Lab12 bouwt voornamelijk versterkers die zonder uitzondering voorzien zijn van buizen. Het bedrijf heeft onlangs de Dac 1 Reference uitgebracht, een DA-converter voorzien van Multibit Dac-chips van Philips en buizen in de eindtrappen. Volgens Lab12 is de gebruikte techniek geen op zichzelf staand doel. Techniek is ondergeschikt aan klank en muzikaliteit. Hoe klinkt de Dac 1 Reference en wat doen de geplaatste buizen met de klank? Dat gaan we onderzoeken.Â
Lab12, audiobedrijf gevestigd in Griekenland
Lab12 begon als resultaat van de enthousiaste en onvermoeibare inspanningen van muziekliefhebber Stratos Vichos en groeide snel uit tot een ultramoderne high-end audiofabrikant met een breed productiegamma, zo is te lezen op de website van het in Athene gevestigde audiobedrijf. Vichos is als eenmanszaak begonnen en heeft naar eigen zeggen jarenlang geëxperimenteerd voordat zijn onderneming transformeerde naar een snelgroeiend audiobedrijf. De fabrikant huldigt de kernopvatting dat de emotionele impact en een boeiende muzikale uitvoering de belangrijkste factoren zijn wanneer naar een muziekstuk wordt geluisterd. Impliciet zegt Lab12 dat muziek en muzikaliteit de kern zijn en dat techniek geen doel op zichzelf is.
Dat wil niet zeggen dat Lab12 geen oog heeft voor de technische aspecten van geluidsapparatuur. “Lab12 is een technologie- en prestatiegedreven bedrijf en onze derde generatie producten biedt een unieke waarde die kan voldoen aan de hoogste eisen van muziekliefhebbers en audiofielen, waar dan ook ter wereld. Onze producten bevatten en introduceren technologie van de 21e eeuw, maar in de eerste plaats is het de muziek die ertoe doet,” aldus Lab12.
Lab12: portfolio, vooral versterkers
Het portfolio van Lab12 bestaat voornamelijk uit versterkers, die zonder uitzondering zijn voorzien van buizen. Het bedrijf heeft ook een tweetal schone stroom producten, genaamd Gordian en Noyra. De Dac 1 Reference is de enige bron van Lab12. Ook de Lab12 heeft een tweetal buizen aan boord, Ă©Ă©n per kanaal. Zo dadelijk gaan we naar de techniek van de Dac 1 Reference kijken.
Lab12 gaat er prat op dat producten met de hand worden gebouwd, in Griekenland. Het nauwgezette ontwerp- en ontwikkelingsproces is nooit veranderd. Elk product ondergaat state-of-the-art meetprocessen en uiteindelijke afstemming die het resultaat is van langdurig luisteren binnen verschillende high-end audiosystemen en combinaties om ervoor te zorgen dat de eindgebruiker een echt uitzonderlijk product krijgt dat eenvoudig de luisteraar laat genieten van zijn muziek.
Het zwaartepunt van het huidige portfolio van het bedrijf ligt dus vooral bij versterkers en in die zin is de Dac 1 Reference een vreemde eend in de bijt. Het is echter niet de eerste DA-converter van Lab12. De fabrikant heeft “geoefend” met voorgangers Dac 1 en Dac 1 SE (Special Edition). De voorgangers zijn met pensioen gegaan en de Dac 1 Reference is de enige DA-converter en zelfs de enige bron van Lab12.
Bij het ontwerpen van de Dac 1 Reference zijn afgezien van de plaatsing van buizen in de analoge eindtrap nog een paar bijzondere niet-alledaagse keuzes gemaakt. Voorat we gaan luisteren willen we daarom de techniek van de Dac 1 Reference even nader bekijken.
Lab12 Dac 1 Reference: technische aspecten
De Lab12 Dac 1 Reference heeft een metalen behuizing en weegt 7,5 kilogram. De bouw is degelijk. Alle panelen sluiten netjes op elkaar aan, zoals het hoort. Het bovenpaneel is opengewerkt ter ventilatie en warmteafvoer. De Dac 1 Reference wordt nauwelijks warm, maar bij voorkeur worden er geen andere componenten bovenop gezet want dat zou de afvoer van warmte kunnen bemoeilijken.
Veel fabrikanten bouwen hun DA-converter rond de nieuwste DAC-chips van bekende merken zoals bijvoorbeeld ESS Sabre of Burr-Brown. Zo niet Lab12 die in de Dac 1 Reference acht Multibit DAC-chips van Philips heeft geplaatst van het type TDA1543.
De Dac 1 Reference kan PCM-signaal tot een resolutie van 24-bit /192 kHz verwerken en kan niet omgaan met DSD en ook niet met MQA-decodering. Is dat een beperking? Dat ligt aan het referentiekader. DA-converters die “alles” ondersteunen, d.w.z de hoogst mogelijke resolutie van PCM-signaal en DSD-signaal en eventueel ook MQA-decodering, klinken niet noodzakelijkerwijs beter. De uitwerking van de voeding en de analoge eindtrap, die het muzieksignaal naar de uitgang leidt, leggen een belangrijke hoeveelheid gewicht in de schaal van uiteindelijke geluidskwaliteit. Over voeding gesproken, de Dac 1 Reference heeft een ringkerntransformator aan boord die zes afzonderlijke gereguleerde voedingslijnen van spanning/stroom voorziet.
Bovendien laat de verkrijgbaarheid van DSD-muziek en MQA-bestanden te wensen over. Beide standaarden zijn niet breed omarmd en geaccepteerd door de muziekindustrie. DSD lijkt dezelfde weg te gaan lopen als de Super Audio CD: technisch en klankmatig weliswaar superieur aan de gewone Redbook CD, maar met een zeer pover aanbod en zelfs krimpend aanbod van schijfjes. Hoewel technisch superieur mogen we de Super Audio CD wel commercieel als mislukt beschouwen. Of DSD-muziek ooit breed geaccepteerd zal worden en derhalve ruim verkrijgbaar zal zijn, is nog maar te bezien. Het is er al een tijdje, maar het wil maar niet doorbreken. Een DA-converter die PCM-signaal tot een resolutie van 24-bit/192 kHz ondersteunt zal voor het overgrote deel van de gebruikers ruimschoots voldoende zijn. Conclusie: wij zien de afwezigheid van de ondersteuning van DSD en MQA door de Dac 1 Reference niet als een beperking.
De Lab12 Dac 1 Reference beschikt over een viertal digitale ingangen: 1 x optisch, 2 x coaxiaal en 1 x USB. Het muzieksignaal komt naar buiten via een cinch-uitgang en een XLR-uitgang. Beide uitgangen zijn asymmetrisch d.w.z. ongebalanceerd. Het uitgangsniveau is 2,5 Volt en er is geen verschil in volume tussen de cinch-uitgang en de XLR-uitang. Ook klankmatig is tijdens de testperiode geen verschil opgevallen tussen de XLR-uitgang en de cinch-uitgang. De XLR-uitgang klinkt dus niet beter, maar aansluiting via XLR is aanbevolen als lange kabels naar de (voor)versterker zouden worden gebruikt.
Het apparaat heeft geen display. Centraal op het front bevinden zich status-ledjes die de gekozen bron en de sample rate aangeven. Het uitgangsniveau wordt gevisualiseerd door een tweetal kleine VU-meters. De uitslag van de VU-meters is alleen op korte afstand goed te zien. Ook een volumeregeling ontbreekt. Rechtstreekse aansluiting op een eindversterker is dus niet mogelijk. Dat geldt overigens voor de meerderheid van DA-converters op de markt. Een volumeregeling is vooral zinvol als een DA-converter ook analoge ingangen heeft en daarom de functie van een voorversterker over kan nemen.
Lab12 Dac 1 Reference: dual triode buis in de eindtrap
De analoge eindtrappen van de Dac 1 Reference zijn voorzien van een dual triode buis van het type 6922. De aanwezigheid van buizen schept een beetje de verwachting dat de Dac 1 Reference wellicht een min of meer warme en ronde klank zal produceren. Buizen klinken niet noodzakelijk ronder en warmer dan halfgeleiders, maar fabrikanten die buizen gebruiken zorgen vaak linksom of rechtsom voor een stukje ronding of warmte in de klank en dat is ook omdat de luisteraar dit verwacht. We gaan zo dadelijk muziek luisteren, dus we zijn benieuwd in welke mate we de aanwezigheid van buizen in de Dac 1 Reference kunnen horen.
Wie overigens oppervlakkig naar de Dac 1 Reference kijkt, zal de geplaatste buizen niet opvallen. Ze zijn “verstopt” onder de kap en lijken geen aandacht te willen trekken.
Lab12 Dac 1 Reference: prijs en verkrijgbare uitvoeringen
De Lab12 Dac 1 Reference is leverbaar met een zwarte of zilverkleurige frontplaat en voor een bedrag van 2.999 euro gaat hij over de toonbank. De koper krijgt vijf jaar garantie op het apparaat, uitgezonderd de buizen.
We gaan de Dac 1 Reference aansluiten en we gaan muziek luisteren.