Phonomena
Het Amerikaanse Musical Surroundings produceert de door Michael Vee ontworpen phono voorversterker Phonomena. De specificaties zijn bepaald indrukwekkend te noemen. Opgebouwd in klasse A, met gebruikmaking van discrete low noise input transistoren in plaats van IC op-amps, een middels dip switches in 16 stappen instelbare ‘gain’ van 40 tot 60 dB en een in 128 stappen instelbare afsluit impedantie van 30 ohms tot 100 k-ohms waar mijn eigen, van zichzelf al stille, Sphinx Project Phono Equaliser geen antwoord op heeft. Het kleine kastje past met zijn breedte van 40, zijn hoogte van 5 en zijn diepte van 15 cm precies onder de draaitafels van het merk Basis waarvan Musical Surroundings in Amerika de distributie verzorgt. Het 1,3 kilo wegende apparaat kost in Nederland 900 euro.
Invoegen in het systeem
De Phonomena krijgt een plaatsje in mijn audio rack toebedeeld waarbij elk van de vier rubber pootjes – zoals dat bij vrijwel elk apparaat in mijn set gebeurt - een Master Base 1 plaatje ondergeschoven krijgt. De te testen draaitafel zal boven op mijn USM Haller rack een plekje krijgen. Om te voorkomen dat de topplaat van mijn kast beschadigd zal worden door de drie spikes waar de draaitafel op rust leg ik eerst vier rubberen dempers neer waarop ik een mij tijdelijk door de fabrikant ter beschikking gesteld Master Art Silhouet resonantie absorberend plateau plaats. Na de doos geopend te hebben kan ik de bovenste piepschuim bak er uit tillen. Daarin ligt het draai plateau, de aluminium puck, de aandrijfsnaar en normaliter ook het lager van de draaitafel. Dit rust nu echter al in het chassis, daar aangebracht door de importeur. Rick heeft ook het element al ingebouwd dus het is voor mij dan ook slechts zaak om het chassis uit de tweede piepschuim bak te tillen, het op het uit laagjes hout opgebouwde anti resonantie plateau te plaatsen, het draaiplateau op de spindel te drukken, mijn waterpasje op het draaiplateau te leggen en met behulp daarvan te bepalen in welke mate er aan de drie poten gedraaid moet worden teneinde de draaischijf exact horizontaal te krijgen. Dat alles verloopt gladjes; o.a. omdat de clamp aan de bovenkant vrijwel even breed is als aan de onderkant en bovendien van boven afgeplat is waardoor ik mijn ronde Clearaudio waterpasje exact in het midden van de draaischijf kan plaatsen bij het waterpas afstellen. Vervolgens check ik de positie van het contragewicht, stel ik de naalddruk in en kan er begonnen worden met het inspelen van het nieuwe element. Dit doe ik door gebruik te maken van de Clearaudio stroboscoop schijf die een speciale inspeelgroef heeft. Ruim vijftig uur van continu draaien later zijn draaitafel, toonarm en element klaar om hun tijdelijke plek in mijn systeem op te eisen.
De Set
De combinatie van Bluenote en Phonomena zal het op moeten nemen tegen mijn referentie bestaande uit Clearaudio Champion Limited Edition met VPI JMW 9 toonarm en Clearaudio Victory H high output MC element die het signaal leveren aan de Sphinx Project Phono Equaliser. De uit de groeven onttrokken muziek wordt versterkt door mijn GamuT combo en weergegeven door mijn bi wired aangestuurde Sonus Faber Concerto weergevers waarbij alle interlinks, netsnoeren en luidsprekerkabels – tenzij anders vermeld - afkomstig zijn uit de Classic serie van Siltech.
Luisteren
Eerste akte; Sphinx.
Na het inspelen van het element begin ik met het beluisteren van LP’s via mijn eigen Sphinx phonotrap teneinde een zo zuiver mogelijk oordeel te kunnen geven over de prestaties van de Bluenote combinatie. Als eerste leg ik een LP van Juliette Greco op het plateau. Wat me tijdens het plaatsen van de puck opvalt is het geringe gewicht ervan. Logisch; hij is gevormd uit aluminium. Persoonlijk vind ik hem te licht; hoe licht ik ook druk uitoefen, wanneer ik mijn borsteltje op de plaat zet dan houd ik de LP tegen en draait het plateau er onderdoor.
De eerste luisterindruk is te vergelijken met de eerste indruk die je krijgt wanneer je een persoon voor het eerst ontmoet. In een later stadium kan het oordeel weliswaar bijgesteld of genuanceerd worden, maar de toon is vaak reeds gezet. Hier is het eerste wat opvalt de geringe hoeveelheid oppervlakte geluid die deze combinatie genereert. Er is sprake van een bepaalde mate van ‘zwaarte’ in het geluid en in vergelijking met mijn eigen Clearaudio / VPI JMW combinatie klinkt deze LP wat intiemer en vloeiender. Ik heb het idee dat ik inderdaad ‘sous le ciel de Paris’ met echtgenote Antoinette aan een tafeltje zit; genietend van het zicht op de Seine, de smaak van een gekoelde Chablis, een knapperige baguette en de geur van een rijpe, de smaakpapillen prikkelende, St Albray. Hoogst muzikaal, waarbij de soloviool echt zo zijdezacht klinkt als ik hem ken uit de concertzaal. Qua helderheid en het ontleden van details gaat mijn eigen combinatie verder, qua gevoel en het zachtjes heen en weer wiegen op de muziek wint de Italiaan. Comme toujours; íl faut choisir…
Regelmatig worden er fraaie re-issues uitgegeven door labels als Classic Records, Analogue Productions etc. Ook het Duitse Speakers Corner hoort in dit rijtje thuis en een recente release van dit label is de 180 grams LP van Harry Belafonte met de titel ‘The Midnight Special’. De Bluenote combinatie laat de warme Jamaicaanse stem prachtig tot zijn recht komen. Evenals de stuwende bigband en de akoestische solo instrumenten waaronder een door een jonge Bob Dylan - tijdens zijn eerste opnamesessie - bespeelde mondharmonica in het titelnummer. Opnieuw is het vooral de vloeiend geformuleerde boodschap van de muziek die sterk overkomt.
De snaar van de combinatie is op de pully heel eenvoudig om te leggen zodat er ook 45 toeren LP’s gedraaid kunnen worden. Een erg fraai voorbeeld daarvan is de 45 RPM bonus LP van Holly Cole met daarop vier nummers die bij de 33 1/3 ‘Romantically Helpless’ LP gevoegd is. De Bellavista combinatie laat heel goed horen dat er ten opzichte van de ‘normale’ op 33 toeren te draaien 180 grams audiofiele persing op alle fronten winst geboekt wordt. Met name de stem krijgt nog meer presentie maar ook de instrumenten vestigen wat meer de aandacht op zichzelf. Bijvoorbeeld het orgeltje in ‘Don’t Fence Me In’. De dynamiek neemt eveneens toe. Nog fraaier – in letterlijke zin ‘treffend’- komt dat tot uiting op een schijf – eveneens 45 RPM - die nog maar net te koop is; de re-issue van het London Symphony Orchestra onder leiding van Maag die op Decca de ouverture “The Hebrides” van Mendelssohn uitvoeren.
“Ja, logisch” zult u nu misschien zeggen. Maar hoe zit dat met oudere of slechtere opnames? Ook dan weet de Italiaanse combinatie te overtuigen. Ik vind het af en toe leuk om een compilatie van UB 40 hits te draaien maar helaas stamt die LP uit 1987; de kwaliteit is niet geweldig en zowel de kopstem van de leadzanger als de schetterende trompetjes in sommige nummers zijn op de meer analytisch georiënteerde draaitafels soms niet om aan te horen. Ook op mijn eigen combinatie heb ik er meestal snel genoeg van. Nu draai ik echter alle nummers, waaronder ‘Red Red Wine’, ‘Please Don’t Make Me Cry’ en ‘Many Rivers To Cross’.