In 1978 introduceerde NAD de revolutionaire 3020 geïntegreerde versterker, één van de meest gewaardeerde en best verkochte versterkers ooit, Op High End München in mei 2013 vierde het merk zijn veertigste verjaardag, en toonde er trots de moderne opvolger: de D 3020.
THIS REVIEW IN ENGLISH? CLICK HERE
HiFi.nl is minstens zo trots, want we mochten er als eersten mee spelen. Bij dezen de wereldprimeur van de jongste digitale versterker van NAD; "Wat dit kastje presteert, moet eigenlijk niet mogen kunnen voor vijfhonderd euro."
Het lijkt een schoolvoorbeeld van hoe je een hifisysteem niet samenstelt: een hoogwaardige digitale bron, een draaitafelcombinatie met een topklasse MC-element dat zijn signaal afgeeft aan een goede step-up trafo, en een tot het uiterste gekietelde buizenphonotrap, een paar hoornluidsprekers ter waarde van een goed uitgeruste kleine auto, er tussenin als cruciale schakel in de keten… Ja, wat eigenlijk? Een rechtopstaand desktop versterkertje van ongeveer acht centimeter breed en twintig centimeter diep en hoog, met een gewicht dat aan de ruime kant geschat een kilo of twee bedraagt. Maar: het klinkt evengoed geweldig. De NAD D 3020 breekt met wetmatigheden in de hifiwereld. Net als zijn illustere voorganger (zonder ‘D’, maar met phonotrap) dat in 1978 deed.
Wat is de D 3020 precies? De fabrikant houdt het op een ‘hybride digitale versterker’. Hybride in die zin dat het geen volledig digitale versterker is waarbij een eventueel analoog ingangssignaal eerst wordt omgezet in nullen en enen, en alle normale functies van een voorversterker zich in het digitale domein bevinden (zoals bij de duurdere digitale versterkers van NAD, Devialet et cetera), maar een combinatie van een digitaal/analoog converter met een klasse D eindtrap. Die laatste is trouwens een ontwerp van het Nederlandse Hypex. De eindtrappen zijn discreet opgebouwd en zijn volgens de fabrikant totaal ongevoelig voor veranderingen in de luidsprekerimpedantie. Anders gezegd: het geluid verandert niet met de impedantie van de luidspreker die door de versterker wordt ‘aangedreven’, en de versterker schrikt niet terug voor zeer lage impedanties.
De presentatie op High End München 2013
Ook de uitgangsimpedantie is laag en gelijkmatig over het gehele frequentiebereik. De voedingsschakeling beschikt over de laatste evolutie van NAD’s ‘PowerDrive’, een circuit dat de uitgangsspanning van de voeding controleert op basis van de actuele belasting. Voor korte pieken kunnen zeer hoge voltages worden geleverd zonder dat het apparaat ‘in de (thermische) beveiliging schiet’. NAD claimt dan ook dat ondanks het op papier lage uitgangsvermogen van 2 x 30 Watt, de D 3020 ook ‘moeilijke’ luidsprekers met gemak aanstuurt.
In het ‘voortraject’ maakt NAD gebruik van een 24 bits/196 KHz, achtkanaals D/A-converter waarvan de output vervolgens naar twee kanalen wordt gemixt. Dit zou resulteren in een hogere resolutie. Digitale inputs zijn er ook: we tellen één USB-, één coaxiale en twee optische aansluitingen (waarvan één mini-jack te gebruiken als extra optische ingang, of gewone stereo ingang analoog), plus de mogelijkheid draadloos te streamen vanaf je smartphone of tablet via Bluetooth. De USB-input werkt in asynchrone modus: vanaf de NAD-website kun je een asynchrone ‘driver’ voor je computer of laptop downloaden, waarmee je vanaf zulke platforms die – tenzij ze specifiek voor audiodoeleinden zijn geconfigureerd door iemand die weet wat hij doet – eigenlijk altijd een minder stabiel gedrag vertonen dan gewenst, de onvermijdelijke jitter zoveel mogelijk beperkt. En gelukkig voor mensen zoals ondergetekende is er ook nog één analoge input.