(Gesponsord artikel)



D-Box

Bart Nijman | 15 oktober 2009

D-Box werkt verrassend simpel: een op de videoapparatuur aangesloten ‘Motion Box’ herkent de film en zoekt het bijbehorende bewegingsbestand er bij (er zijn al een kleine 900 titels beschikbaar). Op dat bestand zijn de geluidssporen van de film vertaald naar beweging, die via kabels naar de stoelen uitgevoerd worden door kleine hydraulische pompjes, één op iedere hoek van de stoel. Middels kleine bewegingen kan zo een heftig resultaat bereikt worden dat varieert van trillen (hoofdpersoon duikt in het zand) tot schudden (grote ontploffing dichtbij) en van zachtjes deinen (een autoritje) tot heftig kantelen (meevliegen in een straaljager). Het zijn maar kleine bewegingen, maar in combinatie met het beeld en geluid van de film levert het een intensief resultaat. Het duurt nog geen vijf minuten om er aan te wennen en daarna is een scène uit Die Hard 4.0 die je een minuut eerder nog mét D-Boxbeleving aanschouwde, zonder het systeem ineens beduidend minder spectaculair. “We hebben u gewaarschuwd...!”, zegt BB&G op hun website over D-Box. En ze hebben gelijk: D-Box proberen zorgt meteen voor het gevoel dat iedere (thuis)bioscoop er van voorzien zou moeten zijn.

Beter Beeld & Geluid Hilversum

D-Box past in de filosofie van het Hilversumse bedrijf dat alles om de beleving moet draaien. Ook bij de aanpak van home cinema stopt het bij Van der Zel niet bij het in één ruimte bij elkaar zetten van een scherm, een projector, afspeelapparatuur en een handvol luidsprekers. Het begint met de ruimte zelf: als de klant echt een thuisbioscoop van een ruimte in zijn huis wil maken, komt er meer bij kijken dan alleen apparatuur opstellen. Akoestiek, bijvoorbeeld. Daarom neemt BB&G desgewenst ook het voortouw in wat soms op een complete verbouwing uitdraait. “Dat doen we met een aannemer samen hoor, ik ben wel handig maar niet zó handig”, verduidelijkt Van der Zel. “Al maken we wel samen met klant en aannemer een plan van aanpak. De klant bepaalt natuurlijk hoe ver we kunnen gaan, maar ook de kleuren en vorm van de inrichting.” Als dat allemaal geregeld is, begint het opbouwen van het systeem. “Je begint met één stoel en van daar af ga je passen, meten en bouwen”, zegt Van der Zel.

In het geval van een thuisbioscoop komt het neer op gemiddeld ongeveer drie dagen installatiewerk – en dat is dus puur de apparatuur, los van eventuele verbouwingswerkzaamheden. Het hangt echter van de werkzaamheden af of dit minder of juist meer tijd kost. “We gebruiken apparatuur om metingen te doen voor de opstelling van de spullen en voor de basisafstelling ervan, de finetuning gaat op het gehoor”, aldus Van der Zel. Die fijnafstemming kan rustig aan BB&G overgelaten worden: het bedrijf is ISF en HAA gecertificeerd. ISF staat voor Imaging Science Foundation en houdt zich bezig met beeldstandaardisatie en -calibratie, terwijl HAA staat voor Home Acoustics Alliance, wat het analyseren en optimaliseren van de akoestiek in een bepaalde ruimte behelst. Kort gezegd: “Onze meetspullen helpen ons goed op weg, maar de finishing touch is toch niet iets dat een apparaatje zelf in kan schatten. Een bak praktijkervaring mist zo`n apparaat natuurlijk ook.” Laat dat maar aan de specialisten over.






EDITORS' CHOICE