Nadat, met behulp van een digitale multimeter de correcte lichtnetfase was gevonden voor de Campion versterker en het systeem ruim de tijd had gekregen om los te spelen ging de CD Blue Light `Til Dawn van Cassandra Wilson in de Quad 99 CDP om de track `Come On In My Kitchen` te beluisteren. Deze track werd met twee verschillende kabel-combo`s beluisterd; eerst werden de Audio Quest Jade interconnect en QED Profile 4X4 luidsprekerkabel toegepast en daarna werd het systeem met DNM kabels (door Himp meegestuurd) verbonden. De DNM kabels zullen later uitgebreid worden besproken in een aparte recensie maar gezien de importeur deze kabels als een klankmatige symbiose met de ATC weergevers ziet werden ze ook voor deze recensie ingezet (in de uiteindelijke DNM recensie zullen de kabels in meerdere configuraties worden beluisterd). De met gedempte snaren en staccato gespeelde akoestische gitaar werd duidelijk gearticuleerd en ruimtelijk weergegeven, met een zeer lang naklinkende `reverb`. De kickdrum klonk dynamisch en strak en kreeg een flink solide push mee. De bas werd vooral goed gearticuleerd knorrend weergegeven. Cassandra Wilson`s stem werd met veel presence, in feite wat forward maar zeer open en ongenadig duidelijk gepresenteerd waarbij de sibilance weergave wat hard en bij tijd en wijle zelfs glazig kon overkomen. De rim-shots klonken snappy, impulsief en gort, gortdroog. Met de DNM TCC interconnect tussen de 99 CDP en de Campion en de DNM LSC luidsprekerkabels tussen de Campion en de SCM 7`s werd deze nogmaals beluisterd. De gitaarintro klonk nu duidelijk tonaal meer natuurlijk, ronder en vloeiender met nog steeds zeer goed gearticuleerde snaarplukken. De kickdrum klonk zwaarder en werd met meer bloom gepresenteerd. De bas klonk met de DNM kabels tonaal rijker en kreeg een meer plastische aanwezigheid mee. Cassandra Wilson`s zang kwam meer ontspannen over en werd losser afgebeeld (de sibillance weergave bleef kritisch maar was wel schoner geworden). De rim-shots kwamen sneller over en werden met meer lucht gepresenteerd. Het geheel werd op open, transparante en levendige wijze weergegeven zonder toegevoegde smoothness.
De DNM kabels bleken zowel met de ATC`s als de Sonneteer een uitstekende match te zijn en bleven daarom onderdeel van het systeem. De CD Woodface van Crowded House werd tevoorschijn gehaald om de track `Four Seasons In One Day` te beluisteren. De met brushes gespeelde drums kwamen op verfijnde wijze naar voren en werden met veel lucht weergegeven. De kickdrum klonk opvallend solide en droog, een typisch kenmerk van een goed ontworpen gesloten klankkast. Neil Finn`s zang werd duidelijk, direct en op open wijze gepresenteerd, een echte monitor weergave dus (met deze weergevers heeft men geen tekstblad meer nodig; de SCM 7 articuleert als een logopedist). De piano werd hier zelden zo duidelijk weergegeven, zowel qua toetsenspel als timbraal kwam dit instrument heel natuurlijk over. De achtergrondzang klonk losjes, soepel en werd goed in de diepte afgebeeld. Met deze transparante weergave liet de Sonneteer versterker ook duidelijk horen dat hij met de ATC`s een goede match vormde en ook zelf van hoog niveau te zijn. In vergelijk met de Exposure Super XXV bleek de ruimtelijke weergave van de Sonneteer net iets beter te zijn en de Exposure op het tonale vlak een meer coherente en rijke weergave te bieden maar beide versterkers bleken uistekende weergavepartners voor deze ATC weergevers te zijn.
Mighty Sam McClain`s knallende Live-CD Joy And Pain werd gedraaid om te kijken of de kleine ATC`s ook goed met dit muzikale geweld konden omspringen. De intro, met een stevige drum-klap kwam met een grote dynamische sprong naar voren terwijl de trompetten met een rijke bekerklank werden weergegeven. De kickdrumweergave was werkelijk grote klasse: soepel, plastisch en zeer krachtig. Verbijsterend, gezien het formaat van de weergevers. De bekkens kwamen met een zeer verfijnde metaalruis naar voren (ATC heeft duidelijk veel aandacht besteed aan de juiste afstemming van de unit`s). De op subtiele wijze bespeelde elektrische gitaar (met trage reverb) klonk lekker organisch en ontspannen en de daarop volgende keiharde drumslag klonk zowel krachtig als zeer accuraat. Toen de gehele band losbarstte bleven de ATC`s het geheel op open wijze en met een grote stage presenteren waarbij de dynamische sprongen tamelijk moeiteloos naar voren kwamen (waarvoor de Sonneteer natuurlijk ook een pluim verdient). Mighty Sam`s gorgelende zang kreeg een ontspannen en soepele presentatie mee en het geheel werd met een goede `Live` energie gepresenteerd.
Van Cheryl Wheeler`s CD Sylvia Hotel werd de mooie track `Rainy Road Into Atlanta` beluisterd. Haar akoestische gitaar werd vrij up-close en luchtig weergegeven terwijl haar zang ultra-helder naar voren kwam. Geen spoortje van de lichte heesheid waarmee veel weergevers haar stemgeluid presenteren was met de ATC`s hoorbaar, wat toch opmerkelijk is. De drums klonken droog en luchtig, met bijna driedimensionaal weergegeven brushes. De elektrische gitaar werd groot en los afgebeeld terwijl het Hammond orgel op rollende wijze naar voren kwam. Het geheel werd tegelijkertijd op grote schaal en vrij direct weergegeven waarbij de wat confronterende presentatie niet verstorend werkte op de intieme huiskamer-sfeer van deze muziek.
De ATC`s kunnen overigens streng en bijna (ver)oordelend reageren op minder goede opname`s (je zou kunnen zeggen: dat is ook hun taak als monitor weergevers) en in dat opzicht deden ze meer denken aan de Acoustic Enery AE1 weergevers dan aan Britse monitor weergevers die volgens de BBC traditie zijn afgestemd, zoals de Harbeth Monitor 30. De Britse monitorluidsprekers kunnen wat dat betreft in twee kampen worden onderverdeeld maar er blijven desondanks genoeg overeenkomsten zoals souplesse, timing en een fantastische weergave van stemmen. De keuze is uiteindelijk aan de luisteraar.