COLUMNSony

My First Sony: requiem voor de MiniDisc

Menno Bonnema | 16 maart 2013 | Sony | Importeur: Sony Nederland

Sony stopt na 23 jaar de productie van de door haar uitgevonden minidiskspelers. Hoewel het systeem in thuisland Japan redelijk succesvol was, is de minidiskspeler wereldwijd nooit echt groot geworden. Ooit bedoeld om de gewone compact cassette te vervangen, werd de minidisk vooral populair in de professionele opnamestudio’s. Een ode aan de minidisc.

Vorige week las ik het in mijn krant. Ergens op pagina zeven, in een klein, onopvallend bericht. ‘Sony stopt definitief met MiniDisc’.  De plaats in de krant en de omvang van het bericht verraden het belang van het bericht: verwaarloosbaar. Het ‘overlijden’ van de minidisc-speler, althans de productie daarvan - de laatste rolt in maart van de band, is als het heengaan van een ooit bekende Nederlander of Vlaming. Je hoort of leest de mededeling en het eerste wat je denkt is: ik dacht dat-ie allang dood was. Toen ik het ‘nieuws’ hier bij mij in huis voorlas, was dat precies de reactie van mijn vrouw. “Ik wist niet eens dat dat nog bestond”. Ach, de minidisc-speler is niet meer. Ook dit audioapparaat kan bijgezet worden in het virtuele museum voor niet meer (nieuw) verkrijgbare hifi-apparaten. De logische vraag dan: welke plaats in dat museum verdient het ooit door Sony uitgevonden apparaat? Komt het op de afdeling ‘grappige audio-rariteiten’ of is toch een eervolle, prominentere plek op zijn plaats? Als ik het mocht zeggen…

Ik dacht dat-ie allang dood was...

Mijn eerste Sony was, je raadt het al, een minidisc-speler van de Japanse multinational. Ik heb het nog eens opgezocht. In de map “Aankopen”, helemaal achteraan, vond ik de bon. Dat wil zeggen dat het één van de oudste aankopen in dit huis is, dat bovendien nog altijd functioneert. Het reçu vertelt me dat de aankoop gedaan is op 6 februari 1997 (tjonge, alweer zestien jaar geleden), bij Radio Correct op de Bergweg in Rotterdam. Voor 599 gulden mocht ik de Sony MZR-3 inclusief een demo-disc mee naar huis nemen - in mijn rugzak, want de MZR-3 betrof een kleine, portable minidisc-speler én recorder. Apetrots en vol verwachting ging ik met deze voor mij nieuwe audio-techniek aan de slag. Het was natuurlijk nog de tijd van de cd, zowel met als zonder muziek. Naast heel veel mét muziek gevulde cd’s gingen er toen ook al veel ‘blanco’ cd’s over de toonbank, bedoeld om zelf muziek op te branden. Ik heb ook nog zo’n apparaat in huis gehad: een cd-speler en recorder in één. Maar het branden van cd’s middels dit apparaat ging vaak mis. Het ging ook niet snel -want ‘real-time’- en eenmaal gebrand was vaak voor altijd gebrand. Niets kon meer gewist worden. Daar had je weer re-writable discs voor nodig en die liepen nog vaker vast.

Nee, dan de Minidisc-spelers van Sony. Mijn MZR-3 deed alles wat ik met muziek wilde doen. Eigenlijk was de minidisc de ‘best of both worlds’ voor mij: dé combi van cassette-tijdperk en cd-imperium in één. Je kon verzamel-discs maken zoals je dat vroeger met cassettebandjes deed, en dat met de uitstekende kwaliteit van hetgeen we inmiddels van de cd gewend waren. Daar kwam voor mij nog iets extra moois bij: de MZR-3 stelde mij in staat om ‘stiekem’ opnames te maken van de vele live-concerten die ik toen bezocht. Dat waren nog  eens spannende tijden. Opnemen tijdens concerten was toen nog echt illegaal en vooral: er werd behoorlijk gecontroleerd bij de bezoekers op betreffende aanwezige apparatuur. Ik ben de uitsmijter bij muziekcentrum Het Paard Den Haag nog dankbaar dat, hoewel hij mij op heterdaad betrapte, hij me toch onbestraft naar binnen liet gaan, in plaats van onherroepelijk mijn opnameapparaat in beslag te nemen.

Naast live-opnames gebruikte ik mijn Sony ook vaak voor radio-opnames. Menig via de radio uitgezonden live-concert, denk aan het toen erg populaire Leidsekade Live van de onvolprezen Marc Stakenburg, belandde zo op mijn minidiscs. De MZR-3 smaakte naar meer. In 1999 kocht ik, inmiddels in het Belgische Mechelen wonend, mijn tweede Sony: de MDS JB920. Voor een dikke zestienduizend Belgisch frank, op de factuur al omgerekend in 401 euro, bezat ik nu een ‘vaste’ Sony minidisc-speler en recorder. Die vond zijn plaats in de rest van mijn hifi-installatie. In die tijd leek de minidisc het nog helemaal te gaan maken. Ik werkte destijds bij de cd-winkelketen van Philips, Superclub genoemd. Naast cd’s werden daar ook voorbespeelde minidiscs verkocht. Die gingen toen nog niet veelvuldig over de toonbank , maar dat ging vast nog komen. Intussen was bij mij de ‘hifiketen’ met minidisc rondl overal vond het kleine schijfje zijn weg. Zelfs in de auto. Normaal kies je een lease-auto natuurlijk op basis van mooie vorm, motorische kwaliteiten, zuinigheid of desnoods kleur. Bij ons gaf de minidisc aan boord van de Audi de doorslag. Met terugwerkende kracht durf ik hier nu wel te bekennen aan vrienden en kennissen: sorry voor de inderdaad foeilelijke kleur , maar de autoradio was niet te versmaden. Wat een geluid kwam er uit dat soundsysteem met vier keer 45 Watt! Voeg daarbij de onwaarschijnlijke goede akoestische afwerking van onze leasebak en je kunt je voorstellen in welk paradijselijke audio-walhalla wij ons op de weg bevonden. En ook altijd even langer in de wagen blijven hangen dan strikt noodzakelijk was, na bereiken van de bestemming. Het was allemaal de ‘schuld’ van de Sony.  


EDITORS' CHOICE