken met signalen tot 32bit/192kHz (inclusief DSD en DXD). De andere ingangen herkennen digitaal tot 24bit/96kHz. Analoog zijn er XLR in- en uitgangen alsmede RCA-typen. De versterker heeft ook een aantal in- en uitgangen voor data control connections en sensoren. Daarmee is communicatie mogelijk met andere McIntosh-apparatuur en centrale controlesystemen voor hometheater en hifi. Er is ook een schakeling mogelijk voor bi-amping. De MA-8000 stuurt naast de ingebouwde eindversterker dan een tweede externe eindversterker aan. Daarmee kunnen luidsprekers bi-amp aangestuurd worden. In dat geval is het wél handig om de jumpers op de achterkant van de luidsprekers los te halen. Bij de moderne tijd hoort ook weer een phono-ingang. Er zijn inputs voor MM en MC en die zijn volledig configureerbaar via de remote en het display op het frontpanel. Via dat display zijn allerlei settings mogelijk, zoals het toewijzen van een naam aan een input en aanpassingen voor de verschillende uitgangsniveaus van de sources. De manual biedt hiervan een uitgebreid overzicht. De meest opvallende feature is de aanwezigheid van een five-band equalizer, die met fysieke draaiknoppen op het frontpaneel kan worden bediend. Het is een grafische equalizer en helaas geen parametrische. Als de equalizer ingeschakeld wordt, dan werkt deze default op alle ingangen, maar via het menu kan die functie per ingang worden uitgeschakeld. De ‘record out’ geeft trouwens altijd een signaal zonder equalizer. De vraag is waarom McIntosh deze versterker voorziet van een equalizer. Zo’n equalizer is een studio-tool, waar je binnen de high-end niets mee kan. Te grof voor akoestische aanpassingen en te breedwerkend om eventuele problemen in een opname of in luidsprekers afdoende mee te camoufleren. Maar wellicht kunnen opnamen of luidsprekers waar globale problemen zijn met het laag, midden en hoog enigszins worden gecorrigeerd. Misschien kunnen sommigen hun eigen soundje maken, maar dat is te bizar om over na te denken.
MC-275 MK6
Net zoals bij zoveel andere audiofabrikanten kwam er een moment dat de oude technologie, in de vorm van buizenapparatuur en idler wheel draaitafels, werd afgezworen en dat de transistor en de snaaraandrijving de mainstream werden. Thorens communiceerde luidkeels dat de TD-125 toch echt beter was dan de 124, QUAD roemde de performance van de 303 ten opzichte van de II-tube mono’s, Leak kwam met de Stereo 30 en ook bij McIntosh was buizentechniek opeens ‘not done’. Met de terugkeer van tube-technology kwam McIntosh met een re-issue van de MC-275. Bedoeld als eenmalig project, maar in no-time uitverkocht, dankzij een enorme belangstelling in het Verre Oosten. Tegenwoordig bouwt het bedrijf ook moderne buizenversterkers. De huidige klassieke re-issues zijn de MC-275 (versie VI), de (soms) nog beschikbare 50th anniversary edition die helaas niet meer in productie is, de C22 en de onlangs leverbaar geworden MC-75. De huidige versie van de 275 biedt gold plated ingangen en binding posts, heeft met betrekking tot de elektronica enige verbeteringen waardoor het laag beter is, biedt ook XLR-ingangen en is een versterker die 75 Watt per kanaal levert. Er is bridge-mode mogelijk en de versterker heeft een protection circuit. Ten opzichte van de oorspronkelijke 275 zijn de trafo’s groter en staat de elektronica op een print.
Wie deze versie van de 275 weleens heeft gezien, zal zich verbazen over het felle groene licht dat de buizen uitstralen. Dat is een stukje marketing - als je dan een buizenversterker in huis haalt, moet je dat natuurlijk wél even beleven. Het licht wordt veroorzaakt door ledjes die in de buisvoeten zijn gemonteerd. Die overstralen het licht dat de buizen zelf nog geven. Eigenlijk maken ze deel uit van het protection-circuit. Het lopende oranje licht tijdens het up-rampen suggereert dat de buizen een voor een inschakelen en als alles groen is, kunt u draaien. Waarschijnlijk schakelen in werkelijkheid alle buizen tegelijk in. Het lijkt er niet op dat er een vertraging is tussen het inschakelen van de gloeispanning naar de individuele driver-tubes, de hoogspanning en het eventueel meten van de ruststroom voordat de uitgang wordt vrijgegeven. In de oorspronkelijke MC-275 worden alle buizen op hetzelfde moment voorzien van de gloeispanning en tegelijkertijd van de B+. Als er een probleem is met een buis in de nieuwe 275, dan geeft het ledje dat ook aan. Om precies te zijn: als er rood licht brand onder een van de driver tubes, dan is er een probleem met het dichtstbijzijnde paar eindbuizen. Als de luidsprekerkabels sluiting maken, dan switcht de versterker off, want dan is de weerstand die de versterker ziet 0 Ohm. U mag een buizenversterker overigens nooit gebruiken zonder aangesloten luidsprekers.
Wat deze MC-275 MK6 en ook de MA-8000 een enigszins goedkoop accent geeft, zijn de plastic decals bovenop de trafo’s. Op de oorspronkelijke 275 zitten dunne metalen stickers. Ook de McIntosh MC 275 SE Gordon Gow Edition uit 1993 heeft fraaie metalen decals. Het zou McIntosh sieren als er wederom metalen plaatjes zouden worden gemonteerd. Staat een stuk professioneler en authentieker.Â