Al enige tijd is hier een collectie Bryston-apparatuur aanwezig. Omvangrijk, met de voorversterker, eindversterker, dac, music-server en het schijfloopwerk. Het productaanbod van het Canadese merk is redelijk constant en er zijn niet elk halfjaar schreeuwende vernieuwingen. Maar, onlangs zijn de bekende eindversterkers vernieuwd. De Cubed Series Amplifiers staan derhalve in de luisterruimte.
Propaganda’s magistrale p:machinery dendert door de luisterruimte. Prima track om op een iets hoger volume af te spelen en meteen de slotact van een systeem dat over enkele uren de luisterruimte weer zal verlaten. In tegenstelling tot de tijd die een audiofiel neemt om een set te perfectioneren, is daar in de luisterruimte helaas geen tijd voor. Voor de gemiddelde audiofiel is het bouwen van een systeem een soort vrijetijdsbesteding waar, net als bij iemand die model-stoomlocomotieven bouwt, twintig jaar tijd in gaat zitten. Niets op tegen, maar vaak duurt het dan 19,5 jaar voordat de set speelt zoals het moet. In de luisterruimte is high-end audio geen hobby, maar simpelweg betaald werk. Binnen enkele uren moet een set gewoon max-max draaien en de grens bereiken van wat er met de kwaliteit van de betreffende componenten mogelijk is. Zo’n set is elke keer van een totaal nieuwe samenstelling, teneinde de optimale match te realiseren. Met deze benadering wordt absoluut uitgesloten dat er een foute match ontstaat of een niet-optimaal systeem als gevolg van het steeds opnieuw gebruiken van een vast setje. De vrachtrijders met 15-meter opleggers en Kooiaap hebben hier dan ook een vast assignment. Eén van de zomerse projecten betrof Bryston. Een compleet systeem dat alleen nog een setje luidsprekers nodig had om tot leven te kunnen komen. Met de Bryston-set is de match van te voren ingevuld. Maar, vormen de voorversterker en eindversterker de meest ideale combinatie? Â
Cubed
Bryston is vooral bekend vanwege de potente eindversterkers, die ook in veel studio’s in een 19-inch rackmount versie functioneren. De befaamde twintig jaar garantie wekt vertrouwen, hoewel er nauwelijks audiofielen zijn die twintig jaar met dezelfde versterker spelen. De laatste update van de bekende eindversterkers heet Cubed Series Amplifiers.
Kwaliteitsontwikkeling in versterkers gaat meestal evolutionair en zelden revolutionair. De fabrikanten met verantwoordelijkheidsgevoel komen ook alleen met vernieuwingen als deze een hoorbare verbetering betekenen van de geluidskwaliteit. Zoals bijvoorbeeld Bryston. Door de jaren heen zijn deze producten steeds beter geworden. De voorlopers van de Cubed Series Amplifiers werden soms beschuldigd van een iets grofstoffelijker geluidsbeeld, maar sinds de introductie van de SST-series in 2001 is dat karakter op de achtergrond geraakt. Voor de nieuwe Cubed Series was de uitdaging om hier nog verdere stappen in te zetten. Hoe kun je een versterker nog subtieler, nog gedetailleerder en met verdere verfijning laten spelen, met als basis een apparaat dat enorme vermogens kan leveren in een belasting? Uit het verleden is bekend dat niet elke hoogvermogen-eindversterker een toonbeeld is van snel, behendig en genuanceerd manouvreren. Maar, Bryston heeft met de nieuwe Cubed Series wederom een belangrijke stap voorwaarts gemaakt.
De Cubed Series zijn herkenbaar aan het nieuwe design van de frontplaat. De belangrijkste wijzigingen zijn de verminderde vervorming van de driver stage en het terugbrengen van storingen binnen het gehele ontwerp. Om het uitgangssignaal zo gelijk mogelijk te krijgen aan het ingangssignaal is de lineariteit vergroot en de harmonische vervorming naar lagere waarden bijgesteld. Om dat te bereiken werd een nieuwe input-stage ontwikkeld. Het is feitelijk een high-gain voltage amplification stage met een dusdanige feedback architectuur dat de stage volledig stabiel blijft. Bryston heeft een patent op deze nieuwe stage. Het model in de luisterruimte is de Cubed-versie van de bekende Bryston 4B. Een tweekanalen versterker die 500 Watt vermogen kan ontwikkelen in een 4-Ohm load en in bridge-mode de 900 Watt bij 8 Ohm aantikt. Opvallend is dat Bryston voor de bridge- mode een minimale impedantie van 8 Ohm aangeeft. Wie dat vermogen echt nodig heeft in een lagere gemiddelde belastingsweerstand, kan dan beter een 7B-set aanschaffen (900 Watt/4 Ohm/ch) in plaats van een bridged 4B combo. In stereo kan de 4B zelfs belastingen met zeer lage weerstandswaarden aansturen. Bij 1Ohm zal het ontwikkelde vermogen dan ergens bij de 2 kiloWatt per kanaal uitkomen. Voor de consument is het te leveren vermogen door de versterker meestal van weinig belang, hoewel er nog steeds consumenten bestaan die hun twee keer 40 Watt exemplaar om gaan ruilen voor een twee keer vijftig.
Dezelfde uitwassen van vreemd gedrag vindt u bij consumenten met luidsprekers waar een 60 Watt sticker op prijkt. Dan moet de versterker ook 60 Watt zijn… Wel, in de luisterruimte draaien soms versterkers die 1200 Watt kunnen leveren. Die worden zonder problemen gebruikt voor mini monitors met een opgegeven belastbaarheid van 25 Watt. U merkt zelf wanneer u te ver gaat. Als er vervorming hoorbaar is, dan draait u simpelweg de volumeregeling iets terug. Die tip is al zo oud als de hifi-koopgidsen uit de zeventiger en tachtiger jaren. Na aanpassing van het volume is het geluid nog snoeihard, vervormingsvrij en blijven de weergevers heel. Als het frontpaneel van de vloerstaander drie rokende gaten toont, dan bent u aan de late kant. Audio wordt pas gevaarlijk als u luidsprekers heeft met een belastbaarheid van 1000 Watt, aangestuurd door een versterker van 15 Watt, maar daar is natuurlijk nog een stukje nuance aanwezig, afhankelijk van het rendement van de betreffende luidsprekers. Bij een hoog rendement kun je namelijk met 2 Watt ontwikkeld vermogen een geluidsdruk realiseren van 130 dB, zonder dat de versterker dan in de vervorming gaat. Op uw oren na blijft alles dan gewoon heel. De weergever met 1000 Watt belastbaarheid samen met een versterker van 15 Watt gaat snel kapot als u iets te hard draait. Maar dit gegoochel met getallen zegt vrijwel niets over de geluidsmatige match tussen de luidsprekers en de versterker. Of het past is afhankelijk van de load-impedance en andere factoren. U kunt de beste versterker combineren met de beste luidsprekers. Als het elektrisch niet klopt kan het bizar slecht presteren. De Bryston 4B is natuurlijk uitermate geschikt om zogenaamde ‘moeilijke’ luidsprekers aan te sturen en luidsprekers met een wat lager rendement. Moeilijk betekent dat de impedantiecurve dan neerwaartse pieken kent richting 1Ohm. Een Bryston brandt in dat geval niet uit, maar speelt gewoon verder. Een laag rendement betekent dat er méér vermogen nodig is om een bepaalde geluidsdruk te krijgen. Met een Bryston komt u hier nooit tekort. De Bryston 4B-Cubed vormt een niet te lastig uitgangspunt om een passende luidspreker bij te vinden. Je kunt er nagenoeg elke luidspreker mee aansturen. De 4B heeft naast rca’s ook xlr-ingangen, selectable gain en een AC/DC trigger voor gebruik in theaters en andere geautomatiseerde toepassingen.
BP-26 pre amp
Deze pre amp is een no nonsense apparaat met een separate voedingsunit die gelijke afmetingen kent. De MPS-2 voeding is ook geschikt om enkele andere Bryston apparaten van power te voorzien. Standaard komt de BP-26 als line-versterker, maar is uit te breiden met een phono-board en een converter. De voorversterker heeft, naast rca, een tweetal xlr-ingangen en een xlr-uitgang voor aansluiting op de eindversterker(s) of actieve monitoren. Er is optioneel een afstandsbediening verkrijgbaar.
BDP-2 Digital Player
De BDP-2 is feitelijk bedoeld als digitale player en niet in eerste instantie als streamer. Desondanks kan er met deze player ge-streamed worden. Tidal is installeerbaar en tegen de tijd dat deze review gepubliceerd wordt is Roon beschikbaar. Daarmee heeft de consument meteen de beschikking over de fraaie Roon-interface. Ook kan er een vorm van Airplay-achtige app worden gebruikt, waardoor data-transfer vanaf portable devices mogelijk wordt. Of een apparaat gebruikt kan worden als streamer is feitelijk een licentiekwestie. Wil de fabrikant betalen voor alle licenties van de betreffende streaming-diensten? Bryston voert daarin een enigszins terughoudende koers. Dat is ook begrijpelijk vanuit de optiek waarmee deze server is ontwikkeld. Bryston gaat voor digitale topkwaliteit. Dat betekent dat er via een extern loopwerk (Bryston BOT-1) schijven afgespeeld of geript kunnen worden. In het laatste geval worden die ge-saved op de optioneel beschikbare interne harddrive of allerlei memory-devices voor externe storage. Denk aan flashdrives, USB-sticks, USB-drives, eSATA drives en NAS-storage. De BDP-2 kan daarna weer afspelen van deze drives.
In alle gevallen is de focus dat deze Bryston bedoeld is om opgeslagen digitale bestanden af te spelen. Tussen het afspelen van opgeslagen bestanden en het streamen van bestanden zitten subtiele verschillen. Het volgende verhaal is kort door de bocht, want in werkelijkheid gaat het om complexe materie. Met streamen wordt bedoeld dat de data over een netwerk wordt gestuurd. Streamen is in principe bedoeld als een real-time proces, maar dat staat in de praktijk onder druk. Data die gestuurd wordt over netwerken gaat in de vorm van packets (terminologie op de network-layer) en er is bij transfer sprake van flow-control, buffering in end-point devices en een re-try ingeval van errors. Die functies worden uitgevoerd door de protocollen uit TCP/IP en buiten de deur liggende layers uit OSI. Wat een real-time proces zou moeten zijn is dat dus allesbehalve, met als resultaat jitter en een hoorbare invloed op het geluid. WiFi in uw thuisnetwerk heeft ook een kwaliteitsverminderende invloed op het geluid vanwege interferentie. Allemaal redenen waarom consumenten de geluidskwaliteit van streaming vaak als minder ervaren dan het afspelen vanaf een cd-speler, server of computer. Voorzover streaming via een computer loopt, speelt de clock van de computer geen rol, maar wél de clock in het ontvangende device. Alleen houdt de kwaliteit hiervan in veel voor de consumentenmarkt gebouwde streamers niet over. Daar zitten allemaal dezelfde standaard Chinese clock-printjes in. Data-transfer over USB en vanaf interne harde schijven is ook niet helemaal real-time, maar de geluidskwaliteit is doorgaans beter. Ook de USB-interface is enigszins gevoelig voor jitter, maar dat geldt vooral voor veel interfaces op mid-fi apparatuur, waar iedereen weer hetzelfde printje uit China gebruikt.Â