REVIEW

Dvorák - Requiem & Symfonie nr 8

Jan Luijsterburg | 01 mei 2010

Het Requiem van Dvorák was vanaf de première in Birmingham, 1891, een groot succes, maar wordt maar zelden uitgevoerd. Er komt ook nogal wat bij kijken om zo’n werk op de planken te brengen en het heeft natuurlijk concurrentie van andere requiems. Het RCO bundelde onder leiding van Mariss Jansons de krachten met de jubilerende Wiener Singverein en een viertal internationale topsolisten.

Dvorak- requiem symphonie no8Hoewel het fenomeen dodenmis natuurlijk alles met uitvaartdiensten in de kerk te maken heeft zijn sommige grote requiems, zoals die van Verdi en Berlioz duidelijk voor de concertzaal bedoeld. Dat geldt ook voor de versie van Dvorák, die niet echt een sterfgeval als aanleiding voor zijn compositie had en flink afweek van de gebruikelijke door de liturgie bepaalde opbouw. Anders dan de bijna lieflijke variant van Gabriel Fauré koos Dvorák voor een in alle opzichten grootse opzet: een enorme bezetting en een avondvullende duur van ruim anderhalf uur. Hij meed de theatrale, heftige emotionele lading van Verdi en Berlioz; bij de gemoedelijke Dvorák winnen berusting en vertrouwen het van verdriet en wanhoop.

De uit de uitvoeringen op 5 en 6 februari 2009 samengestelde registratie horend moet er sprake zijn geweest van twee gedenkwaardige avonden in het Concertgebouw. Alles klopt, er wordt met overgave, meeslepend gemusiceerd en gezongen. Dit is smullen voor iedereen die houdt van grootse vocale werken. Jansons excelleert in zijn gave een enorme aandacht voor detaillering niet ten koste te laten gaan van de grote melodische lijnen. Zijn passie voor de late werken van Dvorák, getypeerd als de minst neurotische van de grote romantische componisten, straalt van de uitvoering af.

Dat was niet anders bij de ruim een jaar eerder vastgelegde Achtste symfonie. Niet kapotgespeeld als de Negende (Uit de nieuwe wereld) betekende de achtste een terugkeer naar de Boheemse volksmelodieen. Het is een spontaan en bruisend werk, en wordt geheel in die sfeer uitgevoerd. Gevolg van het rijke programma is dat het Requiem niet op de best denkbare manier verdeeld is over twee schijfjes, maar daar had ik de symfonie niet voor willen missen.

Aad van der Ven doet in een ook in het Nederlands afgedrukte toelichting op een toegankelijke wijze musicologische achtergronden van beide werken uit de doeken. Deze uitgave is zonder meer een hoogtepunt in de schitterende, inmiddels al behoorlijk uitgebreide reeks live surround-opnamen in eigen beheer van het Concertgebouworkest.

Aanvullende informatie:

Speelduur: 76:36 + 60:09
Antonín Dvorák: Requiem op. 89 (1890) / Symphony No. 8 in G Major, op. 88 (1889)
Royal Concertgebouw Orchestra o.l.v. Mariss Jansons, chef-dirigent
Krassimira Stoyanova, sopraan
Mihoko Fujimura, alt
Klaus Florian Vogt, tenor
Thomas Quasthoff, bas
Wiener Singverein
Hybride SACD: 5.0 surround en stereo
Label: RCO Live
Distributie: Codaex
Website: www.concertgebouworkest.nl






EDITORS' CHOICE