Voor de versterking wordt gebruik gemaakt van een Sphinx Project 8 voorversterker en een Sphinx Project 18 eindversterker, het Nederlandse topmerk. (aan het eind van deze review kun je aanvullende informatie over de huidige ontwikkelingen bij Sphinx vinden)
De Project 8 bestaat uit twee behuizingen en heeft een volledig gebalanceerde, breedbandige (van DC-500 kHz) en discreet opgebouwde schakeling die geheel in Klasse-A werkt. Daarbij is de voeding volledig van de voortrap gescheiden in een aparte behuizing en wordt door middel van een korte flatcable met de de feitelijke voortrap verbonden. De voeding bestaat uit drie R-Core trafo`s, die respectievelijk het linkerkanaal, het rechterkanaal en de microprocessorsturing plus de relais voor hun rekening nemen. De voeding wordt afgevlakt met 8 flinke elco`s van 6800 µF per stuk.
Opvallend detail van de voortrap in de andere behuizing is de volumeregeling die geheel is opgebouwd uit 32 relais die 1 procents precisieweerstanden schakelen, hetgeen zich uit in hoorbare klikjes bij het regelen van het volume. In totaal bevinden zich 60 van deze Zwitserse Alcatel relais in de voortrap, die verder vooral worden gebruikt voor het afkoppelen van niet gebruikte in-en uitgangen.
Deze review zou té veel uitlopen als ik meer over de Sphinx Project 8 zou gaan vertellen, maar ik kan je verzekeren dat deze voorversterker een buitengewoon doordacht high-end ontwerp is, gekoppeld aan een perfect bedieningsgemak én, zoals ik zelf dagelijks in mijn eigen set kan waarnemen, een fantastische weergave.
De Project 18 eindversterker is een volledig dualmono-ontwerp, die gedeeltelijk in klasse-A staat geschakeld en in klasse AB een vermogen levert van 160 Watt per kanaal bij 8 Ohm. In de 30 kilo zware versterker vind je twee forse overgedimensioneerde 625 VA ringkerntrafo`s en een voedingsafvlakking van 66.000 µF per kanaal. De afwerking van zowel de Project 8 als de Project 18 staat op zeer hoog niveau, alle aansluitingen bestaan uit hoogwaardige WBT`s en intern is Siltech-bekabeling toegepast. Tussen de voor- en eindversterker wordt een gebalanceerde Van den Hul Thunderline Hybrid interlink gebruikt. Alle netsnoeren zijn standaard.
De speakers zijn de Jean Marie Reynaud Offrande, een compact twee-wegsysteem die is ontworpen als transmissielijn. In een transmissielijn wordt de achterzijde van de woofer via een nauwkeurig berekend en gedempt "labyrinth" met de buitenlucht verbonden. Daarbij dient de lengte van dat labyrinth precies gelijk te zijn aan de halve golflengte van de resonantiefrequentie van de woofer. Dat is van belang vanwege het op het juiste moment samenpersen én het naar binnen- en naar buiten bewegen van de lucht bij de membraanbewegingen van de woofer. Een goed ontwikkelde transmissielijn kan hierdoor een ongeëvenaarde en superstrakke laagweergave bewerkstelligen. Het maakt een dergelijk speakerontwerp zeer bewerkelijk, alleen al vanwege alle tussenschotten, maar uiteraard wel zeer zwaar en solide en bovendien relatief kostbaar.
Door toepassing van dit principe heeft JMR in deze kleine speakers ondanks de beperkte afmetingen van 41 x 42 x 22 cm. (h x dx b) een frequentiebereik van 30 tot 20.000 Hz weten te bewerkstelligen. De afmetingen, incl. stands, zijn 110 x 42 x 28 cm. (h x d x b), het gewicht is +/- 22 Kg per stuk. Dat hoge gewicht is te danken aan de dikte van de speakerpanelen en interne opbouw met massieve beuken balkjes om een zo stijf mogelijke constructie te verkrijgen.
Het rendement van de Offrande is 89 dB en de nominale impedantie is 4 Ohm. De fabrikant adviseert om de speakers te bi-wiren, Johan heeft ze met Van den Hul Inspiration Hybrid biwire luidsprekerkabels aangesloten op de eindversterker. De combinatie van de speakers met de originele stands is werkelijk een plaatje om te zien en het geheel is subliem afgewerkt. Naast de speakers wordt ook nog een Stax Lambda Basic hoofdtelefoon gebruikt.