Veertien jaar na diens vertrek bij het Natlab, lijken nurks en cynisch wel de laatste kwalificaties waarvoor Schouhamer Immink in aanmerking komt. Hij maakt een zeer levenslustige, blijmoedige indruk en spreekt honderduit. We zijn inmiddels bij Schouhamer Immink thuis, aan de Maas, in hartje Rotterdam. `Als u bij het Natlab was gebleven, dan had u hier nu niet gezeten`, oppert ondergetekende. "Nee, dan had ik niet in Rotterdam gezeten! In die prachtige ruimte hier. Die mooie flat. Dat roeien en zeilen hier voor de deur. Een heel andere omgeving dan dat Geldrop. Meteen na mijn vertrek bij Philips ben ik daar weggetrokken. Een oude Philipsvriend van me woont nog wel in Geldrop, die zegt dat weleens. `Ik ben blij voor je dat je naar Rotterdam vertrokken bent. Hier zou je je verveeld hebben!`"
Met zijn vertrek bij het Natlab hield Schouhamer Imminks nadenken over betere, nog slimmere coderingen niet op. Om nieuwe ideeën te patenteren en te gelde te maken, richtte hij in 1999 een bedrijfje op onder de naam Turing Machines. Schouhamer Imminks eerste `eigen` patenten waren bedoeld voor toepassing in de Blu-ray Disc, die in die dagen volop in ontwikkeling was. Philips was niet geïnteresseerd, en Sony wilde ze niet hebben om partner Philips niet voor het hoofd te stoten. Uiteindelijk was LG de kopende partij, voor een bedrag waarvoor Schouhamer Immink, zo stond ooit in NRC Handelsblad, zo`n 93 jaar bij Philips had moeten werken.
Naast zijn werk als zelfstandig uitvinder, was Schouhamer Immink tot voor kort part-time hoogleraar aan de universiteiten van Essen en Singapore. "Essen was me toch net te ver, en Singapore al helemaal. Ik was iedere keer een paar maanden van huis." Ook met het aanmelden van nieuwe patenten is Schouhamer Immink opgehouden, al was het alleen maar omdat de Blu-ray Disc waarschijnlijk de laatste optische standaard zal zijn. "Niemand gelooft dat er nog een vierde generatie optische disc gaat komen."
Wel werkt Schouhamer Immink, die sinds kort AOW-gerechtigd is, samen met onderzoekers van de TU Delft, op het gebied van de informatietheorie. "Dat is een soort toegepaste wiskunde, dat vind ik erg leuk."
Schouhamer Immink haalt de CDP-101 te voorschijn. "Jezus wat een ding zeg! Wat heb ik nou toch weer gekocht?"
Hij inspecteert zijn aankoop. "Die afstandsbediening is van voor de oorlog!", zegt Schouhamer Immink. "Maar hij heeft er toch toch maar mooi een. Die van ons hadden dat niet. En hij heeft een laatje, en een numeriek display. De tijd wordt aangegeven. Zelfs dat zat er bij ons niet op, in de eerste generatie. De CDP-101 was een richtingbepalend product. Alle cd-spelers die daarna op de markt zijn gekomen, zijn zoals deze geweest. Vergeleken met deze Sony was onze CD-100 ronduit onaf."
"Dat was toch wel ontluisterend. We hadden met Sony afgesproken dat we in 1982 de cd wereldwijd zouden introduceren. Maar begin `82 bleek dat wij, Philips, een half jaar achterliepen. Niet een maand, maar een half jaar! We waren natuurlijk tegelijk met Sony begonnen aan de ontwikkeling van onze eerste cd-speler. Juli 1980 was de standaard klaar. Pang! Het startschot. Anderhalf jaar later blijkt dan dat je al een half jaar achterloopt. Ik dacht: hoe kan dit?"
Eén van de oorzaken was dat er een ongekend ingewikkelde chip nodig was voor het uitlezen en de foutcorrectie. "Die moesten uit een Philipsfabriek in Southampton komen. En die hadden maar een `yield` van een paar procent. Dus van de honderd chips die ze produceerden, werkte er maar een handvol. En stopten we ze in de speler, dan ging een deel van die werkende chips meteen kapot. Kon je die er weer uit gaan vissen."