REVIEWSennheiser

HD 800

Gastauteur | 14 mei 2009 | Sennheiser

Sennheiser heeft een lange traditie wat betreft het maken van hoofdtelefoons. In 1968 werd het ‘open’ systeem bij toeval ontdekt, zie boven bij de introductie van de HD 414, want voor die tijd was elke hoofdtelefoon een soort luidsprekerkastje voor op je kop. Niet dat daar iets ‘mis’ mee is, maar iedereen kent de nadelen ook: een zweterig gevoel en je afsluiten voor de buitenwereld is bepaald niet veilig. Deze ‘414’ werd een soort aartsvader voor een hele reeks hoofdtelefoons en niet alleen voor Sennheiser; Sony bijvoorbeeld introduceerde met de komst van de Walkman ook ‘open’ oordopjes, weliswaar onder licentie van Sennheiser.

Sennheiser HD800

De HD 800 is dus niet anders en bovendien als de meeste op de markt zijnde hoofdtelefoons van het dynamische type. Vrij vertaald is het dus een luidsprekermembraan dat in beweging wordt gezet door stroom door een magneet te sturen. In tegenstelling tot de eerder genoemde oordopjes of ‘gewone’ hoofdtelefoons is het membraan van de HD 800 zeer groot: 56 mm. En om ook de hoge frequenties goed weer te kunnen geven, extreem laag in gewicht. Sennheiser past hier een kunststof toe, Duofol genaamd, dat geen eigen resonanties heeft en dat in het midden open is. De spreekspoel zit ongeveer halverwege het membraan en wordt door een ringvormige Neodymium magneet aangestuurd (zie afbeelding). Om dit membraan te herbergen is de behuizing vanzelfsprekend ook groot. Met de HD 800 op je hoofd zie je er toch een beetje ‘StarTrek’-kig uit.

Volgens de fabrikant is het frequentiebereik giga-groot: van 6 tot 51.000 Hertz. Toch ontstaan er door dat grote membraan geen ongewenste eigenresonanties of eigentones in het hoog. Sennheiser’s ontwerper Axel Grell is zo ver gegaan dat er zelfs geen of nauwelijks vervorming optreedt (0,02% bij 1kHz/100dB).


EDITORS' CHOICE