CODA Technologies heeft recent zijn modellenlijn vernieuwd, waarin onder andere nieuwe FET’s zijn toegepast met een nog lagere eigen ruis dan voorheen ingekocht kon worden. Met dank aan de importeur komen de nieuwe CODA modellen nu ook beschikbaar in de Benelux. Het eerste product dat de aandacht krijgt is de CSib geïntegreerde versterker.
CODA? Nooit van gehoord...
CODA Technologies is een 100 procent Amerikaans bedrijf dat onder de radar versterkers ontwerpt voor derden en ook versterkers produceert onder de eigen naam. Het merk is ontstaan uit Threshold waar werd samen gewerkt met Nelson Pass aan de Stasis ontwerpen. In maart 1985 verlieten drie man Threshold en begonnen Continuum Electronics, in 1989 hernoemt in CODA Technologies.
Van de drie pioniers zijn nog twee over, want CODA had het niet altijd even gemakkelijk en leek in het eerste decennium van 2000 zelfs van de radar te verdwijnen na een gedwongen verhuizing en een poging tot een vijandige overname. Trouw aan hun roots maakt men bij CODA nog steeds alleen maar klasse-AB versterkers volgens een beproefd principe, volledig aangepast aan de huidige stand van de techniek.
Dat CODA onder de radar blijft heeft niet alleen te maken met de bedrijfsfilosofie en het feit dat men voldoende werk heeft in de fabriek in Sacramento, het heeft mede te maken met de Amerikaanse audiopers. Het schijnt een slechte gewoonte te zijn bij het journaille aan de andere kant van de oceaan om recensie apparatuur min of meer te confisqueren en voor eigen gewin te gebruiken of te verkopen. Daar werkt CODA niet aan mee en een conflict was snel geboren. Genegeerd worden door de pers, zelf niet langer willen adverteren, dan blijft mond-tot-mond reclame over. En kennelijk is er een trouwe schare klanten, anders hou je het niet vol sinds de jaren ’80.
Wie de website van CODA bekijkt zal het opvallen dat er tussen de apparaten nogal wat overeenkomsten zijn. Zelfde soort behuizingen, zelfde soort opstelling van componenten, zelfde printplaten, zelfde 3 kVA trafo, CODA lijkt wel een autofabrikant waar de klant het model op specificatie kan laten bouwen op steeds hetzelfde chassis. Zo is de CSib die voor mij staat een samengestelde versterker met als basis de No8 eindversterker en een 05x voorversterker. Leverbaar in een Versie 1 van 150 Watt, een V2 van 250 Watt en een V3 van 400 Watt, alles aan 8 Ohm per kanaal. De slimmigheid die CODA daarvoor toepast is de bias en spanning verhogen en verlagen. De V1 werkt tot ongeveer 18 Watt in klasse A, de V3 maar tot 8 Watt, omdat het hogere uitgangsvermogen beslag legt op de beschikbare koelcapaciteit van het chassis dat in alle drie de versies gelijk is.
De CODA CSib
Goed, terug naar de CSi Balanced V1 die voor me staat. Het uitgangsvermogen van 2 x 150 Watt verdubbelt netjes tot 2 x 300 Watt aan 4 Ohm, mogelijk gemaakt door de 3 kVA transformator in de voeding met 80.000 uF aan buffer. In de voeding zijn EMI en RFI filters opgenomen. De voeding van het voorversterker gedeelte is separaat gehouden van dat van de eindtrap. De versterker heeft een discrete JFET differentiële ingangstrap, een VMOSFET gelijkstroom gekoppelde spanningsversterker, gevolgd door de bipolaire transistoren in de uitgangstrap. Een schakeling met weinig tegenkoppeling (6dB) en een grote bandbreedte tot 30 MHz. De eindtrap telt per kanaal 20 transistoren, goed voor een stroom van 130 Ampère als dat nodig zou zijn. De totale versterkingsfactor van de CSib is 26 decibel. Voor de 100 stappen (1dB per stap) volumeregeling maakt de CSib gebruik van een Burr Brown PGA2310 digitaal gestuurde analoge regeling.
Verder zitten in de CSib PRP weerstanden, Multicap condensatoren en high speed gelijkrichters. De printplaten zijn opgedampt met goud, deels vanwege de betrouwbaarheid, mede om reden van de EU normen volgens welke loodvrij gesoldeerd moet worden. Het volledig geanodiseerde chassis is van aluminium in verschillende diktes. De versterker is door ondergetekende opengemaakt en is een toonbeeld van versterkerbouw. Zoveel mogelijk alles met discrete schakelingen, keurig netjes op de printplaten gezet. Een paar bandkabels, losse draden tref ik niet aan. Symmetrische opbouw voor de beide kanalen. De vette trafo pontificaal in het midden bij de voorzijde. Dit is een soort bouw dat verraadt dat de CSib schier onverwoestbaar is. Daarom durven ze 10 jaar garantie te geven aan de eerste eigenaar, waarvan 5 jaar overdraagbaar is bij doorverkoop.
De voorzijde van de CSib is nogal afwijkend van wat iedereen gewend is. Slechts 7 druktoetsen zorgen voor de ingangskeuze, tape monitor, subwoofer uitgang aan/uit, volume up/down en het schakelen van de volumeregeling naar balans en subwoofer uitgangsniveau. De laatste toets is voor het aan en uitzetten van de bias wat gelijk de stand-by stand is. De indicatoren en de aanduiding van de volumestand gaan pas uit als u de hoofdschakelaar aan de achterzijde naar Nul zet.
Aan de achterzijde vinden we dubbel uitgevoerde luidsprekerklemmen van WBT. Subwoofer en pre-out, Tape monitor in en uit, drie RCA ingangen en één gebalanceerde ingang. Het chassisdeel voor de netspanning bevat mede de aan/uit schakelaar en de zekering houder. Voor het op afstand bedienen wordt een universele afstandsbediening meegeleverd. Netjes geprogrammeerd, wel een tikketje overdone met al zijn overbodige knopjes. Is er nog meer te vertellen? Ja. De prijs van dit fraaie apparaat is 6.799 euro. Leverbaar in zwart en zilver.
Naast het genoemde uitgangsvermogen en de versterkingsfactor zijn de spec’s:
Frequentiebereik: DC tot 100kHz bij -3 dB
Vervorming: < 0,04% tussen 10Hz en 20kHz bij volle uitsturing
Eigen ruis: -130dB
Ingangsimpedantie: 50kOhm via RCA en 10kOhm via XLR
Uitgangsimpedantie: 0,04 Ohm tussen 20Hz en 20kHz
Afmetingen: 43,2 x 35,6 x 15,3 cm
Gewicht: 25 kg
Verbruik stand-by: 10 Watt
Verbruik idle met bias aan: 60 Watt
Aftrappen in 12m2
De aftrap met de CODA CSib wordt zoals vaker gedaan in mijn kleine luisterruimte waar hij de plaats kan innemen van een Metrum Acoustics combinatie van Adagio DAC met volumeregeling en een Forte eindversterker. De DAC zet ik gewoon vast op het volume en regel vanaf dat moment alles met de CSib. Bron is een Metrum Ambre Roon endpoint, gekoppeld aan een Bonn N8 ethernetswitch en Forester F1 voeding met AudioQuest Vodka’s. Luidsprekers zijn recent naar Gold Badge niveau upgraded Falcon LS3/5a op Custom Design stands en Gaia ontkoppelaars. Op elke Falcon staat een Townshend Maximum supertweeter voor extra ruimte in het stereobeeld en snelheid.
Stroomvoorziening bestaat uit een AudioQuest Niagara 1200 netfilter en allemaal Monsoon netsnoeren. RCA interlinks en luidsprekerkabels zijn Inakustik NF-2404 en LS-2404. Zo heeft u in grote lijnen een beeld van wat er staat te spelen. De kleine Falcon lijkt een dwerg aan een reus van een versterker als de CODA, maar vergis u niet, het kleintje is in staat de diepste details bloot te leggen in de kleine luisterruimte, een stereobeeld te herscheppen fraaier dan kostbare vloerstaanders en vooral stemmen tot in de finesses te laten herleven. De kracht van de CODA met zijn 2 x 150 Watt aan 8 Ohm halveert weliswaar tot 2 x 75 Watt aan de 15 Ohm LS3/5a, nog steeds is dat genoeg vermogen. Zeer welkom vermogen, zo blijkt in vergelijk met de Metrum die aan 15 Ohm nog slechts 25 Watt weet te leveren.
Vanaf het aansluiten en na een opwarmperiode van een uur bleek de CSib per direct een versterker met onbegrensde kracht, een potente 'USA versterker' waardig en passend in het rijtje Pass Labs, Levinson, Krell, Ayre en anderen. Dat is in de luistersessies niet anders geworden inclusief het moment waarop ik deze aantekeningen maak. Niet alleen kracht is een eigenschap, subtiliteit, onderscheidend vermogen, stereobeeld, finesses en rust zijn zaken die aan de orde zullen komen. Neem bijvoorbeeld het wisselen van de Silent Angel Bonn N8 standaard voeding voor een Forester F1. Als één versterker duidelijk kon maken wat de verschillen waren tussen de voedingen, dan is het de CODA CSib wel.
Laat ik eens beginnen met slaapliedjes, in het Frans “Berceuses” gespeeld door Nathalie Darche, prachtige solo piano met zorg opgenomen. Piano is een instrument dat met zijn lang aangehouden noten zowel teder en subtiel moet kunnen klinken als groots en overweldigend in kracht. Zet de LS3/5a in een grote kamer en er blijft niets van over, beluisterd op 2 meter afstand in een ruimte van 12m2 behoort een vleugel elk onderdeel aan te bieden van harde klank van de hoogste snaar tot de donkere rompklank bij de lage noten. Dat vereist de kracht verscholen in de CSib, gecombineerd met de snelheid van de versterker, het oplossend vermogen, het neerzetten van een stereobeeld waarmee de vleugel geloofwaardig groot is en tegelijk de ruimte voor mij weten te vullen.
De CSib tikt elke box aan met de muziek van Darche. Zuiver van klank, open, intens, soms bewust bijna vals gespeeld, vooral groots en realistisch voor zover dat kan in een kamer met weergevers die op papier onder de 80Hz weinig meer doen. In de praktijk een subwoofer volkomen overbodig maken in deze setting.
Meer bekend zullen de werken van Eric Satie zijn uitgevoerd door Alexandre Tharaud. Eveneens solo vleugel en nog wat lastiger weer te geven. De CSib slaat zich zonder enige wanklank door de werken en blijft zorgen dat de muziek mateloos boeit. De attack van de noot is dynamisch en snel, het uitsterven en vasthouden van de klank kan eindeloos duren zonder dat de CSib de noot afkapt door te verdwijnen in elektronica, omdat het geringe volume dat overblijft niet verzand in de eigen restruis van elektronische onderdelen. Met dank aan de DAC en zijn ongekend lage ruisdrempel als bron, want daar moet het wel vandaan komen wil de CODA er iets mee kunnen.
Melodie met Melody
Haar oudere werk zoals “The rain” en “My one and only thrill” vind ik nog steeds het mooiste van Melody Gardot. Het zet met de CSib rillingen op de rug. Prachtig hoe groot de piano is achter de op afstand gehouden indringende stem van Gardot. Krachtige en beheerste bas, alles gelardeerd met een zweverige tenor sax naast de zangeres. Een track die zweeft door de ruimte, volkomen los van de weergevers die niet eens lijken te bestaan, in een diep, hoog en breed stereobeeld. Met Gardot op een reële hoogte gezet. Waar in de volgende track violen, cello, harp en meer wordt toegevoegd ontstaat een muurtje van geluid waarvoor en waartegen Gardot staat afgebeeld. De LS3/5a is van oorsprong een stemmenmonitor en daar laat de CSib zich van zijn beste kant zien, zonder afbreuk te doen aan lage en hoge tonen geeft hij een stem alle natuurlijke ruimte die te bedenken is. Een klank als van een EL34 of EL84 buis, maar dan zonder afval of versluiering aan de uiteinden van het frequentiegebied. De CODA doet mij terugdenken aan een Audia Flight 50 klasse A versterker, een Pass Labs XA30.5 klasse A, maar ook aan een Ayon 300B XL. Er ontstaat in de CSib een synergie van het beste dat transistor klasse A en buizen klasse A weet te bieden. Verpakt in een zwarte doos waarin geen buisje actief is en waar klasse A maar geldt tot 18 Watt. “Over the rainbow” dat start met kleine geluidjes vormt een feest waarop je gewoon moet dansen. Vreugde en warmte, levenslust en verlangen, het spreekt uit de stem en de muziek. Heerlijk om zo te mogen genieten zonder dat de dame in persoon langs hoeft te komen.
Op jacht naar wat onvervalste jazz met saxofoon in de hoofdrol is “Eternal” van Branford Marsalis een fijne keuze. Het legt gelijk de beperking van de ruimte en de LS3/5a bloot, lage tonen vanuit de bas van Eric Revis drukken het subtiele drumspel naar de achtergrond. Daar kan de CSib weinig aan veranderen, hoe strak hij ook is, hij moet en zal de intensiteit vastgelegd in de opname naar buiten drukken. Als een luidspreker daar moeite mee heeft dan is dat maar zo. Do not blame the messenger. Wat overblijft is de heerlijk zingende sax recht in het midden naar voren gezet, het rustige slagwerk rechts, de piano ter linkerzijde en de bas die de onderkant vult. Met een ritme dat goed vastgehouden wordt, tegelijk in de eerste track rust weet vast te houden, de muziek ingetogen maakt zodat Marsalis helemaal vrij is in zijn spel.
Vooruit met de geit, Miles Davis met “Blue in green” er achteraan. DSD64 door Roon omgezet naar PCM 24/176 versus geript 16/44.1 laat de CODA dat soort verschillen horen? Nou en of, van een opname met ruimte zonder scherpte naar een CD versie die rommelig is, kleiner, met een haast schelle trompet, onnatuurlijk aandoend na de DSD64. Noot voor noot blijft de CSib overtuigen dat hij slechts een doorgeefluik is en niets wil weglaten of toevoegen. Ik weet uiteraard niet wat er met de mastering en de eindmix is gedaan in beide opnames, ze hoeven niet gelijk te klinken dus wederom gaat op dat de boodschapper geen blaam treft.
Figaro hier en Figaro daar
Mij even niet bewust van het verschil in opname level tussen Miles Davis en celliste Ophélie Gaillard grijp ik naar de afstandsbediening als ik haar vertolking van Vivaldi’s “Cello concert in G mineur, RV416” als volgende afspeel, het dendert op oorlogssterkte door de luisterruimte. Kon de CODA CSib overweg met stemmen, met solo instrumenten en met jazz, klassiek is net zo’n eitje voor deze krachtige en zuivere allround versterker. De Cello van Ophélie zingt gedurende het gehele werk, of je dat nu wilt weergeven op een hoog volume niveau of juist zachtjes later op de avond. Als het orkest invalt staat dat breed en los achter haar opgesteld. Vormt ze een onderdeel van het geheel terwijl haar solistische cello de aandacht blijft trekken. Het Pulcinella Orchestra krijgt haar noch subtiel noch op volle kracht van het podium af. Violen juichen zowel links als rechts, ver buiten de fysieke opstelling van de twee luidsprekers in een volledig driedimensionaal stereobeeld. Bijna tegelijk met het in Frankrijk kopen van deze cd nam ik het Franse blad Diapason mee naar huis. De gratis cd-bijlage was die maand een opname van Mozart’s “Le nozze di Figaro”, opgenomen in 1964 waarop onder andere Elisabeth Schwarzkopf meezingt. Normaal helemaal niet mijn genre muziek, maar nieuwsgierig wat Diapason aan zijn lezers geeft raak ik gefascineerd door de kwaliteit van zowel de uitvoerenden, de opname, de installatie en de CODA versterker. Ik geeft flink gas met de CSib en dat brengt de stemmen tot leven, in de eerste delen vooral zanger Fernado Corena. Muziek bloeit, maakt blij, laat mij als een dirigent met de armen zwaaien.
Het lijkt idioterie om voor een paar kleine luidsprekers een versterker in te zetten van bijna zeven mille, met een zooi andere elektronica en kabels zodat een geheel ontstaat met een waarde van 30 mille terwijl de speakers “maar” 3.000 euro per paar kosten, maar ik garandeer u dat het oplevert. De CODA CSib weet zich volledig te bewijzen en maakt zich vrijwel onmisbaar in deze opzet. Haren staan recht overeind gedurende een duet van Corena met Elisabeth Sönderström.
Terug op aarde verplaats ik de CODA CSib naar mijn huiskamer waar een paar Spendor Classic 2/3 luidsprekers wachten. Op open frame stands van Stand Design, ontkoppeld van de houten vloer met Townshend Podiums en net als de Falcon’s uitgebreid met Townshend Supertweeters. Een zelfde DAC maar dan zonder volume regeling (Pavane van Metrum) wordt aangestuurd door een Auralic Aries G1 als Roon endpoint ingesteld. Muziek wordt door Roon software draaiend op een NUC gehaald van een Melco N10 opslag via een Melco S100 ethernetswitch met SBooster voeding. Hier gebruik ik de CSib gebalanceerd over Yter XLR interlinks. Ethernet en digitale kabels zijn AudioQuest Vodka en Diamond, netsnoeren en luidsprekerdraad komen van Crystal Cable. Het netfilter is een AudioQuest Niagara 5000. Andere set, andere akoestiek, deels andere muziek. Een week wennen aan en ontdekken van wat de CODA CSib hier laat horen om vervolgens aantekeningen te maken. Wat heb ik toch een heerlijke hobby.
Guitar Trio
Wilt u weten wat drie virtuozen op hun gitaar voor elkaar kunnen krijgen, dan is The Guitar Trio met Paco de Lucia, John McLaughlin en Al Di Meola een echte aanrader. Vooral op een versterker als de CODA. Nu zit ik zo’n drie meter van de speakers af in een doorsnede huiskamer en weer krijg ik een heerlijk stereobeeld voorgeschoteld. Drie gitaren met elk een eigen klank en elk een eigen plekje. Waarin snaren en romp te herkennen zijn als losse elementen. Er is diepte, breedte, hoogte en de muziek laat zich losmaken van de weergevers zelf.
Er ontstaat een serene rust in het geluidsbeeld waardoor het instrument vol wordt belicht, waarin geen versmering plaatsvindt, muziek gemakkelijk en op natuurlijke wijze wordt aangeboden. Onderhuids schuilt in de CSib V1 ruim voldoende kracht om een dynamiek sprong van een getokkelde snaar probleemloos te volgen. Het is de soort weergave waarvoor je mij uit bed mag halen. De schier oeverloze reserve, grip van een eindbak vol met eindtransistoren en een meer dan dikke voeding.
Prachtige muziek brengt Patricia Barber met “Laura” op de cd “Live: a fortnight in France”. Weer een gitaar, nu van Neal Alger, duidelijk anders van klank met zijn elektronische versterking in de live setting. De CSib windt er geen doekjes om en brengt nuances met veel gemak naar voren. Nooit op een storende en technische manier, muziek vloeit de ruimte in. Strak geregisseerd, snel en puntig, zoals een instrument zich zal gedragen als het voor u wordt bespeeld in plaats van als FLAC file ergens te staan. Afsluiten van deze cd gebeurt met “Call me”, soepele piano loopjes, de stem van Barber zingt alsof ze het echt meent dat we haar moeten bellen. Na één minuut spelen verandert het tempo, niet veel later komen bas en slagwerk erbij. Fijn om naar te luisteren, wat moet het heerlijk zijn als je zo een instrument kunt bespelen. Na deze verwennerij moet ik gewoon “The hours” van haar cd “Mythologies” ook spelen. Opgenomen in de studio is de stem van Barber dicht op de microfoon gezet, mis je de ambiance van een zaal, daarvoor in de plaats komt een droger geluid waarin slagwerk uitblinkt. Extra stemmen prachtig op de achtergrond in alweer een stereobeeld om te zoenen. Geen nadruk op minieme details, de kracht zit in het geheel, het overbrengen van passie, emotie en de klankkleuren van het spel op de diverse instrumenten. Op een mindere set kan deze track echt vervelend worden, tot aan irritant, niet hier in de kamer. Het is indrukwekkend.
Mocht u al iets meer pit en details willen, een Auralic Aries G1 laat zich instellen op vier verschillende filtermodes, van smooth tot dynamic en zo “kleur” je de weergave in naar behoefte. De CODA laat het allemaal eenvoudig door zonder een eenheidsworst te creëren. Verschillen in bron, DAC zelfs kabels zijn direct aan te duiden en herkenbaar. Met muziek zoals net gespeeld of met “Soñj” van Seven Reihz. “Soñj” is echt een track waarmee een systeem moet bewijzen groot te kunnen spelen. Tegelijk teder en zuiver te blijven. Een muur van geluid moet aanzwellen en vervolgens krimpen, klappen moeten de haren overeind zetten. Laat het maar over aan CODA, haast niet voor te stellen hoe diep de CSib een Spendor van dit formaat kan laten gaan, terwijl het zuiver blijft en continue zowel in balans als beheerst. Her en der in het stereobeeld duiken instrumenten en stemmen op. Zo mag het gerust doorgaan. Ik hang nog wat in vreemde muziek al stap ik over naar jazz van het Tord Gustavsen aangevuld tot een trio met Simin Tander en Jarle Vespestad. Een track als “I see you” is donker en duister. Kruipt langzaam onder je huid, roept bij mij beelden op van dichte bossen waarin geheel volgens Scandinavische thrillers het kwaad zich schuil houdt. Een verdienste van de set en de versterker om mijn fantasie aan het werk te zetten. “Journey of life” begint net zo duister, het slagwerk dreunt waarop de stem wordt geplaatst. Pas als piano zich mengt ontstaan er lichtpuntjes al wordt het nooit een album om een feestje mee op te luisteren. Wel heel mooi en indrukwekkend goed opgenomen door ECM. Typisch iets voor een audioshow als we die weer eens gaan krijgen volgend jaar. Wat vrolijker jazz om mee af te sluiten van het Tingvall Trio dat met verve “Spöksteg” door de luisterruimte jaagt. Snel slagwerk, vette bas, heldere piano, een compositie waar bron, versterker en luidsprekers heel gelukkig van gaan samenspelen.
Afscheid met pijn in het hart
Met pijn in het hart zal ik de CODA CSib V1 weer in moeten pakken en overhandigen aan de importeur. In twee systemen heeft de versterker zich weten te bewijzen en vooral aan een kleine luidspreker als een LS3/5a zorgt de verscholen kracht voor imposante dynamiek vermengt met fijnmazigheid in een royaal stereobeeld. Zet hem in een grote ruimte met een groter luidsprekersysteem en hij vult net zo eenvoudig de kamer met geluid. Zonder voorkeur voor enige muzieksoort, als ik dit schrijf rollen de door Biber gecomponeerde en door Combattimento uitgevoerde werken zich voor mij oren uit.
Te twisten is over het uiterlijk en de bediening van de CODA CSib, het zwarte gefreesde front waarin een aantal LED’s nooit doven zal niet ieders smaak zijn, net zo min de loeigrote remote of de afwezigheid van een draaiknop voor het volume. Niet te twisten valt over de kwaliteit te vinden in de samenbouw van onderdelen, printen, eindtransistoren, voeding en gebruikte aansluitingen. Voorbeeldig is te zwak uitgedrukt, de versterker straalt uitwendig en inwendig uit dat hij jaren en jaren voorbeeldig zal werken. De elektronische volumeregeling zal daar zeker bij helpen, slijtage van regelaars en schakelaars kent de CSib niet. Het geleverde vermogen met een reserve dat aanvoelt als een 3,5 liter V8 onder de motorkap moet genoeg zijn voor zelfs de meest veeleisende luidspreker, de types met een grillig impedantieverloop en zucht naar stroom.
Over de weergave zelf niets dan lof in de prijsklasse. Souplesse laat zich combineren met detaillering, kracht met subtiliteit, gevat in een subliem stereobeeld dat keer op keer zich losmaakt van de weergevers en in drie dimensies instrumenten plaatst alsof de bouwers van CODA zelf aan de mengtafel zaten. Ik beschouw CODA CSib V1 als een aanwinst op onze markt; geeft u hem de ruimte zich te bewijzen in de winkel of thuis. Het is een versterker gebouwd volgens het handboek waar op de cover staat: “How to realise the great American sound”.
CODA CSib V1
€ 6.799 | www.yn-audio.nl
Beoordeling: 5 / 5