REVIEWTransrotor

Transrotor Leonardo 25

René van Es | 03 augustus 2002 | Transrotor

Phono voorversterker

Graag had ik u de naam genoemd van de Transrotor Phono voorversterker, maar het ding heeft geen naam. Wel heel prettige mogelijkheden en eigenschappen. Zoveel dat een separate recensie op zijn plaats zou zijn. De Phono is meegeleverd omdat ik niet tevreden ben met mijn eigen versterkertje en de Leonardo 25 goed wil kunnen beoordelen. In de het luisterdeel zult u lezen dat de keuze voor de Phono een verstandig plan was. De voeding van de phono bestaat uit een netsteker met ingebouwde trafo. Een dunne afgeschermde kabel loopt naar het relatief grote kastje. De voorzijde is verchroomd en oogt “Duits”, met een felle blauwe led. Naast de Leonardo is het wat te chromerig. De kast is verder opgebouwd uit een chassis waar een koellichaam overheen schuift. Ook het koellichaam heeft meer een cosmetische dan een nuttige functie en werkt ongetwijfeld kostenverhogend. Inwendig is het spannender. Een keurig printplaatje vormt de versterker zelf. Herkenbaar enige op-amps voor versterking en voor de spanning regulatie. Een schema heb ik niet, dus hoe de werking is kan ik u niet zeggen.

De in totaal twaalf dipswitches per kanaal maken het mogelijk voor moving magnet en moving coil elementen optimale instellingen te kiezen. De versterking is instelbaar op 0.15, 0.25, 0.3, 0.4 en 0.5 mV voor mc en 2 en 3-7 mV voor mm. Afsluitimpedantie voor mc instelbaar op 470, 220, 100 en 47 Ohm standaard en wie speelt met de switches haalt tussenliggende waardes. 47 kOhm voor mm is vast, maar wel kan de capaciteit variëren van 470 via 220 en 100 tot 47 pF. De signaal/ruis afstand is 66 dBA bij maximale versterking van 65 dB en 80dBA als er slechts 40 dB wordt verlangd. In gebruik is de Phono opvallend stil en volkomen bromvrij, zelfs als hij angstig dicht in de buurt van mijn eindversterkers staat. Dat ik mijn kostbare euro’s uit moet geven aan een voor mij te overdreven uiterlijk, maakt de ruime instelmogelijkheid inwendig en de afscherming helemaal goed. Ik ken geen mm of mc element dat niet zou werken met de Phono. En de fel blauwe led? Die schijnt zacht over de vacht van de kat gedurende de nacht. Enige overgebleven wens voor een recensent is natuurlijk dat de dip switches van buiten af bereikbaar zouden zijn. Maar je kunt niet alles hebben.

Combineer

De Leonardo 25 mag het opnemen tegen een Pro-ject Perspective met een Highphonic MC-A300 element dat reeds lang niet meer leverbaar is. De Pro-ject is eerst aangesloten op een Clearaudio Basic phono amp via Siltech Mxt New York en later op de Transrotor Phono met dezelfde kabel. De Leonardo is met de eigen bekabeling op de Phono en later ook op de Clearaudio gespeeld. Vanaf beide phono versterkers ga ik met Van den Hul The Source Hybrid naar een Clearaudio Balance voorversterker, die geen eigen mm of mc ingang heeft. Daarachter staan twee Monarchy Audio SE-100 delux eindversterkers die een set JMLab Electra 926 aandrijven via Ocos kabels. Vanuit de voorversterker gaan tevens kabels naar een actieve SW900 subwoofer, die eveneens uit de Electra range van JMLab komt. De Pro-ject heeft als ondergrond een Target wandbeugel met glasplaat. Stevig verankert in de muur. Voor de Transrotor vind ik een plek op mijn Standesign rek. De ondergrond is daardoor voor de Leonardo 25 eveneens van glas. Deze opstellingen kan ik niet veranderen. De Target beugel is namelijk niet waterpas tegen de muur gezet (ik ben niet zo handig) en de Leonardo 25 heeft geen instelmogelijkheden om zelf waterpas te zetten. Het rack staat stevig op een betonnen vloer en is met spikes waterpas gezet. Als tegenhanger voor het analoge geluid een cd en een dvd speler. De cd speler bestaat uit Teac/Monarchy Audio componenten, de dvd speler is een Marantz DV6200. Een complete lijst van alle spullen en kabels staat onderaan deze tekst.






EDITORS' CHOICE