Toen de JMR Offrande samen met de CD-LAD en de SA50 MKIII in de woonkamer opgesteld was, zei mijn vriendin als eerste: “wat is die mooi”. Ik vroeg wat zij bedoelde en dacht eigenlijk dat het de luidsprekers waren. Maar dit was een verkeerde gedachte gang, zij wees direct naar de grote en imposante SA50 MKIII eindversterker die op de vloer een plekje had gevonden.
Het front van deze SA50 MKIII is eveneens van zilverkleurig geanodiseerd aluminium, twee grote handvatten aan de voorzijde en grote koelribben aan de zijkanten completeren het geheel. In het midden onderaan zit een blauw/paarskleurige led, daaronder een grote zwarte aan-uitschakelaar met links daarvan een mute-switch en rechts een switch om de versterker naar Class A te schakelen. En dat is dan meteen een bijzondere eigenschap van deze versterker, hij is schakelbaar van Class A/B naar Class A. Indien volledig werkend in Class A wordt de versterker goed warm en zijn de koelribben en ventilatie openingen boven op de versterker hard nodig. Zorg er altijd voor dat de versterker vrij staat om oververhitting te voorkomen. Bovendien draait de elektriciteitsmeter wat sneller in het rond, maar ach dat wordt weer gecompenseerd met het minder stoken met de centrale verwarming. Wat gehoormatig het verschil tussen beide schakelingen is komt verderop in de luistertest naar voren. De SA50 MKIII is niet bepaald een kleine versterker (B 50cm, D48cm, H16cm) en hij weegt een slordige 26 kg. Een versterker die je niet snel over het hoofd ziet. Ook hier weer vergulde aansluitterminals op de achterzijde. De versterker levert in stereo 2 x 50 watt per kanaal bij 8 ohm en 2 x 100 watt bij 4 ohm. Als je de SA-50 versterker als mono-blok schakelt perst hij er zelfs 200 watt uit bij 8 ohm. De Plinius versterkers, ongeacht of het de losse voor- of eindversterker betreft of dat je de geïntegreerde versterker neemt, staan bekend als een zeer stabiele versterker die probleemloos ieder type luidspreker aan kunnen sturen. Waar ik erg blij mee ben is het feit dat je bij deze versterkers geen halsbrekende toeren uit hoeft te halen met het aansluiten van dikke kabels, omdat de aanwezige aansluitterminals voldoende plaats bieden. Dat geldt ook voor de verderop besproken geïntegreerde Plinius 8100 versterker.
Atoll
De test van de cd-speler is een verhaal apart. Het was de bedoeling om ook de cd-speler mee te laten lopen in de set, ware het niet dat loopwerk van collega-auteur Rene van Es het plotseling begaf. Hij stond op het punt voor HVT een aantal digitale interlinks te testen tussen loopwerk en d/a converter. Daar er niet direct een ander loopwerk voorhanden was en hij niet wist dat de reparatie tijd zo kort zou zijn, is de cd-speler als een speer verhuist naar Rene. Een uitgebreide test van deze cd-speler, de Atoll CD-80 is nu elders op de site te lezen.
Testopstelling
Een hele nieuwe set in één keer beluisteren is moeilijk, omdat je niet weet wat de sterke en zwakke punten van de afzonderlijke apparaten zijn. Daarom heb ik, om een goed beeld te krijgen, ieder apparaat afzonderlijk in mijn eigen set ingeslepen en een tijdje mee laten spelen. Op die manier leer ik ongeveer wat de apparaten in mijn ruimte presteren. Daarna is eerst de duurste set opgesteld om vervolgens na verloop van tijd iedere keer één apparaat te vervangen door een goedkoper exemplaar uit de serie van JMR of Plinius. Na wat experimenteren en schuiven vond ik de Offrandes het beste tot hun recht te komen als ze op een afstand van ongeveer 65 cm van de muur stonden en daarbij licht ingedraaid.