REVIEWRaySonic

Luisteren naar de Raysonic CD128

De juiste klik vinden met de Raysonic en de in huis aanwezige sets viel niet mee. De oorzaak is het klankkarakter van de Raysonic speler dat afwijkt van mijn persoonlijke smaak. Als recensent probeer je daar boven te staan en je te verplaatsen in een groep luisteraars die wel weg zullen lopen met deze speler. Het karakter laat zich in het kort kenmerken door een grote helderheid, een ruime dynamiek, een stevig fundament, maar tevens door beperkte diepte in het stereobeeld, enige scherpte en de typische cd-klank waar iedereen aan gewend is geraakt. Ook de helderheid die tot scherpte kan leiden in sommige opstellingen heeft bijgedragen aan de zoektocht naar de juiste combinatie. Die uiteindelijk te vinden was in een PrimaLuna ProLogue Two versterker met JJ Electronic buizen, Chord koper kabels, SEEC netfilter, Hanze Hifi plus Supra netsnoeren en MBL 121 luidsprekers.

Waar MBL goed in is, is het afgeven van een gespreid en licht diffuus stereobeeld met een zachte hoogweergave. Zacht in de zin van “verspreid door de ruimte” zonder hoog/midden op een enkel punt te focussen. Precies waar de Raysonic van profiteert. Een Focal Electra beryllium tweeter vergeeft minder, een Ayon 300B versterker idem dito. Ruark Sabre III monitors trekken teveel de aandacht. Een MBL 7008 versterker zou weer wel passen, want die geeft een klankindruk met een doordrukkend laag, de nadruk in de onderste regionen en niet in de hoge tonen gebieden. Zoals uiteindelijk opgesteld (CD128/PL2/MBL 121) speelt Loreena McKennitt haar “Ancient Muse” muziek door de ruimte. In de muziek een ruime keuze aan instrumenten die de muziek levendig en afwisselend houdt. Instrumenten die goed herkenbaar zijn en zich in een breed beeld neer laten zetten. Daartussen de ongelofelijk zuivere stem van Loreena die nergens verdwijnt in de kakofonie die haar bandleden kunnen opwekken als ware het een Poolse landdag. De afmeting van de  MBL draagt bij dat de stem op de juiste hoogte staat afgebeeld. Waar de Raysonic goed in is op deze cd is het behouden van de juiste afmeting. Een stem is niet groter dan in werkelijkheid. Een hoofd is geen enorme bol in de ruimte.

Ritmisch is de CD128 sterk, wat zal komen door de directheid van de speler die zelfs doorklinkt op rondstralers. Weg van ancient muziek en op weg met Ray Charles in duet met Natalie Cole en daarna met Bonnie Raitt. Op sommige sets is Ray de dominante partij in Fever, iets dat niet strookt met de werkelijkheid. Natalie moet Ray overheersen in pit en alertheid. De Raysonic is daarin voorbeeldig. Zet Natalie lekker stevig neer, haar stem en de band zijn duidelijk de baas. Het geeft mij een kick om Natalie zo te horen. Raitt is veel zachter in haar duet, een gelijkwaardige partner voor Ray Charles. Passend bij de muziek en de tekst van Do I ever cross your mind. De band zorgt voor een geluidmuurtje waartussen de zanger en zangeres staan. Van diepte is beperkt sprake. Jammer want dat maakt de muziek spannender naar mijn idee. Al ben ik de eerste die toegeeft dat een live concert ook geen diepte biedt, zelfs niet met klassieke muziek in een kleine opstelling. Willie Nelson laat met deze cd horen dat een mannenstem erg goed weer te geven is met de Raysonic. Als liefhebber van vrouwenstemmen spreekt mij dat minder aan, edoch de helft van de mensheid is van andere kunne en vindt over het algemeen mannen in meerdere opzichten aantrekkelijker dan vrouwen. Voor mij is dit in ieder geval de eerste keer dat Nelson/Charles zo opvallen in positieve zin. Grappig om te constateren dat het frequentiegebied van de mannenstem beter aansluit op het karakter dan de Raysonic CD128 dan het hogere octaaf van de dames. Wat ik ogenblikkelijk verder zal uitdiepen met een cd van Jacintha.

Even een zijstapje naar een opvallend verschijnsel. De Raysonic speler met zijn transparante deksel laat goed zien of een cd mooi rond is en het gat exact in het midden zit. Het heeft weinig moeite gekost om te constateren dat de beter klinkende cd’s in mijn collectie nauwelijks “schudden” tijdens het afspelen. De Jacintha JVC XRCD, die ik al jaren koester vanwege de uitstekende kwaliteit, is perfect rond. Daarmee rijst de vraag: zijn spelers wel voldoende toegerust om de (mechanische) ellende die muziekuitgevers in hoesjes stoppen (waar ze vervolgens veel geld voor vragen) op te vangen. Of is de muziekindustrie te lui om een behoorlijke mal te maken en kwaliteitscontrole te garanderen. Ik denk dat beide partijen schuldig zijn, omdat bij de introductie van de cd veel te weinig rekening gehouden is met slingeren en de enorme druk die het verschijnsel legt op de servo’s die de laser bewegen. Terug naar de muziek van Jacintha die lustig kweelt. Inderdaad is de opwinding van daarnet, de sterk aanwezige mannenstem, weg met de dame. Muziek kabbelt meer. Wekt minder emotie, vraagt minder aandacht. Gelukkig hebben we te maken met een speler die elektronenbuizen in de uitgang heeft en daar kunt u mee spelen. Een beetje tunen.

Het ontbreken van een gebalanceerde ingang op de PL2 versterker maakt het onmogelijk te beluisteren hoe de Raysonic via XLR werkt. Heeft uw eigen versterker wel die optie, gebruik hem dan eens met de Raysonic. Onderzoekt alles en behoudt het goede. Ondertussen schiet Jacintha over de laser heen, op een prettige manier ongeacht het volume waarop de set speelt. Worden echter de passages drukker en is de stand van de volume regelaar hoger, dan heeft de Raysonic het moeilijker de drukte het hoofd te bieden. De onderste regionen in de frequentieband lopen deels dicht en definitie gaat verloren. Iets wat vooral opviel met een drumsolo op een cd van Patricia Barber. Andere spelers in huis hadden minder moeite de basdrum als individueel instrument weer te geven. Eerlijk is eerlijk, de CD128 had wel de grootste dynamiek van allemaal in huis. Het is uw keuze als luisteraar waar u de accenten wenst te leggen. Ik rapporteer slechts en wil u alleen prikkelen naar de winkel te gaan om met eigen oren te oordelen. Dat u daarbij een ander genre muziek opzet dan hierboven kan ik mij ook voorstellen.






EDITORS' CHOICE