Opgesteld op 60 centimeter hoge stands en ruim 50 centimeter van de achterwand, met een circa 18 graden toe-in, presteerden de Petites op hun best. Ook de vierde generatie Petites maken meteen duidelijk waarom deze en andere NEAT weergevers zo in de smaak vallen bij NAIM eigenaren; ze komen zowel doelgericht als zelfverzekerd over, wat gepaard gaat met een totaal ontspannen presentatie. Het uitklinken van de National Resophonic gitaar die door Chris Thomas King werd gehanteerd tijdens zijn Red Mud sessies kwam energiek over en bleef opmerkelijk lang in de lucht hangen. Ondergetekende was op slag verliefd op de gitaarweergave van deze muzikale mini`s. Dit is een must-hear weergever voor gitaar fans, met name wat betreft akoestische solo of combo opnames. De NEATS voelden zich duidelijk thuis in de recensieruimte, vooral in combinatie met de Heed Obelisk versterker.
Aan de Exposure Super XXV werd een solide en warme weergave verkregen die echter minder levendig en vrij klonk als de Heed/NEAT combo. Down under kunnen de Petite SXen er lustig op los grommen, zij het op iets minder gearticuleerde wijze dan de Stirling Broadcast monitoren. Waar de NEATs de herontworpen LS 3/5as echter overtroffen, was op het punt van ritmische `drive`. Daarnaast zijn NEAT`s kleine Classics erg goed in het tot uiting laten komen van klapperende double-bass snaren of bottleneck gitaar-sneren. Anders gezegd; de geluiden die een een akoestische sessie expressiviteit geven. De traditionele gesloten-kast BBC monitoren zijn verhoudingsgewijs meer cerebraal van karakter terwijl de nieuwe Petites directer op het gevoel werken. Een groot pluspunt van de Petite SX is, dat het de energiebalans van een gegeven muziekstuk weet te behouden bij lage afluisterniveaus. Dat is iets waar de QUAD elektrostaat in uitblinkt en het is knap dat een bescheiden geproportioneerde conusweergever dat zo goed doet want normaliter is die verdienste mede gekoppeld aan een bepaald membraan-oppervlak.
Gezien NEAT net als NAIM bekend staat om een meer dan gemiddeld maatgevoel, werd de ooit door Martin Colloms verkozen PRaT-plaat (Graceland van Paul Simon) op het Schotse vilt gelegd. De titel-track kwam met minder urgentie naar voren dan via de Studio 2SE weergevers maar de uiterst ontspannen presentatie van de zang en de kippevel inducerende timbrale rijkdom die met de Petites werden verkregen deden dat snel vergeten. Bob Surgeoner had de spijker op de kop geslagen toen hij aangaf dat de Petite SX bovenal een tonale performer is. Paul Simon was via de NEATs beter als de front-man herkenbaar maar zijn stem klonk ook wat natuurlijker dan via de drie residentiële mini-monitor paren en dat zegt wat. Zo was de wijze waarop Paul Simon telkens zijn afstand tot de microfoon aanpast verbluffend gemakkelijk herkenbaar, alleen de ESL 57 kon dat nog duidelijker overbrengen. Diamonds On The Soles Of Her Shoes viel na de drum-intro op plastische en stuiterende wijze in huis terwijl de blazersectie gloedvol overkwam, met een duidelijke messing-signatuur. I Know What I Know miste nog wat aan articulatie en ruimtelijke focus maar daar stond dan wel een uitstekende ritmische `bounce` en emotionele overdracht tegenover. Dat laatste is iets wat op de lange duur van eminent belang is wanneer men een weergever zoekt die op dat punt kan meegroeien met betere bronnen. Dit is een weergever waarbij men snel kan ontspannen.
Het contrast met andere weergevers en hun karakters wordt vrij gauw vergeten, waardoor het voor de luisteraar gemakkelijker wordt om zich op de muziek te richten in plaats van de weergave per sé. De Petite SX is een midden-meester die nooit de boel naar voren gooit maar klanken in dat bereik erg goed uit de timbrale verf laat komen. Wellicht is dat mede te danken aan de emperische benadering van de ontwerper die bijna haaks staat op `meten is weten`.