Tweede akte; Phonomena.
Na enkele weken – de importeur heeft de apparatuur lang moeten missen – schakel ik over van Sphinx naar Phonomena. Nadat ik hem in mijn systeem geïntroduceerd heb open ik de kast teneinde wat te kunnen spelen met de dipswitches. De Baldinotti is met zijn afgiftespanning van 0.3 milliVolts te kwalificeren als een low output MC element. De afsluitweerstand is 60 Ohm. Met dipswitches kunnen in de Phonomena per kanaal zowel ‘Gain’ – twee dipswitches met per kanaal 4 posities - als ‘Loading’ – twee dipswitches met per kanaal 8 posities - ingesteld worden. Voor deze afgiftespanning wordt een ‘Gain’ geadviseerd van 56 of 60 dB waarbij ook de tussenposities van 57.5, 58.4 en 59,4 nog tot de mogelijkheden behoren. Uiteindelijk kies ik voor 60 omdat dit na beluistering van de verschillende mogelijkheden de meest optimale combinatie biedt ten aanzien van signaal/ruis verhouding en volume uitsturing. Ook ligt de sterkte van het signaal zo meer op niveau met de CD lijningang.
Ten aanzien van ‘Loading’ kan er een onderscheid gemaakt worden tussen ‘Capacitive Loading’ en ‘Resistive Loading’. ‘Capacitive Loading’ wordt over het algemeen gebruikt bij MM elementen en heeft weinig effect op MC elementen. Toch beluister ik de twee mogelijke posities waarna ik het apparaat instel op 200 pF omdat dit ‘voor mijn gevoel’ de voorkeur geniet boven 300 pF. Vraagt u me echter niet om te beargumenteren op grond van welke waargenomen verschillen tijdens het draaien van ‘The Midnight Special’ deze beslissing genomen is. De door fabrikant The Blue Note geadviseerde ‘Resistive Loading’ bedraagt zoals gezegd 60 Ohm. De dichtst bijzijnde in te stellen waarde is 59 Ohm. Hoewel het dus het meest voor de hand ligt om deze positie te selecteren heb ik ter vergelijking ook een aantal andere instellingen geprobeerd; de aangrenzende lagere waarde 50 en het naastliggende hogere getal 80. Tenslotte staat een element niet op zich zelf maar moet hij presteren in combinatie met andere apparatuur waarbij iedere component zijn eigen specificaties kent.
Het uitproberen van de verschillende afsluitweerstanden heb ik gedaan met gebruikmaking van een prachtige re-issue van het album ‘The Blues and the Abstract Truth’ van Oliver Nelson. Het eerste – 8 minuten en 45 seconden durende - nummer ‘Stolen Moments’ begint met een sensitief soulful geblazen trompet solo van Freddie Hubbard, gevolgd door Eric Dolphy op fluit en een tenor solo van Oliver zelf. Daarna sluit Bill Evans aan met een fraaie piano solo. Deze track geeft heel fraai de verschillen weer die optreden zodra de afsluitweerstand verandert. De lagere instelling laat een wat toegenomen focussering horen waarbij tevens de bas strakker klinkt. Een hogere setting biedt meer openheid en laat het signaal langer doorlopen. Dit laatste is met name te horen tijdens de genoemde trompet en fluit solo’s. De toegenomen openheid spreekt me weliswaar aan maar het (te) lang doorklinken van het signaal doet me uiteindelijk besluiten om te kiezen voor de middelste, dicht bij de door de fabrikant geadviseerde, in te stellen waarde van 59.Â
Hoewel er met behulp van de instelling van de afsluitweerstand dus heel goed een fijn afstemming gerealiseerd kan worden die het dichtst komt bij de persoonlijke voorkeur van de gebruiker zijn er toch wel een aantal basale kenmerken te noemen die de Phonomena als phonotrap karakteriseren. De eerder genoemde Mendelsohn opname laat horen dat de phonotrap in staat is om een grote diepe soundstage neer te zetten waarbij ook de opnameruimte informatie goed weergegeven wordt. Hier is echter ook te horen dat de bas dynamiek en autoriteit die met de Sphinx aanwezig zijn nu wat minder uit de verf komen. Het hoog in de plaat van Holly Cole klinkt fraai en gedetailleerd maar lijkt net dat laatste stukje resolutie te missen zonder dat dit overigens ten koste gaat van de muzikaliteit van de combinatie. Harry Belafonte klinkt via de Sphinx in mijn oren fractioneel levendiger en een tikje minder ‘beschaafd’. Het timbre van de instrumenten van het Oliver Nelson Sextet is goed.
Met in het achterhoofd mijn bevinding dat de Phonomena in combinatie met de Bellavista / Borghese / Baldinotti toch wat minder dynamisch klinkt en ook het laatste stukje resolutie mist ben ik benieuwd naar de prestaties van de Phonomena in combinatie met mijn eigen Clearaudio / VPI JMW 9.0 opzet. Ondanks het karakter van mijn eigen samenstelling - dat gekenschetst kan worden als analytisch en helder – blijft het resultaat vrijwel onveranderd. Met een afgiftespanning van 0,6 mV en een, conform de aanbeveling van de fabrikant Clearaudio ingestelde, afsluitweerstand van 50 Ohm verandert er weinig aan het klankbeeld. Het blijft met name ‘beschaafd’; ik mis wat ‘excitement’. Daardoor klinkt de tenorsolo van John Coltrane in ‘You don’t know what love is’ in mijn oren wat aan de matte kant en geven de bekkens een wat minder gedefinieerd geluid waarin het echte metaalkarakter ontbreekt zodat het eerder gekenschetst kan worden als ‘suizend’.