Het gebeurt niet zo vaak dat ik met de mond vol tanden sta. Ik mag graag opmerkingen maken waarmee de knuppel vol door het hoenderhok gaat. Het kan even duren, maar dan is mijn mening gevormd, die soms dwars tegen de gevestigde orde ingaat. Familieleden uit Noord-Hollandse contreien noemen mij `zeggerig`. Dit maal is mijn mond gesloten en staar ik al een paar dagen naar een wit beeldscherm waar geen woord verschijnt in Word. Ik word geacht te beschrijven wat ik na ruim vier weken luisteren naar een LFD Zero Mk. III LE heb ervaren. Dat valt niet mee. De reden is, dat de Zero na een inspeeltijd van ongeveer een week langzaam verdween in de totale set. De aandacht naar de prestaties laten uitgaan bleek een proces dat continu overvleugeld is door muziek, of de aandacht ging uit naar de bronnen en luidsprekers. Het idiote in dat geheel is, dat welke bron ik ook gebruikte, of als ik andere luidsprekers aansloot dan mijn eigen Ruark monitors, ik telkens naar muziek luisterde en niet naar de techniek. Eventueel luisterde naar de verschillen tussen bronnen/weergevers.
Draai ik bijvoorbeeld Jacintha met haar heerlijke cd Lush Life, dan luister ik naar de dame. Geniet van mooi neergelegde strijkers op de achtergrond. Zie een mondharmonica door de ruimte zweven, ervaar een piano als een instrument dat gewoon aanwezig is. Met enige dwang laat ik termen los als: strakke basweergave, enorm aanbod aan details, natuurlijkheid en overwicht. Met dwang? Ja, ik wil veel liever over de muziek zelf praten. Wat Jacintha neerzet is een stage performance die heel dicht bij de sfeer en klank van een jazzclub terecht komt. Hetgeen Bews in gedachten heeft met transparantie, detail en herscheppen van dimensies, komt meer dan uitstekend naar voren. Op een manier die de hifi-set doet verdwijnen uit de gedachten. De LFD laat me in dat verband denken aan de mooie Sugden versterkers, evenzo aan een Pass Labs combinatie die ik onlangs in huis kreeg. Terwijl de LFD nauwelijks middelen nodig lijkt te hebben om die prestaties te evenaren of te overtreffen. Wat genoemde merken met elkaar verbindt, is dat ze alle drie werken met de meest eenvoudige schakelingen. Met zo weinig mogelijk onderdelen; onderdelen die wel zijn uitgezocht op basis van gehoormatige prestatie op die plek in de schakeling.
Jennifer Warnes op Gold-cd met Famous Blue Raincoat. Hier merk ik voor het eerst iets op waar de LFD achterblijft ten opzichte van buizenversterkers of een transistor topper. Het slagwerk bij het openingsnummer behoort een serie felle klappen op te leveren. Ik druk dat uit als “tak tak tak”. Onlangs had ik een cd speler staan die daar “tikje tikje tikje” van maakte. De LFD gekoppeld aan de PrimaLuna PL8 zit daar tussenin. Het mag feller en agressiever. De enige klacht met de cd overigens. Over details hoort u mij niet mopperen. Evenmin in de basregisters. Het is een wonder hoe diep de Ruark wil gaan aan de LFD. De speaker lijkt fysiek te groeien. Uiteraard is dit gecontroleerd op een veel grotere luidspreker met dubbele woofer (Focal 716W), want ik wilde weten of de LFD de bas aanzet. Dat is niet het geval, het gaat in dit geval om pure, elektrische kracht, die ingezet wordt als dat nodig is. Het viel me al eerder op met een langspeelplaat van Kari Bremnes. Svarta Bjorn gaat heel erg laag. Dat kan de Ruark echt niet bijhouden. Toch stond ik oprecht verbaasd, wat een diepte er door het hele appartement stroomde. Met dank aan de uitstekend presterende LFD.
Intussen draait de titelsong van Warnes. Heerlijk hoe dat mens de teksten van Leonard Cohen weet te vertalen naar emotie. Prachtig de cello’s, die de stemming van het nummer vast houden. Geweldig de sax die met regelmaat de stem van Warnes vervangt. Dit heeft niets meer te maken met stoffige oude Leak en Quad 33/303 versterkers die betere tijden kenden. Dit is weergave op hoog niveau. Het spreekwoord wat ik graag gebruik schiet me te binnen: “Onderzoek alles en behoudt het goede”. Hawksford en Bews kennen dat spreekwoord ook. Intussen wil de speler doorgaan met Joan of Arc, echter de re-issue cd kent van dat nummer een live uitvoering, met groot orkest. Van studio naar stage laat ogenblikkelijk de totaal andere akoestiek horen. Ineens is het beeld vele malen groter en dieper. Het leeft in de ruimte. De stem minder precies, plaats van de instrumenten ook. Het laag vele malen overweldigender. Dit is een versterker die exact aanvoelt hoe hij moet handelen in deze wisseling van ambiance. De weergave is tot in detail te volgen, inclusief de fouten die gemaakt zijn in de oorspronkelijke mix. Je komt echt dicht bij `Warnes on stage`.