Review Archidio Little/One: klein kastje met de laagweergave van een vloerstaander


Sinan Kökbugur | 13 april 2019 | Fotografie Fabrikant

SAMENVATTING

De kennismaking met de Little/One en met de techniek van Motional Feedback was aangenaam. De Little/One is little maar hij klinkt niet little. MFB is een bijzondere techniek die ten onrechte in de vergetelheid dreigt te raken. Dankzij de toepassing van MFB klinkt de Little/One als een vloerstaande luidspreker maar dan voor een prijs en een formaat dat eventuele drempels tot aanschaf en plaatsing weg zal nemen.

PLUSPUNTEN

  • Laagweergave vergelijkbaar met een vloerstaande luidspreker
  • Kleine en lichte kast
  • Makkelijk plaatsbaar
  • Plezierige klank met een licht vleugje warmte

MINPUNTEN

  • Geen XLR-aansluiting

Simpele natuurwetten stellen dat er een zeker verband is tussen de grootte van een luidspreker en de kwaliteit en hoeveelheid lage tonen die de luidspreker kan weergeven. Een vloerstaande luidspreker is dus vrijwel altijd beter in staat om lage tonen weer te geven dan een boekenplankmodel. Het Nederlandse Philips heeft in de jaren zeventig van de vorige eeuw onder de naam “Motional Feedback” een techniek ontwikkeld die kleine luidsprekers in staat stelt om een laagweergave te produceren vergelijkbaar met een vloerstaander. Het eveneens Nederlandse Archidio heeft deze techniek nieuw leven ingeblazen met het uitbrengen van de Little/One, een kleine actieve monitorluidspreker. Wat is Motional Feedback en hoe klinkt de Little/One?

Archidio Little/One: ontwikkeld en gebouwd in Amsterdam

De Little/One is een actieve tweeweg gesloten monitorluidspreker die door het in Amsterdam gevestigde Archidio is ontwikkeld en in eigen beheer wordt gebouwd. Drijvende krachten achter Archidio zijn Chris Camphuisen en Chris Dorricott-De Graef. De Little/One is het eerste product van Archidio.

De luidsprekermarkt is in alle prijssegmenten een volle markt en luidsprekerbouwers moeten moeite doen om de aandacht van de consument te trekken. Door toepassing van onderscheidende techniek kan de aandacht van de consument worden getrokken, maar die onderscheidende techniek moet dan wel leiden tot een betere weergave. Motional Feedback (hierna ook “MFB” te noemen) is een aparte en unieke techniek die, mits op de juiste wijze toegepast, er voor zorgt dat een kleine luidspreker veel meer en beter lage tonen kan produceren dan zonder het gebruik van MFB.

Archidio’s Little/One onderscheidt zich van alle andere kleine tweeweg actieve luidsprekers door de toepassing van MFB. Het doel van de makers was de bouw van een kleine luidspreker met de laagweergave van een vloerstaander. Om praktische redenen kiezen luisteraars vaak niet voor vloerstaanders en nemen dan genoegen met een minder goede weergave van lage tonen. De Little/One richt zich op luisteraars die toch een goede laagweergave willen hebben maar geen vloerstaanders kunnen plaatsen. De productlijn waar de luidspreker lid van is, heeft de naam Wife Acceptance Factor Series. Dit gaan wij verder niet toelichten.

Kleine luidsprekers zijn niet alleen makkelijker te plaatsen. Ze zijn ook gemiddeld genomen makkelijker te bouwen en om die reden minder kostbaar dan een vloerstaander. De bouwers stellen nadrukkelijk met de lancering van de Little/One dat goed geluid geen vermogen hoeft te kosten. Een paartje Little/One’s wisselt voor 995 euro van eigenaar. Mede om de prijs laag te houden, heeft Archidio geen dealernetwerk. De verkoop gaat via de website van Archidio.

Archidio Little/One: afmetingen en technische kenmerken

De Little/One is een actief tweeweg systeem met een klasse D-versterker aan boord. Muzieksignaal komt uitsluitend binnen via een cinch-ingang. Een XLR-ingang is niet aanwezig. XLR klinkt niet persé beter dan cinch maar XLR is minder gevoelig voor verstoringen bij het gebruik van lange kabels. Gezien de prijs en de doelgroep is het overigens niet vreemd dat een XLR-ingang is weggelaten. Als de cinch-kabels niet al te lang zijn, is de kans op verstoringen klein. De luidspreker heeft een autosense-functie en schakelt vanzelf aan als er muzieksignaal wordt aangeboden. Na enige tijd stilte schakelt hij weer uit.

De afmetingen van de Little/One zijn 17 x 17 x 24 centimeter en het gewicht is 3,5 kilogram. Het is dus een bescheiden kastje. Omdat het kastje is gesloten (geen basreflex poort), is plaatsing relatief makkelijk, eventueel dichtbij een muur, maar de Little/One’s kunnen ook op een bureau geplaatst worden, bijvoorbeeld aan weerszijden van een computerscherm.

Omdat de Litte/One ook is voorzien van een cinch-uitgang, kunnen de Little/One’s eventueel gestapeld worden. Een gebruiker zou dus twee of meer Little/One’s per kanaal kunnen inzetten, bijvoorbeeld als de luisterruimte heel groot zou zijn.

De woofer en tweeter van de Little/One hebben ieder hun eigen versterker. De overname geschiedt middels een vierde orde 24 dB/octaaf op 1.500 Hz en heeft een Linkwits Riley afstemming. Het -3 dB frequentiebereik begint bij 30 Hz en loopt door tot 15 kHz. Zonder gebruik van MFB zou het frequentiebereik volgens Archidio bij 80 Hz beginnen en MFB geeft dus een relatief groot verschil.

De exemplaren die voor de recensie zijn gebruikt zijn prototypes. De kasten van de recensie-exemplaren zijn gefineerd en om die reden duurder dan de gelakte versie. Archidio heeft inmiddels besloten om zich te concentreren op een zwarte uitvoering, afgewerkt met warnex (warnex is een milieuvriendelijke watergedragen lak die gebruikt kan worden voor het afwerken van luidsprekers en andere materialen die van een roadproof coating voorzien moeten worden). Andere uitvoeringen zijn mogelijk in overleg en tegen een meerprijs.

Er zijn maar weinig luidsprekers op de markt die de techniek van Motional Feedback gebruiken. Voordat we gaan luisteren naar de Little/One’s, willen we daarom de Motional Feedback techniek bespreken.

Wat is Motional Feedback?

Zoals hiervoor al opgemerkt, de techniek die bekend staat onder de naam Motional Feedback is geen uitvinding van Archidio. De techniek dateert oorspronkelijk uit de jaren 50-60 van de vorige eeuw en is door het Nederlandse Philips in de jaren zeventig doorontwikkeld tot een productierijp concept. De techniek heeft tot doel de vervorming van de weergave van lage tonen te minimaliseren en stelt daardoor kleine luidsprekers in staat een laagweergave te produceren vergelijkbaar met een die van veel grotere vloerstaanders. De techniek werkt volledig analoog, zowel in de originele luidsprekers van Philips als in de Little/One’s van Archidio.

Archidio Little/One: Motional Feedback, the closest approach to the original bass

Deze van Peter Walker van het Britse Quad geleende en voor het onderwerp lichtelijk getweakte slogan - het origineel luidde the closest approach to the original sound - werd gebruikt om aan te geven waar het hem om ging: het maken van producten met een zo natuurgetrouwe mogelijke geluidsreproductie. De moderne hifimarkt is dat voor een belangrijk deel ook goed gelukt. De door versterkers, DA-converters en cd-spelers geproduceerde vervormingen zitten bijna zonder uitzondering onder de 0,1%. Er blijft echter één onderdeel van de hifiketen waar het onderdrukken van vervorming een lastige zaak blijft en dat zijn de luidsprekers. Hier komt Motional Feedback om de hoek kijken. Archidio geeft de volgende toelichting op de vraag “wat is Motional Feedback?”

Voor een natuurgetrouwe geluidsreproductie dient het door de luidspreker geproduceerde geluid zo gelijkvormig mogelijk te zijn aan de door de versterker in de vorm van elektrische energie aangeboden muziek. Bij hoge tonen en middentonen zijn inmiddels zeer goede resultaten haalbaar omdat de hoeveelheid om te zetten energie beperkt is, dit in tegenstelling tot de lage tonen waar de hoeveelheid energie dusdanig is dat de kans op afwijkingen in de omzetting vele malen groter is. Vergelijk het met de wegligging van een auto ten opzichte van die van een motorfiets: een motor is wendbaarder en accelereert sneller dan de zwaardere auto ; bij een noodstop staat de motor eerder stil terwijl de auto nog wil doorrijden. Bij het nemen van scherp bochtenwerk is het makkelijker om met een motor de macht over het stuur te behouden.

Om de weergave van lage tonen door een luidspreker te optimaliseren is er in eerste instantie uitgeweken naar grote kasten zodat de woofer alle ruimte kreeg om het aangeboden signaal vrij en zonder tegenwerkingen te kunnen volgen. Ook is er gezocht naar manieren om tot hogere rendementen en kleinere maten te komen met vernuftige vindingen zoals afgestemde poorten of taps toelopende tunnel constructies. Sommige fabrikanten hebben de behuizing van bepaalde modellen zelfs in het geheel weg gelaten. Wat al deze maatregelen gemeen hebben is dat ze niets doen aan de oorzaak van het probleem: het gebrek aan controle van de versterker over de beweging van de woofer. Al deze maatregelen bestrijden tot op zeker hoogte de gevolgen van het probleem, maar laten de oorzaak dus voor wat het is.

Om de controle terug te krijgen gebruikt MFB een mechanisme wat binnen de elektrotechniek bekend staat als “terugkoppeling”, een techniek die, als zich in een systeem een afwijking voordoet, automatisch een correctie in een tegengestelde richting aanbrengt om verdere afwijkingen van de gewenste richting tegen te gaan.

Bij MFB wordt een speciaal soort microfoon gebruikt, een zogenaamde versnellingsopnemer of accelerometer die in het hart van de woofer is geplaatst, om te controleren of het door de woofer geproduceerde geluid gelijkvormig is aan het ingangssignaal van de versterker. Mocht dit niet het geval zijn dan wordt deze alsnog gedwongen het aangeboden signaal te volgen waardoor invloeden van buitenaf geminimaliseerd worden. In tegenstelling tot DSP werkt MFB in het analoge domein en werkt door het ontbreken van AD/DA-conversie zonder vertragingen. Iedere golfbeweging wordt met de snelheid van het licht gecontroleerd en waar nodig gecorrigeerd. Het resultaat is een zeer natuurgetrouwe weergave van lage tonen, aldus Archidio.

Archidio Little/One: Motional Feedback met klasse D-versterking

Archidio heeft MFB nieuw leven kunnen inblazen mede dankzij goede contacten met de inmiddels gepensioneerde ingenieurs die destijds verantwoordelijk waren voor de ontwikkeling van de MFB luidsprekers van Philips. In de basis gebruikt Archidio dezelfde techniek, maar de Little/One’s zijn voorzien van moderne klasse D-versterkers en een in eigen beheer ontwikkelde moderne versie van de versnellingsopnemer, de zogenaamde StarBass. Klasse D-techniek bestond nog niet toen Philips bezig was met MFB techniek.

Motional Feedback is in de kern een prachtige techniek met hoge beloften. De vraag die zich dan ook opdringt is waarom deze veelbelovende techniek nooit gemeengoed is geworden. Afgezien van enkele modellen van Philips is MFB immers nooit doorgebroken. De vraag “waarom is MFB nooit doorgebroken” lijkt op de vraag “waarom is de Super Audio CD (sacd) nooit doorgebroken” of “waarom wil hi-res maar niet doorbreken”, want dat is er ook al een tijdje. Waarom is de DAT-recorder, de DCC en de Mini-Disc nooit doorgebroken? Het antwoord op al deze vragen is niet eenduidig maar in alle gevallen bleek dat de consument de techniek om verschillende redenen niet zag of ziet zitten. De sacd is technisch superieur aan de gewone cd en toch leidt de sacd een marginaal bestaan. De sacd mogen we wel als technisch geslaagd en tegelijkertijd commercieel mislukt beschouwen.

Motional Feedback is dus commercieel gezien ook nooit aangeslagen. Dealers waren niet goed te spreken over de techniek, want een consument die Motional Feedback luidsprekers kocht, had geen behoefte meer aan de koop van een eindversterker. Tja, mogelijk zijn er nog andere verklaringen en analyses voorhanden., maar die laten we nu maar even rusten. Archidio is in elk geval opnieuw met Motional Feedback aan de slag gegaan.

Er zijn overigens meer luidsprekers op de markt die een vorm van MFB aan boord hebben. Voorbeelden van andere MFB-luidsprekers zijn onder andere de Audire van Sonus Natura en de LS1s-dmf van Grimm Audio. De Audire van Sonus Natura is echter vele malen duurder dan de Little/One. De LS1s-dmf van Grimm Audio is geen fullrange luidspreker, maar een subwoofer die een digitale versie van MFB gebruikt.

Laten we gaan luisteren naar de Little/One’s. Wat doet MFB met de klank en presentatie van lage tonen? En hoe klinken middentonen en hoge tonen?

Luisteren, concurrenten en conclusie

Archidio Little/One: luisteren

De Little/One’s zijn verbonden met een voorversterker van Pass Labs. Dit is prijstechnisch geen goede match maar door aansluiting van de veel duurdere voorversterker vormt de elektronica die aangesloten is op de luidsprekers in elk geval geen beperkende factor. Als er beperkingen zijn, zitten die in de Little/One’s en niet in de aansturing. Zoals gebruikelijk is over een periode van enkele weken geluisterd naar een grote diversiteit van muziek.

En, wat doet MFB met de kwaliteit en kwantiteit van de lage tonen? De conclusie is “ongelofelijk veel”. De hoeveelheid lage tonen is ronduit indrukwekkend te noemen en is vergelijkbaar met die van een vloerstaander. De Little/One blijkt een wolf in schaapskleren te zijn en levert een kamervullend geluid, vergelijkbaar met een set vloerstaande luidsprekers.

Omdat de Little/One’s naast een set vloerstaanders stonden, zijn huisgenoten en gasten diverse keren voor de gek gehouden. Luisteraars dachten dat de vloerstaanders stonden te spelen, terwijl de Little/One’s de weergave voor hun rekening namen. Geen enkele luidspreker van dit formaat komt ook maar enigszins in de buurt van de laagweergave van de Little/One en dat verklaart het aanvankelijke ongeloof bij de luisteraars. “Wat? Komt dit geluid uit die kleine kastjes?”, zo luidde met zoveel woorden telkens de reactie van de argeloze luisteraars.

Met de kwantiteit aan lage tonen zit het dus wel goed, maar hoe zit het met de kwaliteit? Is het geluid wellicht wollig, bonkerig, geforceerd of vervelend opdringerig? Nee, absoluut niet. De weergave van de lage tonen is boven verwachting strak. Er zitten geen waarneembare grote bulten, pieken of dalen in het lage tonen bereik. De MFB techniek lijkt een ijzeren greep op de woofer te hebben. De goede laagweergave zit bovendien de weergave van middentonen niet in de weg. Er is een goede balans tussen lage tonen en middentonen, ongeacht het volume. Stemmen klinken helder en verstaanbaar. Instrumenten staan los van elkaar, ook als het volume wat hoger staat.

De tweeter lijkt goed gekozen bij de woofer. De hoeveelheid hoge tonen is niet overdadig en dat is goed. Sommige luidsprekers produceren immers meer hoge tonen dan nodig. De oorzaak daarvan moet worden gezocht in een stukje gewenning door de consument. Wie gewend is aan veel hoge (of lage) tonen, kan moeite hebben om naar een “normale” hoeveelheid hoge (of lage) tonen te luisteren. Fabrikanten willen graag verkopen en kunnen er dan voor kiezen om mee te gaan met de gewenning van de consument. Het resultaat kan dan een luidspreker zijn die misschien wel lekker klinkt, maar lekker is niet hetzelfde als realistisch.

Na enige weken mag de conclusie getrokken worden dat de Little/One een goede balans heeft over het hele frequentiebereik. Stemmen en instrumenten staan los van elkaar en drukken elkaar niet weg, ook niet bij drukke passages. De Little/One’s zijn in staat om een woonkamer te vullen met geluid en geven een kamerbreed stereobeeld. De klank van de Little/One heeft een licht vleugje warmte. De weergave is daardoor aangenaam en niet heel analytisch. De Little/One is geen resolutiekampioen maar dat heeft als voordeel dat de luidspreker ook enigszins vergevingsgezind is als de opname niet helemaal deugt. Resolutiekampioenen kosten bovendien veel meer dan 995 euro per paar. Plezier hebben van naar muziek luisteren en niet zo zeer een analytisch correcte weergave lijkt het doel van de Little/One, en dat voor een overzichtelijk aankoopbedrag in een formaat met een hoge Wife Acceptance Factor.

De MFB techniek zorgt ervoor dat de Little/One’s helemaal niet zo “little” klinken en klinken als een set vloerstaande luidsprekers.

Archidio Little/One: concurrenten en plaats in de markt

Wie zijn de concurrenten van de Little/One? Er zijn talloze luidsprekers van hetzelfde formaat maar geen enkele kleine luidspreker komt met zijn laagweergave in de buurt van de laagweergave van de Little/One. Natuurlijk zijn er actieve en passieve luidsprekers met een vergelijkbaar formaat die beter klinken, maar dat is dan wel voor een hogere prijs waarbij ook vaak aan de onderkant van het frequentiebereik wordt ingeleverd. Elementaire natuurkunde zegt immers dat het zonder kunstgrepen niet mogelijk is om op een fatsoenlijke wijze 30 Hz uit een kastje van 17 x 17 x 24 centimeter te halen. MFB blijkt een geslaagde kunstgreep te zijn.

De concurrenten van de Little/One moeten als het gaat om de klank niet gezocht worden in het veld van kleine luidsprekers maar eerder in het veld van vloerstaande luidsprekers. Dit is ook precies wat Archidio naar eigen zeggen beoogt: de klank van een vloerstaander uit een klein kastje halen, zodat de kosten laag blijven en de plaatsing makkelijk is, onder andere vanwege de hoge Wife Acceptance Factor. Het komt erop neer dat de Little/One een luidspreker is met unieke eigenschappen en om die reden heeft de luidspreker geen rechtstreekse concurrenten.

Archidio Little/One: conclusie

De kennismaking met de Little/One en met de techniek van Motional Feedback was aangenaam. De Little/One is little maar hij klinkt niet little. MFB is een bijzondere techniek die ten onrechte in de vergetelheid dreigt te raken. Dankzij de toepassing van MFB klinkt de Little/One als een vloerstaande luidspreker maar dan voor een prijs en een formaat dat eventuele drempels tot aanschaf en plaatsing weg zal nemen.