3D - Hype of Hosanna?


Rob Nijman | 28 januari 2010 | Fotografie Gastauteur

Weinig recente ontwikkelingen in de filmwereld worden zo uitgebreid gevolgd en belicht als de onstuitbare opmars van Avatar, het spectaculaire 3D-epos van James Cameron. Vrijwel dagelijks vind je in de media berichten over de verwikkelingen rond het baanbrekende project, waarbij de aandacht vooral uitgaat naar de techniek achter de film en de peilingen rond de meest recente box office cijfers.

De vraag werd niet wanneer Titanic - met ruim 1,8 miljard dollar aan de internationale kassa tot voor kort de meest succesvolle bioscoopfilm aller tijden - naar plaats twee zinkt (dat gebeurde op 25 januari jl.), maar hoe hard het resultaat van de revolutionaire visie van Cameron dat topsucces voorbij stoomt en waar het allemaal ophoudt.


foto © 20th Century Fox

De filmmaker, die eerder technologische grenzen doorbrak door met Terminator 2 de applicaties van CGI op de kaart te zetten, sluit daarmee een jaar af waarin 3D (weer) enorm belangrijk lijkt te worden. En ook tijdens CES 2010 in Las Vegas is meer dan uitgebreid aandacht besteed aan de mogelijkheden van de technologie - beeldinnovatie staat daar tenslotte al langer hoog op de agenda. Vanzelfsprekend met de focus op consumentenelektronica; de driedimensionale televisie verschijnt nog dit jaar op de markt. Een segment waar in de nabije toekomst enorme groei in verwacht wordt. Tenminste, als het aan de grote elektronicabedrijven ligt. Reden genoeg om de recente ontwikkelingen en toekomstige verwachtingen van de technologie, zowel voor filmplezier in het rode pluche van de bioscoop als op de bank thuis, onder de loep te nemen. Hoe werkt het? Wat zijn de verschillen tussen 3D in de bioscoop en 3D thuis, en wat zijn de implicaties van de opkomst van driedimensionale televisies? Is dit het begin van het einde voor ‘gewone’ 2D? En willen we dat wel?

 

Techniek

‘Driedimensionaal’ betekent dat iets ruimtelijk kan worden waargenomen, in de drie meetkundige dimensies lengte, breedte en hoogte. Hiertoe gebruiken we stereoscopie, ofwel binoculaire dispariteit: het combineren van 2D-beelden van beide ogen tot één 3D-plaatje. Om die beelden op een plat scherm waar te kunnen nemen, moeten de juiste signalen gesimuleerd worden. Monoculaire signalen zijn in het beeld al aanwezig, stereopsis moet er aan worden toegevoegd. Het rood-groene of rood-blauwe brilletje waar je bij 3D-beelden direct aan denkt (inmiddels vervangen door een modernere variant met getinte glazen, maar het idee is hetzelfde), zorgt ervoor dat ieder oog iets anders waarneemt, zodat het lijkt alsof de beelden uit het scherm springen.

De truc van driedimensionale films en televisie is ‘gemakkelijk gezegd’ het opnemen met twee camera’s (c.q. één camera met een dubbele lens of computer gegenereerde beelden met twee perspectieven), die dezelfde data vastleggen als je ogen. Tot voor kort betekende circulaire polarisatiefilters (waar bioscoopprojectors en de allerduurste HDTV’s gebruik van maken) in combinatie met het bekende brilletje de enige methode van weergave. Een voorname innovatie, die het mogelijk maakt het idee op televisie toe te passen, is de technologie die het bekijken van 3D-beelden mogelijk maakt zonder dat filter: active LCD shutter glasses.

Deze elektrische (!) bril met shutter sluit de lenzen razendsnel af om ieder oog individueel te synchroniseren met een 1920 x 1080 HDTV frame, waarbij de bril zelf ‘in sync’ blijft door een infrarood zendertje op de televisie. Deze nieuwe brillen zouden betere kleur en contrast opleveren dan de polarisatiefilters, en worden bovendien stevig gepromoot door zowel Samsung als Sony, Mitsubishi en Panasonic. Laatstgenoemde verwacht binnen een paar jaar het merendeel van zijn afzet HDTV’s te realiseren in het 3D-segment (met toestellen die nauwelijks duurder moeten worden dan de huidige generatie), en de Blu-ray Disc Association (BDA) werkt momenteel aan een standaard om de schijfjes geschikt te maken als driedimensionale beelddrager. De backwards compatible 50GB Blu-ray discs zullen bovendien ook een gewone 2D-versie bevatten.

 

Ontwikkeling en draagvlak

De grote factor bij introductie van nieuwe technologie is altijd een afweging aan de financiële zijde. Een kosten-baten analyse van de producent, op basis van productiekosten en verwachte opbrengsten. Het eerste is door doorgewinterde spelers als Sony en Samsung relatief goed te ramen. Het tweede blijft tot op zekere hoogte natte-vingerwerk, omdat de grilligheid van consumentengedrag zich niet in een economisch tabelletje laat vangen. De voornaamste voorwaarden voor succes lijken echter aanwezig: brede interesse vanuit de consument, en de bereidheid daar wat extra voor te betalen. In de VS zijn het afgelopen jaar tien van de grote filmreleases in 3D uitgebracht, waarbij Avatar uiteraard de grootste speler was. (In tred met de vrijwel dagelijkse berichtgeving over de opbrengsten van deze film sinds de release half december 2009: de teller aan de internationale kassa staat inmiddels op 1,85 miljard dollar, een ‘kleine’ 15 miljoen boven voormalig lijstaanvoerder Titanic). Vier van die tien films behaalden uiteindelijk de top tien van meeste bezochte en dus meest winstgevende films van 2009, en ook in Nederland scoorden deze films hoog.

Je kunt je overigens afvragen of die films zo populair waren omdat ze in 3D vertoond werden, of dat ze in 3D vertoond werden omdat ze zo populair zijn. Zo heeft de Ice Age-serie, met respectievelijk bijna vierhonderd en een dikke zeshonderd miljoen dollar aan bioscoopkaartjes voor deel één en twee, niet alleen een logische (want extreem rendabele) opvolger gekregen in deel drie, maar ook een zeer geschikte kandidaat voor een test van de 3D-aanpak. Of de bijna negenhonderd miljoen dollar die de film vervolgens heeft opgebracht dan te danken is aan de rood-groene brilletjes of aan de cumulatieve verwachtingen op basis van zijn twee voorgangers, is een interessante vraag. Die vraag stellen is hem echter ook deels beantwoorden, en ook daarbij kun je niet om Avatar (of beter gezegd om James Cameron) heen. In het geval van zijn ecologisch epos over de planeet Pandora hoor je namelijk niemand, voor dan wel na het zien van de film, over de plotverwikkelingen, de originele benadering van de materie, of de boodschap die Cameron wilde brengen. Sterker nog, nagenoeg iedere recensie begint met ‘Oké, het verhaal is flinterdun, maar..’ en wordt dan gevolgd door een schier oneindige opsomming van superlatieven om het visuele spektakel te beschrijven.

Nu kun je een vergelijkbare analogie schetsen voor Titanic natuurlijk, want qua verhaal was ook dat project weinig origineel - je wist nota bene al hoe het af zou lopen. Maar de aantrekkingskracht van die film (en daarmee het vooralsnog slechts eenmalig overtroffen financiële succes) is relatief goed te begrijpen; anderhalf uur vurige romantiek voor de vrouwen, anderhalf uur visueel spektakel (bootje, zinken) voor de mannen, en een cast die beide partijen de zaal in trekt. Tel daar de elf Oscars (enkel geëvenaard door Ben-Hur en The Return of the King) en dus het stempel van goedkeuring van de vakmensen van de Academy bij op en het wordt een vrij gemakkelijke rekensom. De aantrekking van Avatar daarentegen is enkel het spektakel. En het spektakel is hier enkel het 3D-schouwspel. De portemonnee die de consument daar zo collectief voor getrokken heeft, is een zeer sterke indicatie voor het draagvlak van het medium.

 

Steven Spielberg en Kuifje

De breedte of houdbaarheid van dat draagvlak is echter een ander verhaal. De consument is grillig, en een hype per definitie van korte duur. Maar nu de gevestigde macht in Hollywood, vertegenwoordigd door de (commercieel gezien) grootste filmmakers Steven Spielberg, George Lucas en Peter Jackson en de studio’s die achter hen staan echter unaniem willen investeren in de 3D-technologie (Spielberg en Jackson zijn momenteel met Camerons speelgoed bezig aan de verfilmingen van Kuifje, bijvoorbeeld), lijkt de toekomst ervan volgens het economisch-filosofische principe ‘if you build it, they will come’ een voorspoedige.

 

En dat geldt niet alleen voor films die nog gemaakt moeten worden. Want nu Cameron bezig is zijn Titanic met terugwerkende kracht volledig om te zetten naar 3D (een proces dat ongeveer veertien maanden in beslag zal nemen), kan een studio als Warner Bros niet lang achter blijven en zal het Lord of the Rings drieluik van Peter Jackson wellicht snel volgen. Als Hollywood’s grootste kassucces én haar meest succesvolle trilogie op termijn driedimensionaal beschikbaar zijn, mag je van een hype al niet meer spreken; het momentum wordt gerekt en het aanbod aanzienlijk vergroot. 3D is here to stay.

 

Thuis

In hoeverre de verwikkelingen op bioscoopgebied van invloed zijn op de driedimensionale toekomst in televisieland is echter een tweede, al is de comeback in Hollywood wel een belangrijke aangever. Het feit dat ook bij de consumentenelektronica de grootste spelers (Samsung, Sony, Panasonic, Mitsubishi) flinke investeringen doen om de 3D-televisie in de huiskamer te krijgen kan daarbij gezien worden als een bepalende factor voor de haalbaarheid en vooral duurzaamheid van deze plannen. Want is VHS ook niet in een relatief korte periode weggespeeld door de opkomst van de DVD, en later de Blu-ray? Je kan hardnekkig weigeren de overstap naar nieuwe technologie te maken, maar vroeg of laat trek je aan het kortste eind. Nieuwe films komen al lang niet meer uit op video, en oude films in dat format verliezen zienderogen hun kwaliteit. Daar tegenover staat echter een vergelijkbare analogie met de Super Audio CD; die drager heeft immers zijn technologisch inferieure voorgangers juist níet weten te vervangen, onder andere door een te hoge prijs en ondanks ontwikkeling door Sony, één van de koplopers in 3D-technologie voor televisie.

Toenmalig SACD-partner Philips heeft overigens een aantal jaar geleden al een techniek ontwikkeld voor driedimensionale beelden waar je geen bril meer voor nodig hebt: WOWvx. Twee verschillende beelden worden tegelijkertijd op het scherm vertoond, waarbij het linker oog dankzij de speciale lens in de beeldbuis een ander beeld te zien krijgt dan het rechter, waardoor een gewoon tweedimensionaal beeld als 3D wordt ervaren. Deze vorm van autostereoscopie heeft echter als nadeel dat je recht voor het scherm moet zitten om de beelden goed te kunnen waarnemen. Philips heeft dat opgelost door meerdere beelden te projecteren met meerdere lenzen voor een totaal van negen mogelijke perspectieven, zodat je een bepaalde bewegingsvrijheid hebt voor het scherm en toch 3D kunt waarnemen. Al zij het met een mindere kwaliteit, vergelijkbaar met een reclamebord dat van afbeelding verandert wanneer je er vanuit een andere hoek naar kijkt. En het is vooralsnog technologie die los van die mindere beeldkwaliteit voor de particuliere consument niet betaalbaar is en daarom puur business-to-business wordt aangeboden, voor marketing doeleinden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan reclamebeelden in het casino (Holland Casino heeft een aantal van deze schermen).

 

Niet comfortabeler

Driedimensionale televisie mét bril is overigens ook nog geen vereiste; de noodzaak voor de consument om ook hier op termijn overstag te gaan zal daarom mede bepaald worden door de aangeboden content. Zolang dat aanbod op televisie nog volledig te volgen is op de huidige generatie toestellen, is de kostbare brug van de pas aangeschafte (en ultradunne, zoals CES 2009 je opgedragen heeft) HD flatscreen met Blu-ray speler naar de toekomsttelevisie van CES 2010 er wellicht één te ver. Voorlopig. En driedimensionale televisie klinkt niet als een product dat spoedig bij Blokker in de folder zal verschijnen, dus een afwachtende houding met het oog op een snelle daling van de consumentenprijs en/of een beschikbaarheid van de nieuwe speeltjes bij de mindere retailers levert vermoedelijk ook weinig op. Daarnaast kun je je los van de financiële kant afvragen in hoeverre er überhaupt vraag is naar een 3D-ervaring in de huiskamer. Het bijbehorende brilletje voelt bij uitstek als onderdeel van een uitje, zoals een bezoek aan de bios, een pretpark of de opticien. En is er nog geen techniek die het draaglijk maakt langdurig naar 3D-beelden te kijken (zoveel bleek wel na het zien van Avatar), dus comfortabeler wordt het er ook niet op, in je eigen bank.

- DE VISIE VAN DE OPTICIEN –

Om de ontwikkelingen op 3D-gebied eens van een andere kant te bekijken, sprak HiFi.nl met Dhr. Jos Adama, bedrijfsleider van Het Huis Opticiens in Roosendaal, over de mogelijke schadelijke invloed. Dagelijks met een speciale bril op je neus naar je televisie staren is tenslotte wat anders dan een bioscoopfilm van twee uur, zou je denken. Dhr. Adama verwacht echter niet dat die langdurige blootstelling op termijn schadelijk is voor je zicht. "De techniek is zo afgerond", stelt hij, "en zoveel verschillende disciplines hebben naar de verschillende aspecten van 3D-systemen gekeken, dat je er wel vanuit kunt gaan dat je de ervaring met een gerust hart kunt beleven."

Uiteindelijk worden de complementaire kleuren rood en groen ook bij halfjaarlijkse controles voor brillen en lenzen gebruikt, "om voor ieder oog de sterkte vast te stellen. Het is een andere focus dan je gewend bent, maar dat geeft verder niets." Of de nieuwe bril met shutter wel problemen op zal leveren, sluit hij ook uit: "Het zal in het begin wat wennen zijn dat je ogen constant om en om worden afgedekt, maar uiteindelijk bekijk en registreer je de beelden met je hersenen. Het zal vooral voor wat oudere gebruikers enige tijd duren om er aan te wennen, al dan niet bijgestaan door de nodige hoofdpijn, maar schadelijk is het zeker niet."

Het lijkt erop dat de opkomst van de driedimensionale filmervaring in 2009, recentelijk kracht bijgezet door de grensoverschrijdende vooruitgang die James Cameron boekte in zijn technologisch revolutionaire opnamestudio (The Volume), het predikaat ‘hype’ snel aan het voorbij streven is en zich wellicht permanent zal vestigen als de nieuwe standaard op bioscoopgebied. Wat die ontwikkelingen betekenen voor de markt van consumentenelektronica zal echter nog moeten blijken. Aan de ene kant staan er een hoop innovaties voor de deur, gekatalyseerd door investeringen van de grootste spelers in de sector en de producten die zij vanaf dit jaar zullen aanbieden, en kunnen we in 2010 ook aan de aanbodzijde van de televisiewereld een aantal veranderingen verwachten. Zo worden er inmiddels ook in de porno-industrie verschillende investeringen gedaan in de 3D-ervaring, en of je daar nu op zit te wachten of niet, het is altijd een sector die bepalend kan zijn in technologische ontwikkelingen (denk bijvoorbeeld aan de rol op het gebied van internet, of de ondergang van Betamax ten gunste van VHS doordat de industrie aan die laatste de voorkeur gaf).

WK in 3D

Het WK voetbal, het grootste sportevenement van de komende zomer, zal daarnaast in de VS door sportzender ESPN in 3D aangeboden worden en Sony is in samenwerking met Discovery Channel bezig aan een zender voor driedimensionale programma’s.

Ook zal DirecTV komend voorjaar de eerste high definition programmering in 3D aanbieden, voor films, sport en (ongetwijfeld) cartoons. En in Engeland is Sky met een vergelijkbare opzet bezig, om nog dit jaar meerdere zenders aan te kunnen bieden. Omdat het aanbod op televisie (maar ook op DVD en Blu-ray) nu nog zo beperkt is, voorzien de elektronicaconcerns hun producten van een systeem dat gewone beelden omzet naar 3D-beelden, zodat je bij de huidige programmering (en je filmcollectie) alvast voordeel hebt van je gloednieuwe driedimensionale beeldbuis. Alhoewel er bij ‘voordeel’ ook nog wel wat kanttekeningen geplaatst kunnen worden. Één van de eerste zaken die in het buitenlandse televisieaanbod vertaald wordt naar 3D is de sport- en filmprogrammering, en je moet je toch afvragen in hoeverre een driedimensionale versie van je favoriete evenement bijdraagt aan de gezelligheid van de beleving ervan.

In een maatschappij die meer en meer lijkt te individualiseren, onder andere door de steeds verdergaande aanwezigheid en invloed van bijvoorbeeld sociale netwerken als Hyves, Facebook en Twitter lijkt het een slechte ontwikkeling dat ook een film- of sportavondje met vrienden en/of familie een individuele aangelegenheid moet worden. Want een WK-wedstrijd van Oranje, om maar een groot en liefst in groepsverband te volgen evenement te noemen, wordt toch stukken minder vrienden onder elkaar met dat ellendige brilletje op je neus. Persoonlijk wil ik daar in ieder geval vriendelijk voor passen. Het is dus maar de vraag of je televisie en films op die manier wil ervaren. Laat staan bestaande films, aangezien die geen van allen zo bedoeld zijn - in tegenstelling tot de nieuwe generatie bioscoopfilms en het selecte aandeel daarvan dat reeds op schijfje verkrijgbaar is. Daarnaast zijn er in Nederland vooralsnog geen plannen bekend gemaakt met betrekking tot tv-zenders die driedimensionale content aan zullen bieden. Al heeft RTL4 wel laten doorschemeren vertrouwen te hebben in ontwikkelingen in die richting, door voor 2011 de rechten te kopen voor de eerste 3D-film op de Nederlandse televisie: Avatar, uiteraard. Tot die tijd kun je met een gerust hart van je laatste uitspatting in de categorie technologische opvolging genieten, want vervanging daarvan kent voorlopig nog geen maatschappelijke urgentie.