Harbeth HL Compact 7ES-2 - Zo Engels als High Tea & Sandwiches
Over de Britse luidspreker historie kun je denken wat je wilt, hij is redelijk uniek. Veel ontdekkingen zijn door de Engelsen met verve tot uitvoering gebracht en wie vroeger naar top hifi keek, keek naar de overkant van de Noordzee. Dat de industrie in Engeland zo invloedrijk was, kwam voor een groot deel voort uit de inspanningen van de BBC om de weergave thuis en in de studio’s zo goed mogelijk te maken. Auntie, zoals de BBC vaak werd genoemd, had een grote research afdeling waar men eigen producten ontwierp en zelfs bouwde. Onze nationale omroep deed dat ook, maar ik geloof niet tot in de passie die Auntie kenmerkte. Beperken we ons tot luidsprekers dan zijn klinkende namen als Rogers, Wharfedale, Kef, Richard Allen en Harbeth op enige manier verbonden met Auntie. Harbeth tot op de dag van vandaag in hevige mate. Waarom? Lees en zie. Nieuwsgierig? Luister zelf. Mooi? Dan zijn de alternatieven schaars en duur. Niet mooi? Dan is de Engelse sound niet die van u. Ik loop te hard van stapel. Eerst terug in de tijd.
Harbeth
Harbeth is in 1977 opgericht door Dudley Harwood, de laatste directeur van BBC’s beroemde ontwikkelafdeling voor luidsprekers, en de oervader van de beroemde LS3/5A. Onder de handen van Harwood ontstond de polypropylene conus voor woofers en middenluidsprekers (als opvolger van een andere vinding van Harwood, bextrene). Een conus materiaal dat de meeste Engelse luidsprekers gebruikten in die tijd. Goedkoop, vormbaar, redelijk kleurloos en bestendig. Maar met nadelen. De nadelen zijn onder meer de geringe stijfheid van het materiaal, de kleuring, de afwijkingen per unit doordat het materiaal vaak uit gerecyclede bronnen stamt en de grens waar verbeteringen niet meer mogelijk zijn. De conussen altijd vacuüm gevormd. Harwood verkocht in 1986 het bedrijf Harbeth aan Alan Shaw, de huidige directeur. Onder Shaw bleef de traditie van Harbeth gehandhaafd. Alleen zag Shaw kans een flinke hoeveelheid geld los te krijgen van de Britse overheid om fundamenteel onderzoek te doen naar conusmateriaal. Shaw ontdekte na jaren de beste formule. Gebruik van maagdelijk materiaal en geen als afval verwerkte flessen of yoghurt potjes. Niet het materiaal vacuüm vormen, maar een techniek die in vaktermen “injection moulding” heet. Spuitgieten is de Nederlandse term. Het materiaal onder hoge druk in een mal spuiten en langzaam laten afkoelen. Dat heeft tot voordeel dat het materiaal vele stijver wordt zonder in gewicht toe te nemen. En het voordeel dat de conus vorm dieper kan zijn en dus meer een trechter vorm. Harbeth noemt het conus materiaal “Radial”. Een volgend probleem was de productie. Shaw kwam er al snel achter dat levering in duizenden kilo’s geen probleem was. Kleine hoeveelheden wel. En Harbeth is maar klein. Enige oplossing bleek zelf de machines aanschaffen en zelf produceren. Duurder maar het kon niet anders.
Conus materiaal is maar en deel van het verhaal achter Harbeth. Minstens zo belangrijk zijn de filters, de tweeters en de kasten. De filters worden met de hand gemaakt en aangepast aan de units. Elk filter hoort bij een unit. De gegevens worden vastgelegd en raakt er ooit een unit defect, dan heeft Harbeth een exacte vervanger. De tolerantie minder dan 0,5 dB. De tweeters koopt men in. Zoals velen. Harbeth gebruikt een aluminium dome met een raster ervoor. De units en het filter gaan in een kast die ook afwijkt van de gangbare theorie. Vrijwel elke fabrikant maakt de kast akoestisch dood en zo stijf mogelijk. Harbeth niet, daar zijn de wanden zo afgestemd dat ze daadwerkelijk bijdragen aan de basweergave. Zoals een instrument met een klankkast (gitaar, bas, piano etc). Op die manier mag de kast kleiner zijn en de invloed van de aanwezige reflexpoort beperkter. Bij de “bewegende” wanden hoort, volgens de beste traditie van de BBC een front en een achterpaneel dat geschroefd is tegen de zijwanden en niet vast verlijmd. Over de poort nog een korte opmerking, het is een opening in het front zonder een pijp. Shaw heeft gekozen voor een afstemming van de tweeter die een frontdoek toelaat. Ook dat is vernuftig bedacht, geen plastic nopjes maar een frame dat tussen het front en de kastwanden schuift. Hoewel de technische specificaties niets zeggen over het geluid toch enige kenmerken. De afmetingen van de kast zijn 520 x 273 x 315 mm (h x b x d). De impedantie is een vriendelijke 8 ohm en het rendement 87 dB/1 Watt/1 meter. Een te gebruiken versterker heeft minimaal 25 watt beschikbaar en de belastbaarheid van de Harbeth is maximaal 150 watt muzieksignaal. De aansluiting is geschikt voor bi-wire. Het fineer is standaard kersen of eucalyptus, andere houtsoorten op aanvraag. De units zijn magnetisch afgeschermd, de kast weegt ruim 13 kilo en de stands horen de tweeter op oorhoogte te brengen. De opstelling vrij in de ruimte. Tenslotte het frequentiebereik in vrije opstelling en met een frontdoek, 46 Hz tot 20 kHz binnen +/- 3 dB.
Neerzetten
De importeur bracht twee stands mee die elk 30 kilo wegen. Met blue-tack werden de Harbeth’s “vastgezet” op de stand. In een vrije opstelling en met de tweeters op oorhoogte. Misschien had Harbeth mazzel met de hoeveelheid apparatuur die (deels tijdelijk) in huis stond. Digitaal front end van Teac/Monarchy/Assemblage/Apogee en een digitaal front end vanTeac in de vorm van de 16.200 euro kostende combinatie P-70 en D-70. Voor analoge weergave zorgde een Garrard/Pro-ject/Benz-Micro/Linn setup. Voorversterkers waren van Clearaudio (Balance), Lua (Serenada SEL) en Marsh Sound Design (P2000b). Eindversterkers komen van Monarchy Audio. De kabels alle uit de Classic serie van Siltech, SQ-88 interlinks en LS-110 luidspreker kabel. Stroomvoorziening via een Kemp netfilter met Siltech SPX-30, Kemp en Lapp netsnoeren. Misschien vloek ik in de kerk, maar met regelmaat schakelde ik een JMLab SW900 actieve subwoofer bij, die normaal mijn JMLab Electra 926 ondersteunt in het laagste laag. Ter info, de scheidingsfrequentie van de sub op 40 Hz, het volume erg laag en de fase normaal. Dat ik ook nog een tuner en een dvd speler bezit ziet u aan de lijst apparatuur onder de recensie. De speakers kwamen ingespeeld binnen en werden door de importeur in eerste instantie neergezet (dank heren, die 30 kilo stands zijn erg zwaar). Geen bi-wire maar single-wire aangesloten op de terminals van de woofer en niet op de terminals van de tweeter. Dat eerste klonk wonderlijk genoeg een heel stuk beter. Dat heb ik nooit zo opvallend kunnen waarnemen als met deze HL Compact 7ES-2 monitor (u neemt het mij toch niet kwalijk als ik die mondvol afkort tot 7ES-2 in de rest van het verhaal). Verder geen tweaks, geen gepruts, recht-toe-recht-aan de oren open vanaf nu.