Om de beide Harbeth paren te beoordelen, maakte ik gebruik van een Transrotor Super Seven platenspeler, waarop gemonteerd een SME 5009 arm en een Transfiguration Axia element. Een HAT buizen phono versterker zorgt dat de Audia Strumento No.1 voorversterker voldoende signaal krijgt. De digitale bron is een NAD M50/M52 combinatie en een Aqua La Scala II D/A converter. Bronnen en voorversterker krijgen netspanning van een PS Audio P5 Power Plant, terwijl mijn Audia Flight 50 eindversterker rechtstreeks op de schone groep is aangesloten. Bekabeling is van Crystal Cable (analoge interlinks, netsnoeren, luidsprekerkabels), Apogee (digitale interlinks) en Yter (gebalanceerde analoge interlinks).
Digitale muziek
In de tijd dat Alan Shaw Harbeth overnam, waren wij al beland in het CD tijdperk en het moet hem gestoord hebben dat CD toen inferieur was ten opzichte van de LP. Gelukkig is er veel verbeterd en stream ik tegenwoordig mijn FLAC, WAV en ALAC files. Als het systeem op temperatuur is gekomen, start ik op de P3ESR met Agnes Obel’s Philharmonic. De track Riverside zet een breed stereobeeld neer, veel breder dan je mag verwachten van dit formaat luidspreker. Stemmen zijn het domein waarin Harbeth excelleert, maar ook een piano is meer dan realistisch en levendig. Ik merk wel dat er een hotspot in de luisterruimte is, tegelijk kan ik links of rechts op de bank gaan zitten en toch een redelijk volledig stereobeeld behouden in een mooie sweetspot..Totaal verschillend van Agnes is de muziek van Dee Dee Bridgewater die Slow Boat To China zingt. Het intro is erg zacht opgenomen en ik schrik van een plotselinge slag op een tamboerijn. Dee Dee is op hoog volumeniveau behoorlijk aanwezig terwijl de dynamiek uit de kleine monitors spuit. De Harbeth is door zijn fysieke afmeting beperkt in de lage tonen registers, de laagste frequenties komen er gewoon niet uit. Waar andere luidsprekers via een reflexpoort vaak de valse indruk wekken wel diep te gaan, kiest Harbeth de weg van zuiverheid zonder kleuring. Heel schoon en zuiver. Gelukkig niet te schoon, eerder geweldig vrij van vervorming. De P3ESR herinnert mij aan erg goede studio monitoren, niet zo verwonderlijk, onder de naam Monitor 20.1 is de P3ESR eveneens leverbaar en worden door de BBC letterlijk met duizenden paren over de wereld gebruikt in vooral mobiele studio's. Om het live-gevoel vast te houden, kies ik voor Mary Black met haar CD Live On Tour. Opnieuw is het de stem die alle aandacht trekt en overweldigend natuurlijk wordt weergegeven. De akoestiek van de opnameruimte is goed hoorbaar. Het lijkt even alsof de tweeter terughoudend is, de CD kan behoorlijk ruw en hard klinken op andere sets, maar zodra het volume verder omhoog gaat komen de ruwe kanten in de opname omgeven door veel details toch naar voren. Een tweede stem heeft een eigen plaats in het geheel. The Highwayman van Loreena McKennitt geeft alweer een stereobeeld uit het boekje, waarin de stem los staat van de veelal akoestische instrumenten van de bandleden. Het ontbreken van het diepste laag is de enige reden dat ik mij niet volledig in een zaal waan tijdens het concert. Toch mis je na een poosje die lage tonen niet meer: onze oren en hersenen passen zich aan en accepteren eerder de natuurwetten dan een fake basweergave. Niet alleen stemmen van vrouwen, maar ook die van een man als Luciano Pavarotti is prachtig. Op de een of andere manier lijkt de P3ESR speciaal geschapen om stemmen weer te geven.
Een vervolg maak ik voor klassiek en jazz met vinyl. Claudio Arrau speelt samen met het London Philharmonic Orchestra diverse pianoconcerten. In het eerste gedeelte zet het orkest kracht en hebben de versterker en de luidsprekers enige moeite om het geweld bij te houden, maar als het orkest gas terugneemt en de piano onder de vingers van Arrau tot leven komt, ontstaat er magie. Zoveel dat ik gerust durf te stellen dat indien piano uw favoriete instrument is, u niet verder hoeft te zoeken: de P3ESR is er voor u als uw luisterruimte niet al te groot is. Een volgende LP brengt celloconcerten, gespeeld op instrumenten uit de tijd van de componist Francesco Geminiani. Met op klavecimbel Christopher Hogwood. De oude Decca opname uit 1976 heeft behoorlijk wat rumble in de groeven dat met de P3ESR nauwelijks hoorbaar is. Zo heeft een nadeel toch een voordeel. Het timbre van de instrumenten is geweldig goed in de weergave, het geheel is levendig, snel en accuraat. Met jazz is dat niet anders, Soular Energy van Ray Brown lijkt gemaakt te zijn voor de Harbeth. De zware bas in de opname brengt de kleine woofer geen moment in de problemen, drums exploderen, terwijl Ray Brown en Gene Harris samen een stimulerende reis beginnen langs evergreens als Cry Me A River en Take The ‘A’ Train. Eigenlijk moet ik aan het eten gaan werken, maar dit zet je niet meer af. We eten vanavond gewoon wat later.