Het lijkt er op dat de klasse-D technologie in de afgelopen paar jaar grote sprongen heeft gemaakt en nu het bestaansrecht van conventionele versterkerschakelingen ernstig dreigt te gaan ondermijnen. In mijn eigen installatie kunnen alleen single-ended, non-feedback versterkers – met buizen, J-FETs of wat dan ook – nog een flinke stap verder gaan qua weergave van dynamische en timbrale contrasten, qua ‘body’ en uitdrukkingskracht van stemmen en instrumenten in het middengebied, qua weergave van heel kleine signalen die een opname pas echt tot leven brengen – maar met zulke versterkers breng je het gros van de luidsprekers weer niet overtuigend in beweging en lever je aan de uiteinden van het frequentiespectrum in meerdere of mindere mate in.
Betekent dit alles dat we de dikke bolides onder de versterkers dan maar gewoon moeten vergeten, en in hun plaats een D 3020 aan om het even welke topklasse luidspreker moeten koppelen? Dat gaat me een paar bruggen te ver. De Avantgardes zijn met hun zeer hoge rendement, uiterst eenvoudige wisselfiters (alleen een tweede-orde filter voor het hoog, that’s it) en actieve basmodules natuurlijk een geval apart en naar verluidt ‘kan’ een D 3020 best met pakweg een Dali uit de Epicon-serie aan de slag, maar hoor je in dat geval wél een duidelijk verschil met bijvoorbeeld een tien maal duurdere M2 uit eigen huis.
Maar toch…de D 3020 heeft in ‘mijn’ configuratie dingen laten horen waarvan je denkt ‘dat kan helemaal niet met een apparaat van vijfhonderd euro, het speelt vér boven het niveau dat bij die prijsklasse hoort...' Wie zegt dat er niet nog veel meer combinaties te maken zijn waarin het apparaat iets vergelijkbaars doet? Namelijk optimaal gebruikmaken van de geniaal simpele en directe technische opzet van het versterkertje. Goede breedbanders misschien, of afgeleiden daarvan à la Zu Audio, of eenvoudige, ‘snelle’ tweewegsystemen met minimale, goed ontworpen wisselfilters. Maar ook de Dali’s die dit geen van allen zijn, stegen met de D 3020 in bepaalde opzichten boven zichzelf uit.
Nu is de combinatie Dali-NAD natuurlijk niet direct een ‘onverwachte ontdekking’, maar eerlijk gezegd had ik de twee samen binnen hun prijsklasse nog niet op dit niveau horen musiceren. Het lijkt erop dat experimenteren loont. Ga er vooral niet vanuit dat je met een paar speakers van zeg maar vierhonderd euro wel zo’n beetje het beste uit de D 3020 haalt en dat de volgende upgrade dan de voor versterker zou moeten gelden. Probeer in plaats daarvan eens hoe het werkt met die weergever waarvan je altijd hebt gedroomd en die nu tweedehands binnen je bereik ligt. Je zou wel eens heel prettig verrast kunnen worden. Net als zijn illustere voorganger heeft dat lieve, kleine, bijna lifestyle-achtige NAD-kastje de potentie om alle regels overboord te gooien. Ik ben heel benieuwd hoe de D 3020 het in ‘de markt’ gaat doen.
HiFi.nl plus- en minpunten
+ Compact kastje dat overal een plaatsje vindt
+ Draadloos muziek streamen via Bluetooth
+ Coaxiale, optische en USB-ingangen
+ Kan heel veel luidsprekers, ook ‘moeilijkere’, aan
+ Muzikale kwaliteiten die héél ver boven de prijsklasse uitstijgen!Â
- Slechts één analoge ingang (maar wat wil je voor dit geld?)
- Bediening op apparaat (tastgevoelige oppervlakken, volumeknop) vergt enige gewenning (maar de afstandbediening is de eenvoud zelf)
NAD D 3020: € 499,-
Meer informatie via importeur AND Benelux