De projector
Het Omniversum in Den Haag was het eerste IMAX Dome (koepel) theater in Europa en werd na een relatief korte bouwperiode van minder dan een jaar geopend op 7 december 1984. In 1999 heeft in Omniversum een grote verbouwing plaatsgevonden, waardoor het theater voor het eerst in haar geschiedenis een week dicht was. De foyer en de horeca werden opnieuw ingericht en tevens werd de projectiekoepel gerestaureerd.
Om het ultieme theater filmgevoel te creëren, hebben drie filmmakers - Graeme Ferguson, Roman Kroitor en Robert Kerr - een filmsysteem ontwikkeld met de doelstelling het publiek geheel onder te dompelen in beeld en geluid en het gevoel te geven dat ze `in` de film zouden zitten. Het IMAX systeem werd voor het eerst operationeel getoond in het Fuji Paviljoen op de EXPO `70 in Osaka, Japan.
Het IMAX systeem heeft een speciale projector waarop films worden gedraaid waarvan de beeldjes 10 x zo groot zijn als van een normale bioscoopfilm, dit komt omdat de film horizontaal door de projector wordt getransporteerd. Deze afmeting van de filmbeeldjes maakt het mogelijk de film op een groot projectieoppervlak te projecteren met een scherpte die vele malen groter is dan die van de ons wel bekende bioscoopfilm.
Het huidige IMAX systeem bestaat niet alleen uit projectietechniek met het daarbij behorende projectieoppervlak, maar ook uit een speciaal ontworpen geluidssysteem, met als resultaat een filmbeleving waarbij je als toeschouwer wordt ondergedompeld in beeld en geluid in de meest extreme vorm die er bestaat.
Het Omniversum maakt gebruik van een Omnimax projector. Het verschil met een normale bioscoopprojector bestaat uit het feit dat de 70 mm film horizontaal door de projector wordt getransporteerd. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid een veel groter filmbeeld te projecteren dan wanneer de film - op de traditionele manier - verticaal door de projector wordt getransporteerd als bij de bioscoopfilm. Het filmbeeld wordt uiteindelijk bij projectie tot 500 keer vergroot weergeven in de koepel!
De film wordt met een snelheid van 100 meter per minuut door de projector getransporteerd. Een film met een speelduur van 45 minuten heeft een lengte van 4,5 kilometer. De filmspoelen zijn erg groot, met een diameter van ruim een meter en een gewicht van honderd kilo.
Een Omnimax projector heeft twee draaitafels voor filmspoelen boven elkaar, zodat men niet al te vaak van filmspoel hoeft te wisselen. De draaitafels zijn helemaal gescheiden van het lamphuis zodat trillingen van de aandrijfmotoren geen trillingsonscherpte in het beeld veroorzaken. Een trilling van een millimeter op de draaitafel heeft een beweging van een halve meter tot gevolg op de projectie koepel.
Een 15.000 Watt Xenon (niet geschikt voor uw auto) lamp levert het licht dat via een parabolische en twee warmte absorberende spiegels op het filmbeeld wordt geworpen. Er gaat een zee van licht door de film: als er een projector op de maan zou staan, zou je het licht vanaf de aarde kunnen zien. Via een ‘fish eye’ lens met een brandpuntsafstand van 25 mm wordt het beeld op de koepel geprojecteerd. De lamp, die na 1000 draaiuren aan vervanging toe is, heeft zoals u zult begrijpen een zeer hoge lichtopbrengst en geeft dus ook heel veel warmte af. Een waterkoelsysteem zorgt ervoor dat de lamp niet te warm wordt.
Projectieoppervlak
De film wordt geprojecteerd aan de binnenkant van de 840 m2 grote koepel. De koepel bestaat uit aluminium platen met daarin 60 miljoen gaatjes, waar het geluid en frisse lucht doorheen kunnen stromen.