Vivid B1 luidsprekers


René van Es | 28 september 2006 | Fotografie René van Es | Vivid Audio

Het verlaten van traditionele vormen voor luidsprekers is altijd een heikel punt. Het schept voor de fabrikant nieuwe mogelijkheden om een behuizing te maken die veel beter in staat is tot hoogwaardige weergave. Zet aan de andere kant potentiele kopers buiten spel die de vorm te extreem vinden en niet kunnen wennen aan het uiterlijk.



De reacties die ik ontving op het uiterlijk van de Vivid Audio B1 luidsprekers liepen uiteen van “wow!” tot “afschuwelijk”. De reacties op de geluidsweergave waren alleen maar van een hoog “wow!” gehalte. Een echte audiofiel als ik let alleen op de weergave in het geval van recensies, al moet ik zeggen dat de vorm en het uiterlijk in mijn omgeving binnen een paar dagen niet alleen werden geaccepteerd maar zelfs hogelijk gewaardeerd.


Vivid Audio B1

Vivid Audio is een bedrijf met als ontwerper Laurence Dickie (zie video-interview met Laurence Dickie op HiFi.nl ) en werd opgericht in Durban Zuid-Afrika door drie professionals uit de audio industrie. Laurence werkt als vierde persoon als een katalystor binnen de onderneming en tekent voor een groot deel van de ontwerpen van Vivid Audio luidsprekers. Zijn sporen had hij al eerder verdiend bij B&W, waar hij dé man was achter het oorspronkelijke Nautilus ontwerp. Met die kennis in zijn bagage, zijn ervaringen opgedaan na de B&W periode binnen professionele audio en met een financieel krachtig bedrijf achter zich, maakte Laurence het bedrijf Vivid Audio tot een speler van formaat.

Een onderneming waarin met ca. 30 werknemers vrijwel alles in huis wordt ontworpen, gemaakt en geassembleerd. Units worden niet ingekocht maar zelf ontwikkeld en gemaakt. De kasten worden door Vivid zelf gegoten. De filters uiteraard geassembleerd. Kortom, niets wordt aan het toeval of aan toeleveranciers overgelaten, waardoor Vivid Audio in staat is luidsprekers te leveren zoals die hen voor ogen stonden. High end in optima forma. Met daarin verwerkt zeer oorspronkelijke ideeen. De B1 is een vloerstaande luidspreker. De behuizing voor de luidsprekers units vormt één geheel met de poten en de voet waar hij op rust. De vorm is het beste te omschrijven als een lang gerekte ovaal met een smalle baffle. De kast is veel dieper dan breed. De poten zijn ten opzichte van de behuizing aan de dunne kant, de voet daarentegen is groot om voldoende stabiliteit te garanderen. De Vivid B1 van voren bezien heeft een bescheiden afmeting, van opzij is hij fors aan de maat. Het uiterlijk doet mij sterk denken aan een buitenaardse vorm van leven, nog eens versterkt door de vorm van de basreflex poort. Het uiterlijk versmelt snel met de rest van het interieur, toegegeven, dat is geen klassiek interieur. De kast is gegoten uit koolstofvezel versterkt polyester compound. Door de vorm zijn staande golven in de kast onmogelijk.

Nu maken we eerst even een zijsprong naar de natuurkunde om uit te leggen hoe briljant de gedachten van Laurence Dickie zijn. Het is een natuurwet dat elke actie een reactie opwekt. Als er een stroom vloeit door een luidsprekerspoel (actie) ontstaat er beweging in de spoel en de magneet. De magneetbeweging (reactie) wordt deels via het frame overgedragen aan de kast en zo kan kleuring ontstaan. Dat effect kan voorkomen worden door de unit te ontkoppelen van de kast. Helaas is het zo dat ontkoppeling alleen werkt als de resonantiefrequentie van de ontkoppeling ver onder de laagste weer te geven frequentie van het systeem ligt. Haast onmogelijk, je zou de unit met de hand vast moeten houden.

De oplossing die Laurence heeft bedacht is het koppelen van twee magneten (van de luidsprekerunits), die een tegengestelde kant op wijzen en ze beide te voorzien van dezelfde hoeveelheid energie. De energie in de magneten wordt hierdoor volkomen opgeheven en niet langer doorgegeven aan de behuizing. Dat is noodzakelijk tot ongeveer 100 Hz. Daarboven is het ontkoppelen van de unit met rubber afdoende. Het monteren van de bas units en ontkoppelen boven de 100 Hz heeft Laurence opgelost door achter de flens van de units een rubber O-ring te plaatsen. In de kast trekt hij de twee units naar elkaar toe door stangen aan de magneten te bevestigen en de stangen aan elkaar te verbinden met spanners. Door de O-ring is de mechanische koppeling ten opzichte van de kast nihil, terwijl de units ten opzichte van elkaar onwrikbaar vastzitten.

Verliezen zijn nauwelijks aan de orde. De middentoner en tweeter zijn eveneens op deze wijze gemonteerd. Met dien verstande dat die units alleen aan de voorzijde te vinden zijn. Achter elke unit zit een taps toelopende buis (kennen we van de Nautilus, nietwaar?) die eindigt in een schroefdraad. Een forse schroef, de unit en een paar O-ringen zetten het geheel net zo stevig in de voor en achterkant als de basunits. Wie zijn oor tegen de kast houdt hoort vrijwel niets en trillen doet de kast al helemaal niet.

De spelers

De voet staat op spikes. Dat is een puur commerciële overweging. Immers een spike voert energie af van een trillende kast. Als die energie er niet is hoef je ook niets af te voeren. Dus wilt u geen spikes onder de voet, laat ze met een gerust hart weg en gebruik de meegeleverde kunststof doppen. De voet is ook de plaats waar de bi-wire WBT terminals zitten. Van daaruit voert Van den Hul bekabeling naar de gescheiden filters die zich links en rechts van de reflexpoorten bevinden (je kijkt zo door de kast heen via de poorten). Elektrisch zijn de units gescheiden door 4e orde filters. De scheidingsfrequenties liggen op 100 Hz, 900 Hz en 4 kHz. De basunit aan de achterzijde werkt daardoor alleen mee in de laagste regionen. Een zogenoemd 3,5-weg systeem. Dat de middentoon luidspreker zo hoog doorloopt is fijn, het gaat om het belangrijkste gebied van de weergave en daar wil je liever niet in filteren.

De tweeter is bekend als de D26. De conus is gevormd uit aluminium. De spreekspoel is gewikkeld met aluminium draad. Het magneetsysteem bestaat uit neodymium, ijzer en boron en heeft een flux in de luchtspleet van 2,4 Tesla. Wat onvoorstelbaar hoog is voor een passieve magneet. Achter de tweeter de genoemde taps toelopende buis die ongewenste reflecties dempt maar geen compressie veroorzaakt door zijn lengte en vorm. Het diagram ziet de buis, die gevuld is met dempingmateriaal, door een geopend magneetsysteem. De tweeter is verder gekoeld met een speciale ferrofluid. Het eerste breakup punt van de unit ligt rond 40 kHz. De D50 middentoon speaker is net als de D26 een catenoide (catenoide is de natuurlijke vorm die een slappe ketting/touw aanneemt tussen twee steunpunten). De opbouw is vergelijkbaar met de D26, de aluminium catenoide vorm conus, aluminium spreekspoel en de tapse buis.

De magneet is ander materiaal (rare earth). De breakup van de unit begint pas bij 20 kHz waar de energie vrijwel 0 is vanwege de steile filtering van 24 dB/octaaf vanaf 4 kHz. Aan de C125 basunits valt het meeste op dat de ribben van de korf erg dun zijn; slechts 3 mm dik. Wel zijn het er erg veel, twaalf in totaal. Die twaalf geven voldoende stijfheid maar laten de unit 90% ruimte om te “ademen”. Eveneens valt op de veelvuldig geperforeerde spreekspoeldrager die bijdraagt aan optimale warmteafvoer en licht gewicht. De magneet is fors uitgevallen en zwaar. De aluminium conus heeft een grote dome en breekt eveneens pas ver buiten het bereik waar hij wordt ingezet op. Hij hangt in een zacht rubber surround. Al met al zijn de in huize Vivid gemaakte units erg fraai om te zien en duidelijk afwijkend van “normale” speakers, Door de toegepaste techniek en/of conus vorm.

Voor de liefhebbers volgen nog enige specificaties:

Tweeter 26 mm met een conus in catenoide vorm Midrange 50 mm idem Woofer 158 mm Gevoeligheid 89 dB/1 Watt/ 1 meter Nominale impedantie 4 Ohm Frequentiebereik 39 Hz – 41 kHz binnen +/- 2 dB op de luisteras Afmetingen 1095 x 265 x 375 (kast) voet is 420 mm diep Gewicht netto 38 kilo per stuk


De spelers

Ik gebruikte voor de aansturing van de Vivid Audio B1 luidsprekers een Ayon Audio 300B buizenversterker met AA 300B-S buizen die per kanaal 18 Watt leveren. Ik realiseer mij terdege dat een B1 mogelijk liever een forse transistorversterker, die in staat is tot het leveren van honderd(en) Watt(s) en veel stroom aan 4 Ohm, aan de ingang ziet. Die versterker werd aangeboden door de importeur, maar is afgeslagen. Ik wilde de B1 beluisteren in de set die mijn referentie vormt. Omdat de 300B in staat bleek de B1 goed aan te sturen is gekozen voor het hoog oplossende vermogen van een 300B. Ik ben daar nu eenmaal zeer van gecharmeerd geraakt. Wat onmogelijk is met deze versterker is het leveren van pure kracht en de Vivid B1 liet soms horen die graag te zien. Op bepaalde momenten bleef de basweergave “zwakjes” wat duidelijk geweten moet worden aan de versterker en NIET aan de B1.

In de luisterervaring kom ik daar vanzelf op terug. Bronnen vormden mijn Lua Cantilena SEL CD-speler, een Magnum-Dynalab tuner en een Garrard 301/Pro-ject 9C/Benz Micro Glider L2 platenspeler gekoppeld aan een EAR 834P Deluxe phono versterker. Kabels zonder uitzondering Crystal Cable Ultra of Reference. Voor de stroomvoorziening is zwaar geleund op een Kemp Balanced Source Isolator met daarachter een Powersource. Netsnoeren of Kemp of Crystal Cable Power Ultra/Reference. De luidspreker kabels zijn Crystal Cable Speak Reference types met bi-wire adapters. Goed beschouwd zou elk component (met uitzondering van de kabels en de stoomvoorziening) voor de Vivid B1 op een hoger niveau mogen staan. Aan de andere kant is er veel voor te zeggen de eigen referentieset as is te gebruiken om een zo zuiver mogelijk beeld te krijgen. Waarbij de lezer en de recensent zich dienen te realiseren dat het maximaal haalbare in kracht niet wordt bereikt in deze opstelling.

Wow!

Met vereende krachten komen de Vivid Audio B1’s op hun plek te staan. De importeur mag ze zelf opstellen zoals hij denkt dat ze goed staan. Mits hij zich realiseert dat we in dezelfde kamer ook wonen. Het blijkt geen probleem. De B1 staat al snel optimaal en zeer aanvaardbaar op enige afstand van de achtermuur. Ingedraaid naar de luisterpositie. Frontaal gezien lijken de Vivid’s zelfs kleiner dan de normaal aanwezige Focal 927Be luidsprekers die tijdelijk naar ‘Studio 2’ zijn verhuisd. Als de importeur door zijn verzameling CD’s heen is en vertrekt begint voor mij de periode van genieten met de B1. Genieten bestaat voor mij uit ‘leven met de speakers’ en pas daarna een schrijfblok pakken om ervaringen te koppelen aan muziekfragmenten.

In de leefperiode speelt de radio vaak, gaan allerhande CD’s en platen voorbij, luister ik op de achtergrond en intensief. Speakers die opvallende eigenschappen vertonen komen op die manier in een goed daglicht te staan als de eigenschappen positief zijn of vallen hard door de mand (luistermoeheid) als ze onder de maat presteren. Het niet altijd intensief luisteren maar ook juist het “horen” van muziek als je praat of een boek leest geeft aan hoe leefbaar een systeem is. Ik ken hifi systemen die geweldig klinken maar waar je na twee uur luisteren hard vandaan loopt om uit te rusten. Of waarbij het onmogelijk is iets anders te doen dan te luisteren, omdat ze constant de aandacht trekken. Eureka, de Vivid B1 behoort niet tot de nare categorie maar tot de uitblinkers. Mijn notities bevatten derhalve opmerkingen als: schitterende stemmen, rotsvaste weergave, top systeem, sprankelend, levendig, 100% muziek en doordacht oorspronkelijk ontwerp. Laten we eens inzoomen met wat muziek fragmenten.

Met Juliette Gréco op vinyl is de eerste gedachte de echtheid van het geheel. Haar stem is adembenemend zuiver en goed getroffen. Het zijn de eerder niet gehoorde details die een overtreffende dimensie geven aan het totaal. Ik kan geen kwaad woord bedenken, of het moet zijn dat elk stofje en elk krasje hoorbaar is vanwege het ongekend hoog oplossende vermogen van de Vivid B1. Aanhoudend is er speelsheid, puurheid en betrokkenheid bij en in de muziek. Geen moment is de Vivid ‘slechts aanwezig in huis’.

Er zijn momenten geweest dat ik dacht dat de Vivid B1 niet zo heel diep gaat in het laag. Tot het moment dat Sara K. van het zwarte vinyl vrijkomt. Haar “Water falls” gaat tot op de bodem, zuiver en zo strak als een 300B het wil toelaten. Dit is zo’n moment dat ik een forse transistor versterker node mis. Die zou de Vivid B1 meer kracht geven en nog veel strakker trekken. Het is de stem van Sara die ingrijpt op je ziel. Die je in de muziek trekt en een harmonieus samenspel vormt met aanwezige instrumenten. Je vergeet de tijd om je heen en wordt pas ruw wakker als de plaat in de uitloopgroef raakt. Van de Chieftains heb ik een veelgedraaide CD met vrouwelijks gasten. Op de Vivid is het haast een nieuwe en onbekende CD geworden. Adembenemend van begin tot einde. Instrumenten springen de kamer in. Zang legt haarfijn foutjes in de opname bloot. Dit is zo lekker luisteren. Wat een geweldig systeem.


Doorkijkje (de basreflex-poort dus)

Na een paar CD’s meer keer ik terug naar de LP. Vaak mijn favoriete medium. Oscar Peterson, al honderden keren gedraaid, bewijst dat ik goed zit met een geproportioneerd laag dat stuwend de geplukte bas doet klinken. Of net zo aanwezig is als Ray Brown zijn bas strijkt. Ritme is super in orde, slagwerk vult aan. Peterson zelfs speelt de vonken uit de vleugel die machtig is neergezet. Nooit te helder, nimmer te soft. Een collega High End importeur die zakelijk niets met Vivid Audio van doen heeft maar het systeem goed kent omschreef het mij als: “Het maximaal haalbare gezien de kastafmeting en de fysieke beperking daarvan. Ik ken niets beters, zeker niet voor de prijs”. Ik denk dat hij goed omschrijft wat ik voel als ik een stuk van Mozart, afkomstig van een Tacet opname, draai. Levendig en zuivere schoonheid. Violen heerlijk aangezet. Hun spel is meeslepend. Een goede scheiding bestaat tussen de orkestleden, maar vervalt niet in analytisch gezwalk over de muziek heen. Het is en blijft een eenheid die de kamer vult met klanken. Hetzelfde met Claudio Arrau op piano. Het intro door een groot orkest is geen probleem voor de B1. Hoogstens voor de Ayon op dit systeem. De luidspreker smeekt om energie en wil verder dan ik kan of de buren aanvaardbaar vinden. Als de vleugel invalt en zijn solo speelt, blijft de aandacht getrokken vanaf de meest zachte en subtiele toetsaanslagen tot aan de grootste krachtexplosies. De Vivid volgt moeiteloos. Ik zit in gedachten op de 5e of 6e rij van het podium. Heel dicht bij de pianist zelf. Mocht ik kritiek kunnen verzinnen dan is het misschien de dat Vivid erg eerlijk is en geen valse romantiek of roze randje toevoegt. Hij vormt zich als een onzichtbare transducer naar de bron van de muziek zelf.

Rauw en geil kan het ook als u dat liever hebt. Een oude opname van Donna Summer laat de kamer kreunen. Het “Love to love you” zwelgt van sensuele spanning. De opname is niet bijster goed op plaat gezet en de B1 rekent daar genadeloos mee af. Toch veel speelsheid op de plaat, rake klappen komen met een vaart uit de Vivid. Met alle onvolkomenheden van de oude popdiva. Ook hier zou een zware transistor meer kunnen met popmuziek. Het blijft ondanks alles een genot Donna bezig te horen in een periode voordat zij bedacht dat het commercieel beter zou zijn minder te kreunen. Liever van aard en meer politiek correct is Diana Krall. Afhankelijk van de track: stoer, opwindend, spannend of romantisch. Elk onderdeel heeft zijn eigen charme op de Vivid. Hoe je het wendt of keert, de Vivid lust alles en iedereen rauw. Maakt luisteren tot een genot en een langdurig feest.


Natuurlijk

Natuurlijk is 13.000 euro heel veel geld voor luidsprekers. Je koopt er een aardige auto voor. Maar is dat relevant voor een weergave die ontstijgt aan de grenzen van een traditionele behuizing zoals wij luidsprekers kennen? Ik denk het niet. Duidelijk is dat Vivid Audio met de onderhavige B1 een statement neerzet waar anderen zich aan moeten meten. Voor mij was de Vivid een ontdekking die ik niet licht zal vergeten. Qua geluid, qua uiterlijk, qua presentatie. Ik vind hem ronduit geweldig. Wat ik ook draaide aan vinyl, aan cd of uit de ether trok, het boeide, verveelde nooit, irriteerde nooit. Met een tot voor kort onmogelijk gehouden aantal details die je met beide benen even op de grond zetten. Je laten beseffen dat audio groeit en groeit als je ontwerpers de kans geeft zich te bewijzen. Bedenk dat de Vivid B1 niet ieders vriend zal zijn. Daarmee doel ik niet op het uiterlijk - dat acht ik ondergeschikt aan het resultaat – nee, ik doel op de eerlijkheid van het systeem en de eigenschap alles, maar dan ook alles te laten horen van de componenten voor de luidsprekers zelf. Ongenadig is een B1 zeker. Niets verbloemend. Een groot compliment aan Laurence Dickie en compagnons is op zijn plaats voor het resultaat dat ze met de B1 halen. De luidsprekers doen de betekenis van het Engelse woord “vivid” eer aan: Levendig, helder, beeldend. Om in het Engels te besluiten: “These out of space aliens are still vivid in my mind”. Ik had het niet gek gevonden als ze per vliegende schotel waren opgehaald.


Prijs:

Vivid Audio B1 luidsprekers zijn 12.990 euro per set


Importeur:

Terrason Audio BV
Herenstraat 71A
3431 CX Nieuwegein
Telefoon 06 26776787
Fax 030 2340716
Email: info@terrason-audio.nl



 

Gebruikte Hardware: 

Analoog:

Garrard 301 motor unit (in DIY console) Transrotor puck The Funk Firm Achromat mat Pro-ject 9” carbon fiber arm Benz-Micro Glider L2 low output MC element

Digitaal:

Lua Cantilena SEL CD speler

Radio:

Magnum Dynalab MD-90 op Casema kabelnet

Versterking:

Ayon Audio 300B geïntegreerde versterker Ear 834P phono amp met JJ Electronic ECC803S buizen

Luidsprekers:

Vivid Audio B1

Stroomvoorziening:

Netsnoeren: Kemp, Crystal Cable Power Reference, Crystal Cable Power Ultra Netspanning: Kemp Elektroniks Power Source netfilter, Kemp Elektroniks Balanced Isolator Source, gescheiden audiogroep, AHP glas + Neozed zekeringen

Kabels en accessoires:

Interlinks analoog: Crystal Cable Connect Reference, Crystal Cable Connect Ultra LS-kabels: Crystal Cable Speak Reference Meubels: Spectral Straight TV915, Target VW1 wandbeugel Overig: Acoustic Analysing TVA dempers