Abbey Road Studios bezocht


Jochem Geerdink | 08 juni 2012 | Fotografie Jochem Geerdink | Bowers & Wilkins

Het zijn de bekendste opnamestudio’s ter wereld: Abbey Road Studios. Die faam is vooral te danken aan The Beatles, voor wie de studio’s in Londen haast een tweede huis was.

Vrijwel alle albums en singles in het bestaan van de band werden er opgenomen. Al was de beatgroep uit Liverpool zeker niet de eerste, en al helemaal niet de laatste, act uit de rijke muziekgeschiedenis die de beroemde studio’s betrad. Op uitnodiging van Bowers & Wilkins, dat al zo'n 25 jaar lang een innige band met Abbey Road heeft, kreeg HiFi.nl een rondleiding.

Op welk moment van de dag je er ook komt, er lopen altijd toeristen voor, op en achter ’s werelds beroemdste zebrapad nabij de ingang van de naar de straat waaraan het gevestigd is vernoemde studio’s. Abbey Road Studios, een naam die muziekliefhebbers wereldwijd magisch in de oren klinkt. Zij die een bezoek brengen aan Londen, reizen meestal ook even af naar NW8, de wijk in de Engelse hoofdstad waar de befaamde studio’s gevestigd zijn.

Toch is de mythische status van Abbey Road amper af te zien aan de voorgevel van het Georgiaans huis dat rond 1830 gebouwd werd. Voor een dusdanig grote naam in muziekland, oogt deze namelijk vrij klein. Wie niet beter weet, zou zo aan het wit geverfde pand met lichtgrijze raamkozijnen voorbij lopen. Bij Abbey Road Studios houden ze duidelijk niet van opsmuk, de naam is slechts in kleine letters boven de ingang af te lezen.

Hoe anders is dat bij de muur van het hek om het gebouw. Deze is in de loop der jaren voorzien van enkele honderden ‘tags’. Namen van bands, zangers, zangeressen of gewoon die van de bezoeker zelf. Geschreven met pen, viltstift of zelfs spuitbussen. Want verder dan het hek komen de meeste toeristen niet. Abbey Road Studios is vrijwel alleen toegankelijk voor de medewerkers van het complex, of de artiesten die er komen opnemen. Slechts sporadisch worden buitenstaanders toegelaten. En dan meestal ook niet verder dan de receptie.

Daar wordt dan ook raar opgekeken wanneer het dozijn Nederlandse en Belgische journalisten, waaronder HiFi.nl, zich meldt. Vanwege het partnership van Abbey Road Studios met luidsprekerfabrikant Bowers & Wilkins, krijgen zij vandaag een tour door het complex. Redelijk uniek, want op een korte periode in de jaren tachtig na, worden geen publieke rondleidingen gegeven in de studio. Vandaag wordt een uitzondering gemaakt en zullen tourguides Gareth en Jim ons meevoeren langs tachtig jaar muziekgeschiedenis.

Rondleiding

Dat de receptionist niet gewend is aan rondleidingen, blijkt wel wanneer één van de journalisten een foto maakt. De man schiet direct in de strenge modus. “Geen foto’s, daar doet EMI nogal jumpy over”, zegt hij. Al sinds de jaren dertig van de vorige eeuw is het Britse platenlabel eigenaar van het pand. Het was destijds Gramophone Company, een voorloper van EMI, dat het huis kocht en ombouwde tot opnamestudio’s. In 1931 werd het geopend met een opname van het door Sir Edward Elgar gedirigeerde London Symphonic Orchestra.

Die opname vond plaats in Studio One, waar onze rondtocht begint. Wie op straat voor Abbey Road Studios staat, kan niet vermoeden dat het pand een studio ter grootte van een flinke sporthal bevat. De ruimte biedt plaats aan een orkest tot zo’n honderd personen. Naast de ontelbare klassieke opnames, diende Studio One sinds begin jaren tachtig ook als locatie waar tientallen film- en game soundtracks het licht zagen. Zo dirigeerde John Williams hier zijn orkest bijvoorbeeld richting de muziek voor vijf van de zesStar Wars-films en werd, meer recent, de soundtrack voor Prometheus er opgenomen.

Prometheus

Onze gidsen hebben een rijke historie binnen Abbey Road Studios en zijn daardoor een vat vol anekdotes. Zo vertellen zij over de opnames van de muziek voor Harry Potter And The Deathly Hallows: Part 2. “Nadat de regisseur vlak voor de deadline van de film besloot zijn montage aan te passen, moest ook de muziek veranderd worden. Een orkest werd opgetrommeld en de muziek opgenomen. Vervolgens moest deze nog gemixed en gemastered worden. Slechts enkele uren voordat de film gedistribueerd moest worden, was alles af.”

Terwijl Gareth en Jim hun verhaal doen vanuit de controleruimte, wordt Studio One ingericht voor de opname van muziek voor een game. Film- en gamemuziek wordt namelijk steeds meer de core business van Abbey Road Studios, dat twee jaar geleden zelfs enige tijd door EMI in de etalage werd gezet. Door de veranderende, steeds kleiner wordende markt, maar vooral verbeterde technieken, kiezen artiesten en bandjes er steeds vaker voor thuis een studio in te richten. “Kun je thuis een album opnemen? Ja hoor, geen probleem”, zeggen onze gidsen. “Klinkt het dan hetzelfde als in Abbey Road? Nee”, voegen ze er snel aan toe.

Niet alleen beschikt Abbey Road Studios volgens de twee over een unieke akoestiek, ook biedt het een grote verscheidenheid aan apparatuur. Soms vele tientallen jaren oud. “Maar wel met een erg specifiek geluid.” Als voorbeeld nemen Gareth en Jim de in Studio Two opgestelde Neumann M50 microfoons. “Deze zijn nog steeds erg populair bij onze opnameleiders. Ze gaan zelfs zo ver, dat ze op de lijst met benodigdheden specifieke serienummers noteren. Want iedere M50 heeft zo zijn eigen weergave”, zegt Jim.

Niet alleen de engineers, ook de artiesten zijn natuurlijk eigengereide figuren. Al komen ze wel met een duidelijk doel naar Abbey Road. “Om een mooie opname te maken”, zegt Gareth. Voor sterallures is geen plaats in de befaamde studio’s. “Imago blijft achter bij de voordeur”, lacht de gids. “Artiesten komen hier niet om hun ego te laten masseren, maar om een plaat te maken. Daarvoor betalen zij ons.” Ter illustratie: de kale huur van Studio Two bedraagt 1800 pond (ruim 2200 euro) per dag.

Wie door de gangen van het imposante complex loopt, ziet een verscheidenheid aan apparatuur en instrumentarium. Ouderwetse opnameapparatuur, versterkers, luidsprekers of zelfs complete mengpanelen uit vervlogen tijden. “Het mengpaneel daar in de hoek werd in de jaren ‘60 door technici van EMI gebouwd”, vertelt Gareth in de controleruimte van Studio Three. “Wanneer mensen op zoek zijn naar een echte vintage sound, sluiten we deze aan. Want het werkt allemaal nog steeds.”

De geest van John Lennon

In welke ruimte van Abbey Road Studios je ook komt, overal staan luidsprekers van Bowers & Wilkins. Een partnership die zijn oorsprong eind jaren tachtig vond. Toen besloot de studio de B&W Matrix 801 als referentiemonitor te gaan gebruiken. Bijna 25 jaar later zijn het vooral de kenmerkende vormen van de 800 Series Diamond die we terugzien in de verschillende studio’s. Diverse andere luidsprekers van Bowers & Wilkins staan opgesteld of paraat, hangen aan het plafond of – in het geval van de onlangs gerenoveerde controleruimte van Studio Two – zijn weggewerkt in het plafond.

Maar is het nou de kwaliteit van Bowers & Wilkins, of de langdurige relatie met het merk dat ervoor zorgt dat de twee na al die jaren nog steeds samenwerken, vraagt HiFi.nl aan Gareth. “Het is een combinatie van die twee”, begint onze gids. “We hebben in de afgelopen 25 jaar wel andere merken geprobeerd, maar steeds weer komen we terug bij B&W. Sterker, sommige van onze engineers werden een beetje bang bij de introductie van de 800 Series Diamond. Alles is te horen, je kunt je niet verstoppen.”

Dat wordt duidelijk tijdens een korte demonstratie van audio restoration engineer Simon Gibson. Al ruim twintig jaar is hij verbonden aan Abbey Road Studios, waar hij oude opnames uit het rijke verleden van de studio oppoetst, digitaliseert, van mono naar stereo transformeert of zelfs voorziet van surround sound. Trots vertelt de Brit over zijn betrokkenheid bij de Grammy Award winnende remastering van de albums van The Beatles. Een project waar Gibson en zijn team vier jaar aan werkten. Ter illustratie laat hij de oude en nieuwe opname horen; het verschil is evident.

Het is niet toevallig dat The Beatles voorbij komt in de presentatie van Gibson. Ruim dertig jaar na zijn dood waart de geest van John Lennon overduidelijk nog rond in Abbey Road Studios. Een complex dat tot 1970 ‘gewoon’ door het leven ging als EMI Studios, maar na het succes van het Beatles-album Abbey Road zijn huidige naam kreeg. Dat de studio’s schatplichtig zijn aan het kwartet Liverpudlians, is duidelijk te zien in Abbey Road Studios. Aan de muren in gangen, waar in tegenstelling tot in de studio’s niet gefotografeerd mag worden, hangen dan ook veel foto’s, posters of zelfs gouden platen van Lennon, Paul McCartney, George Harrison en Ringo Starr.

Ook tijdens de tour komt The Beatles regelmatig ter sprake. Bijvoorbeeld tijdens het slotstuk van onze bijna twee uur durende rondleiding in de Penthouse Studio. Verreweg de meest moderne studio van het complex, want als enige voorzien van een digitale mengtafel. Het wordt voornamelijk gebruik voor mixen en masteren van digitale (surround) opnames, al kan ook worden opgenomen in een kleine isoleercel. De studio is voorzien van liefst vijf B&W Nautilus 800D speakers. En om te laten horen hoe dat dan klinkt, spelen Gareth en Jim de videoclip van Imagine af. Juist, van John Lennon.

Vol enthousiasme vertelden de twee tijdens de tour over hun werk, al maken zij zich tegelijkertijd zorgen over de toekomst. “Hoe de toekomst er uitziet? Geen idee. Een paar jaar geleden was de situatie onzeker en leek de studio zelfs verkocht te worden. Momenteel ziet het er allemaal veel rooskleuriger uit, maar dat kan volgend jaar zomaar ineens anders zijn. Daar houden wij ons echter niet zoveel mee bezig. Wij blijven gewoon doen wat we al die jaren hebben gedaan: zo goed mogelijke opnames maken”, besluiten onze tourguides.

Lees ook ons eerdere verhaal over Bowers & Wilkins en Society of Sound