De klank van Auntie
Harbeth levert aan de BBC. Dat heeft gevolgen voor de ontwikkeling en het geluid. Eigenlijk is elke luidspreker van Harbeth een luidspreker die thuis hoort in de professionele wereld.
De BBC stelt een aantal specifieke eisen waar wij als consumenten van profiteren. Een kleine opsomming van die eisen. De klank dient neutraal te zijn. De weergave moet instrumenten en stemmen op de juiste afmeting reproduceren. Hoe meer detail hoe beter, zonder de muziek uit het oog te verliezen. Stemmen moeten nagenoeg perfect klinken en exact als de bron. Het karakter van de diverse types luidsprekers moet van groot tot klein gelijk zijn. Slechts het bereik van de basweergave mag gezien de afmetingen van de diverse types groeien of inboeten. Dat maakt het mogelijk voor de BBC om op locatie te monitoren met kleine Harbeth’s en in de studio af te mixen op grote monitors zonder verandering in de klankbalans. Verder moeten de complete kasten met units binnen zeer nauwe toleranties gefabriceerd zijn, omdat het voor de BBC (of een andere studio) niet te doen is om steeds met gepaarde speakers te werken. Heeft u ook zin om voor de BBC te fabriceren? In behoorlijke hoeveelheden kasten per jaar? Binnen die grenzen? Sterkte! En profiteren wij er in de huiskamer van? Ik ga het u vertellen wat mijn impressie was. En een beetje wat mijn vrouw op te merken had over de 7ES-2.
De eerste dagen gebruikte ik de Harbeth set om een keuze te maken uit voorversterkers en om een impressie te krijgen van de kwaliteiten van de Teac P-70 en D-70 loopwerk/Dac combinatie. De voorversterkers omdat ik graag eens een andere regelneef op de plank wil hebben, de Teac omdat daar een recensie van komt (ondertussen is verschenen - red.).
Zonder namen te willen noemen, het gaat om de luidsprekers en niet om de elektronica, kan ik melden dat de Harbeth’s exact laat horen welke kwaliteit of welk gebrek naar voren komt. Zo is kraakhelder welk apparaat de meeste diepgang heeft in de laagweergave. Wat een versterker kan bijdragen aan hoogte en diepte, naast breedte in het stereobeeld. Hoe omgegaan wordt met de weergave van de menselijke stem en met slagwerk. Wie een piano het meest natuurlijk reproduceert etc etc. Met andere woorden, een monitor waardig die verbluffend veel kan laten horen. Het onderscheidende vermogen is beslist groter dan dat van mijn trouwe JMLab’s. Ruiling van voorversterker leidde tot de woorden van mijn vrouw “hé, het geluid komt veel minder ver de kamer in en is ineens veel scherper, bah”. Woorden die elke audiofiel in de bek bestorven liggen, maar mijn vrouw is helemaal geen audiofiel. Het verschil tussen de cd spelers is ook duidelijk hoorbaar. Met wat aanwijzingen als “let eens op dit en let eens op dat”, maakte ik haar met drie cd’s duidelijk waarom de Teac cd combinatie beter weergeeft dan mijn eigen elektronica. Met de Harbeth heb je geen geoefend oor nodig. Haar conclusie was al snel, laat de Harbeth’s maar staan. Ondanks de gedateerde vormgeving die zeker in haar ogen geen sieraad is in de huiskamer. Ze luistert naar kwaliteit.
Maar ik heb zelf ook nog iets te melden en daarom nam ik ruim de tijd om zowel vinyl als cd te draaien in diverse opstellingen. De Harbeth heeft in mijn oren een licht donkere uitstraling. Dat komt denk ik doordat het middengebied niet sterk de aandacht vraagt. Dat zou het gevolg kunnen zijn van de redelijk grote woofer die het middengebied moet weergeven. De 7ES-2 laat heel lang en heel gemakkelijk naar zich luisteren. Een aangenaam geluid dat niet geheel vrij is van een romantisch trekje. Het typisch Engelse geluid, maar dan op een hoger niveau.
Opvallend zijn de studio monitor eigenschappen die het de engineer heel makkelijk maken om bronnen te plaatsen en te lokaliseren. Bovendien zijn verschillen in mijn muziekbronnen overduidelijk waarneembaar. Af en toe schakelde ik mijn subwoofer bij om een streepje meer ruimte en een streepje meer body te veroorzaken. De Harbeth en de JMLab integreerden opmerkelijk goed. Op de kostbare Teac set blinkt de Harbeth opnieuw uit in het weergeven van diepte en hoogte. Je kijkt diep in het orkest en ervaart een volkomen drie dimensionaal beeld uit twee luidsprekers. In de breedte gaan de speakers wat minder ver. Het geluid staat vrij en plakt niet aan de kasten. Tot zover een algemene indruk, over tot de pinpoints met cd’s en lp’s.
De Buena Vista Social Club bijt met een sampler de spits af. Opvallend hoe ver de percussie achter de instrumenten staat. En hoe zuiver de Harbeth tweeter zijn werk doet. Het is een droge rustige weergave met een wat geknepen dynamiek. Solisten krijgen alle ruimte en kun je zo aanwijzen.
Het ontbreken van een stukje dynamiek is ook te horen op Diana Krall. Ik heb al meer opgemerkt dat haar “Peel me a grape” dominant moet worden weergegeven. Een meesteres dwingt haar slaaf. De Harbeth maakt het te lief waardoor het nummer aan kracht inboet. Dat het heel anders kan hoorde ik de dag ervoor op Master speakers van Dynamic Solutions. Luisterend naar de rest van de cd is een aangename ervaring. Luistermuziek op luister weergevers. Nooit extreem, of het moet in 3D weergave zijn.
Op de draaitafel belandt Mark Knopfler met “The ragpickers dream”. Jammer dat Knopfler kwijt is hoe hij vroeger de Dire Straits opnames maakte. Het is op kant twee, track één een kakofonie aan blubberig laag. Leuk voor mini weergevers, maar niet voor een serieus merk als Harbeth. Misschien moet Mark eens gaan afmixen op Harbeth-achtigen. De volgende track is gelukkig veel beter. Opener en helderder. Weg is het gonzen. De muziek blijft wat knullig en leent zich voor een avond voor de open haard. Pas de derde track pakt me en laat de voet meewippen. Mede vanwege de pianoloopjes die de Harbeth doet excelleren.
Karen Carpenter vraagt steun aan een kinderkoor op “Sing, sing a song”. De Harbeth laat het hier afweten. Ik weet dat je in het kinderkoor de kinderstemmen moet kunnen herkennen. De 7ES-2 maakt er gewoon stemmen van, het kinderlijke is er af. Zou het conusoppervlak toch de boosdoener zijn? Wel imposant is de opname van de Weavers in Carnegie Hall. Zelden hoor je zo goed dat het een opname is met drie microfoons. Dat plaatst nog eens opmerkelijk. Waar een steekje viel, haal je dat nu dubbel en dwars in. De sfeer zit er goed in en luister eens naar het klappende publiek, dat ruist alsof je een kamer vol mensen hebt.
Meer naar klassiek met L’Estro Armorico van Vivaldi. Ik krijg een déjà vu gevoel alsof de tijd van de Spendor BC1 herleeft. Maar dan in een modern jasje dat meer prijs geeft van de opname en de instrumenten. De klanksignatuur is zeker Brits te noemen.
Solo piano op een Clearaudio opname waar achtereenvolgens de Turkse Mars klinkt en Fur Elise. Kenmerkend voor de weegave is de soepelheid, naast de mindere betrokkenheid van de luisteraar. De vleugel laat zich technisch gezien heel fraai neerzetten. De virtuositeit van de pianist is ontleed zonder expressie te verliezen. Dit is een monitor waardig al zou de kracht wat groter mogen zijn. Een Harbeth is geen kast voor een head banger, wel voor een mind bang. Een track later klinkt een messcherp opgenomen viool. De opname is wel heel erg close en direct. Kleuring lijkt niet aan de orde. De Harbeth is een verlengstuk van het instrument geworden.
 Terug naar cd en iets moderner, ik draai “The Violin Player” van Vanessa Mae. Hier laat de Harbeth tijdens de zware passages niet het achterste van zijn tong zien. Hoe hoger het rendement van een speaker, hoe dynamischer hij meestal zal zijn. De 7ES-2 is geen spetteraar in dit opzicht. Meer geschikt voor kamermuziek, melodieuze pop, stem en easy listening jazz (om te kunnen knallen heeft Harbeth ook een professional serie heeft die meer power aankan). Maar bent u het desnoods geheel met mij oneens en draait u lekker uw muziek in alle toonaarden en toonsoorten.
Ik sluit af, zoals vaak, met het Combattimento Consort. Wederom geen groot daverend orkest en daarom goed weer te geven. De muziek is niet gemakkelijk in het gehoor liggend en vraagt kwaliteit van de set om lang te boeien. Mede omdat de Harbeth op zich al de aandacht vraagt en graag de structuur bloot legt. Ik wissel tijdens het draaien van deze cd een aantal keer tussen de Teac/Apogee en de Teac D-70 + P-70. De eerste helderder en minder goed plaatsend, de laatste ingetogen en opener. Met deze opname zou ik eigenlijk op de Harbeth de goedkope combi prefereren terwijl de dure Teac’s elders uitblinken met andere opnames. Wat eens te meer bewijst hoe belangrijk systeem tuning is.