Het recensie-exemplaar van de Argo i was reeds ingespeeld maar kreeg toch eerst de kans om `bij te komen` met verschillende LP`s. De naalddruk was aanvankelijk ingesteld op 1,74 gram (Lyra adviseert altijd om van de lagere opgave uit te gaan en in dit geval bleek een niet al te hoge druk ook beter) maar uiteindelijk werd er gekozen voor 1,72 gram.
Overigens werd de Argo i aan de Wilson Benesh A.C.T. 0.5 toonarm gemonteerd met de schroefjes van het Dynavector DV 20X L element omdat het schroefdraad van de Lyra imbusboutjes een fractie te dik was voor de sleuven in de W.-B. carbon fibre armbuis waardoor het element niet meer in de sleuven kon worden verschoven (de sleuven bleken overigens ook te krap voor de kruiskopschroeven van een Shelter element).
De VTA (verticale aftasthoek) werd zo ingesteld dat de bovenkant van het Argo i chassis parallel met het plaatoppervlak stond met een 160 gram zware persing als ondergrond.
Lyra`s waren vroeger al VTA-gevoelig en ook bij dit model bleek, dat bij een iets te positieve (voorover hellende) VTA het hoge midden al gauw een wat scherp en `forward` karakter kreeg terwijl bij een te negatieve VTA de focus duidelijk afnam en er zelfs een minder impulsief karakter ontstond. Wat extra geduld bij het instellen van de VTA kan daarom (bij alle Lyra`s) zeker worden aanbevolen. De Argo i werd afgesloten met een `load`-impedantie van 68 Ohm.
Luisteren
Van Tracy Chapman`s debuut-LP werd de track `She`s Got Her Ticket` gedraaid, om te beoordelen hoe de Lyra met de combinatie van fel gespeelde drums en het rustige gitaarspel van Miss Chapman zou omspringen. De drumintro kwam met een verfijnde nagalm en veel lucht naar voren, waarbij de tikken zelf wat slank maar wel pittig overkwamen. Tracy Chapman`s stem klonk soepel en helder en werd met een goede focus afgebeeld.
De weergave van de kickdrum-stoten maakten de meeste indruk omdat ze op uiterst solide wijze werden gepresenteerd en een stevige impact meekregen terwijl de Argo i ook een goede grip op het geheel wist te houden. De koebellen kwamen met een volle klank naar voren en werden los afgebeeld. De elektrische gitaar werd op vrij plastische wijze weergegeven alhoewel de klank tonaal wat rijker had gemogen. De Hi-hats kwamen flink impulsief maar wel wat `wit` over. De bas kwam op droge en krachtige wijze naar voren waarbij de melodielijn van de baspartij goed te volgen bleef.
Hans Theesink`s mooie LP Call Me (in 180 grams Blue Groove persing, ter beschikking gesteld door Synfonique) werd tevoorschijn gehaald om de track `Soul Of Song` te beluisteren. Het dynamische mandolinespel van Theesink in de intro kwam met een rijke klankkleur en flink expressief naar voren. De tuba werd op rollende en bijna `ademende` wijze weergegeven. De melodielijn van het tubaspel was met groot gemak te volgen en kwam met een gearticuleerd vibrato naar voren. De sonore stem van Hans Theesink klonk rustig en werd daarbij groot en los afgebeeld. De drums kwamen op knallende maar ook strakke wijze naar voren, waarbij de hi-hats met een natuurlijke metaalruis werden weergegeven. De piano werd met veel lucht afgebeeld terwijl het toetsenspel een mooie hoeveelheid `gewicht` meekreeg in het lagere bereik. De blazers klonken wat `bescheiden` maar werden met een goede focus en vrij ver in de diepte afgebeeld.
De 180 grams Analogue Productions heruitgave van The Weavers Reunion At Carnegie Hall 1963 ging onder de PA Ogura tip om de track `Traintime` te beluisteren. Bij het (akoestisch) gitaarspel van Pete Seeger kwamen zowel de aanzetten als het natrillen van de snaren op bijzonder gedetailleerde en heldere wijze naar voren.
De zeer subtiel gespeelde zachte passages werden op luchtige en puntige wijze weergegeven. Bij de kortstondige `losbarsting` van het gitaarspel kwamen niet alleen de snaren maar ook de klankkast goed uit de verf. Peter Seeger`s stem klonk wat slank maar werd op gearticuleerde en transparante wijze gepresenteerd. De LP Puttin` It Down van de onvergelijkbare Terry Evans werd op de Wilson-Benesh viltmat gelegd om de track `Too Many Ups And Downs` te beluisteren.
De melodielijn van de bas werd ook hier weer op zeer duidelijke en tonaal correcte wijze weergegeven, waarbij de baspartij wat minder `gewicht` meekreeg dan met enkele andere Moving Coils het geval was geweest. De elektrische gitaar kwam met een subtiele en verfijnde weergave van het snarenspel naar voren. De zware gromstem van Evans werd op plastische wijze en groot afgebeeld. De weergave van het pianospel was niets minder dan schitterend, met een rijk timbre en parelende hoge tonen. De drums kwamen met veel drive en een solide impact naar voren. De met `brushes` gespeelde partijen kwamen op ademende wijze naar voren, terwijl het trommelvel op bijna fysieke wijze merkbaar was. De shakers kregen een bijzonder gearticuleerde "shhhk" klank mee en kwamen op zowel luchtige als expressieve wijze naar voren.
Van K.T. Tunstall`s LP Eye To The Telescope werd de track `Black Horse And The Cherry Tree` gedraaid. De akoestische gitaar werd op droge wijze en met een plastisch klinkend snarenspel weergegeven K.T.`s zang kwam op open wijze en met een goede scheiding van haar double`s naar voren terwijl die double`s op levendige wijze en met veel presence werden gepresenteerd. De drums klonken strak en lekker knallend terwijl de rim-shots op impulsieve wijze werden weergegeven en een mooie hout-op-staal klank meekregen. Het geheel klonk flink levendig en werd met een aanstekelijke ritmische `drive` weergegeven. Het bleek dat de Argo i zijn diamanten tand graag in levendige muziek met stevige baspartijen en knallend percussiewerk zet, om het geheel vervolgens op moeiteloze wijze te ontrafelen. Met zware (180 gram, 200 gram) kwaliteitspersingen onderstreepte de Argo i dat Lyra elementen van huis uit meesters in hoge resolutie en ruimtelijke afbeelding zijn, maar ook dat ze gevoelig zijn voor minimale verschillen in de verticale aftasthoek (iets wat onvermijdelijk is, gezien persingen soms wel 80 gram van elkaar kunnen verschillen). Gezien de Wilson Benesh A.C.T. 0.5 toonarm (en vele andere armen met hem) geen traploos instelbare VTA-kraag heeft zoals de duurdere Graham modellen, was het praktisch ondoenbaar om voor elke plaat de VTA opnieuw in te stellen. Mede omdat de VTA werd ingesteld met een 160 grams persing (op zich een goed uitgangspunt voor eigenaren van veel 180 grams én standaard persingen), waren de dikkere schijven daarom wat in het voordeel (overigens: dik is niet altijd beter, een werkelijk goede 120 grams persing kan verbluffend goede resultaten geven). Bij 12 Inch lange toonarmen zullen dikteverschillen tussen LP`s overigens minder invloed hebben. Het moet gezegd dat de Argo i minder gevoelig was voor "ski-schans" oploopgroeven (met holle rand), hobbelige plaatoppervlaktes of groeven met grote amplitudesprongen dan enkele oudere Lyra`s, zodat de `i` versie kan worden beschouwd als een geslaagde upgrade.
Conclusie
Ontwerpers van `super` Moving Coils willen zich nog wel eens blind staren op één enkel designaspect, omdat ze denken dat daarmee de ultieme aftaster kan worden geschapen. Lyra is een `high-tech` bedrijf, waar men zich in eerste instantie richt op een systeem waar de verschillende onderdelen elkaar aanvullen. Bij elk nieuw Lyra ontwerp kijkt Jonathan Carr weer naar andere materiaaltoepassingen, omdat er bijna altijd met een andere samenstelling van behuizing, ophanging, demping, cantilever, etc. zal moeten worden gewerkt. Je zou kunnen zeggen dat bij Lyra alleen de PA Ogura tip een `heilig` onderdeel is. De Argo i blinkt vooral uit in transparantie, snelheid (impulsiviteit) en focus. Hij heeft dus een toepasselijke naam meegekregen van zijn makers maar naast die focus weet deze felblauwe aftaster baspartijen en percussie met veel detail en duidelijke tonaliteit neer te zetten waarbij hij in staat is tot een meeslepende weergave. De voorwaarde is dan wel, dat hij met veel zorg en aandacht wordt ingebouwd en afgeregeld zodat de beste prestaties naar boven kunnen komen.
Aanvullende informatie:
Importeur Lyra: Dynamic Solutions,  0347-322705
Verkoopprijs:
Lyra Argo i: 1450 Euro
Â
Gebruikte Hardware:Â
|