Bij de naam van dit product zult u zich afvragen wat het precies is. Om het u makkelijker te maken zal ik zeggen dat we hier te maken hebben met een ‘video scaler’. Aangezien de meesten van u nu nog steeds niet zullen weten wat de functie is van zo’n apparaat zal ik dat uitgebreid uitleggen.
Interlaced, progressive, scalen…
Videobronnen, zoals videorecorders, DVD-speler, camcorders etc. hebben beelduitgangen zoals composite, S-Video en RGB, die allemaal interlaced zijn. Interlaced is een methode van beeldweergave die eerst de even en dan de oneven beeldlijnen weergeeft. De normale beeldbuistelevisie werkt interlaced. Dit is een overblijfsel uit het verleden, toen de videobandbreedte van de toestellen vanwege beperkingen in de elektronica destijds niet veel hoger kon dan 15,6 kHz, namelijk (625 lijnen x 50 Hz) / 2.
De beperkingen van interlaced zijn tegenwoordig niet meer relevant en daarom zijn er sinds kort zogenaamde ‘progressive scan’ DVD-spelers op de markt, die de twee halfbeelden (‘fields’) met de even en oneven beeldlijnen slim weten te combineren tot 1 beeld (‘frame’). Dit noemt men ook wel ‘line-doubling’. De resolutie wordt hiermee niet echt vergroot, hoewel er per verversing van het beeld 2x zoveel beeldlijnen worden geschreven, wat praktisch gezien de resolutie verdubbelt en een trillingsvrijer beeld oplevert. Het progressive scan signaal is alleen beschikbaar via een component uitgang (meestal uitgevoerd als 3x RCA/tulp uitgangen met de aanduiding ‘Y/Pb/Pr’). De benodigde bandbreedte voor het weergavetoestel dient 625 lijnen x 50 Hz = 32 kHz te zijn.
Dat is allemaal mooi, maar geeft een progressive scan speler altijd een beter beeld? Het antwoord is: niet persé… Op normale beeldbuistelevisies zit vaak geen progressive ingang, dus hier kan zo’n speler dus niet eens gebruikt worden. Op vrijwel alle plasma en LCD televisies en LCD/DLP projectoren zit echter een component ingang die ook geschikt is voor progressive scan signalen. Toch geeft een progressive scan speler nog steeds niet in alle gevallen dan een beter beeld… Plasma en LCD televisies en projectoren werken per definitie progressive. Ergens in de keten van beeldweergave moet dus van het interlaced signaal een progressive signaal worden gemaakt. Het is nu de vraag of dit beter gebeurt in de speler of in de weergever. Het is ook mogelijk dit proces plaats te laten vinden in een externe video processor, ofwel ‘line doubler’.
Een ‘line doubler’ is echter nog geen ‘scaler’, aangezien het videosignaal nog steeds zijn standaard resolutie heeft, hoewel het progressive is gemaakt. Omdat moderne displays een veel hogere resolutie hebben dan de resolutie na line-doubling, moet er gerekend (‘gescaled’) worden. Alle digitale weergevers, waaronder alle LCD, DLP en plasma producten hebben zelf ook een scaler ingebouwd, die het aantal pixels/lijnen vergroot naar gelang de resolutie van de gebruikte beeldpanelen. Een externe scaler zoals de Cinemateq kan echter zowel het ‘de-interlacen’ als ‘scalen’ uit handen nemen, met hopelijk een beter beeld. Verder wordt er slim gekeken of het beeld van oorsprong als video, film of iets anders was de beeldbewerking wordt hier dan vervolgens ook op aangepast.
Hoewel de Cinemateq in principe op alle moderne projectoren en plasma/LCD displays kan worden aangesloten, zullen vooral diegenen met wat oudere projectoren (zowel LCD, DLP als CRT) baat hebben bij het gebruik van de picture optimizer.
Algemene beschrijving picture optimizer
Cinemateq maakt de picture optimizer en picture optimizer plus op basis van de ontwikkelingen die een tijd terug door Cinematrix werden gestart met hun PSM-1 (Progressive Scan Module 1). Dit was een kaart die in een DVD-speler werd geplaatst en direct zijn beeldsignaal DIGITAAL aangereikt kreeg van de MPEG2 beelddecoder en zo in staat was verliesvrij het videosignaal te de-interlacen en scalen. De PSM-1 had vele mogelijkheden en vrijwel iedere denkbare resolutie was in te stellen. Een prima product, dat toentertijd vrijwel onverslaanbaar was qua prijs en prestaties, maar niet zonder nadelen was: de beeldkwaliteit liet vooral met PAL wel eens te wensen over. Verder was de unit moeilijk in te stellen, omdat alle instellingen via een PC en beperkt aantal dip-switches moesten worden gedaan en er geen sprake was van een on-screen menu. De PSM-2 zou veel verbeteringen brengen t.o.v. de PSM-1, maar dit product heeft nooit het levenslicht gezien. De Cinemateq producten zijn echter gebaseerd op de technologie van de PSM-2 en zijn gehuisvest in een fraaie kleine moderne behuizing. De picture optimizer plus heeft t.o.v. de standaard uitvoering meer mogelijkheden en een display op de voorzijde van de behuizing. Er wordt een afstandsbediening meegeleverd, die echter niet altijd even handig werkt (sommige knoppen hebben een dubbelfunctie) en ook niet verlicht is. Bediening via het frontpaneel is niet mogelijk. De scaler kan ook worden bediend via RS-232.