Luisteren naar de verschillen in kabels behoort niet tot mijn favoriete bezigheden, mocht u dat denken. In tegendeel, het alsmaar wisselen van kabels achter de set vraagt om acrobatische toeren die huisgenoten verbaasd doen fronsen. Bovendien is het resultaat dat te bereiken is met een kabel mede afhankelijk van de gebruikte set. Proefondervindelijk heb ik in het verleden vastgesteld dat Cyrstal Cable één van de kabelmerken is die over de gehele linie constant presteert. Met een uitermate goed resultaat. Gelooft u mij, waren Crystal Cables van inferieure kwaliteit dan vormden die niet vanaf hun introductie elke belangrijke verbinding in mijn stereo opstelling. Inmiddels zijn bijna alle types interconnects gepasseerd, CrystalConnect Piccolo, CrystalConnect Standard, CrystalConnect Reference en nu komt de CrystalConnect Ultra aan de beurt. Gebruikte powercords zijn tot nu toe CrystalPower Reference en ook daarvan nu de CrystalPower Ultra. De Ultra kabels zet ik onder meer af tegen Reference kabels. Normaal gesproken vinden de Reference interconnects een plekje tussen mijn phono voorversterker en geïntegreerde versterker en tussen mijn CD-speler en versterker. De powercords hangen eveneens aan deze drie apparaten. Omdat mij geen drie maar twee Powercords Ultra ter beschikking stonden koos ik ervoor die aan de versterker en CD-speler te wisselen met de Reference Powercords. De grootste stroomverbruikers.
Wisselen van powercords vraagt het meeste van ons geheugen en is daarom het minst betrouwbaar te beoordelen bij A-B vergelijk. Immers de versterker moet uit. Het snoer daarna gewisseld. Wachten tot de versterker wat afgekoeld is (minimaal 5 minuten voor mijn buizen), alles aanzetten en opnieuw luisteren. Om dat te vermijden heb ik simpelweg een aantal dagen naar de Ultra’s geluisterd om daarna terug te gaan naar de Reference. Verschillen separaat aan de CD-speler of aan de versterker zijn er wel, maar vallen niet in de categorie “schokkend”. Opvallend daarentegen is wel dat als én de CD-speler én de versterker een Ultra netsnoer hebben het verschil duidelijker begint op te vallen. In dat laatste geval wordt de weergave vloeiender, natuurlijker en gemakkelijker. Plaatsing is wat beter met een groter stereobeeld. Het waar te nemen onderlinge verschil tussen de Crystal Cables is relatief klein, afgezet tegen een “standaard” netsnoer of zelfs een Läpp Ölflex kabel zijn de verschillen uitermate groot. Uitgedrukt in een ruwe schaal van 1 tot 10 bereikt u met standaard netsnoeren 3 punten van de maximale weergave kwaliteit. Met een Läpp kabel 5 punten, met de Reference 8 en met de Ultra 10. Hoe meer kabels u van één goede soort toepast, des te meer zal er synergie zijn in de set waarbij positieve eigenschappen elkaar versterken. Dat blijkt eens te meer als ik aan de slag ga met de Ultra interconnects, terwijl ik Ultra powercords aan de apparatuur laat zitten (de gerealiseerde verbetering in stroomvoorzienig werkt natuurlijk tevens met Reference interconnects). Tijdens het wisselen van de interconnects hoef ik geen apparatuur aan en uit te zetten. Dus minder te leunen op geheugen. Vandaar dat ik u nu wel aan de hand van muziek fragmenten wil meenemen in de luisterervaring.
Ilona Knopfler schuift de Lua in. Voornamelijk omdat haar CD “Live to life” begint met een paar heel fraai opgenomen stemmen. De verschillen tussen de Ultra en de Reference komen mooi naar voren. Met de Ultra wordt de stem als het ware vloeiender. Ilona heeft meer lucht in de borstkas. Een achtergrond koor dat meezingt valt sneller uiteen in individuen. Het stereobeeld groeit niet, wordt ook niet kleiner, wel compacter, waarmee ik bedoel meer een eenheid. De presentatie is natuurlijker en een stukje dichter bij het origineel. Ten opzichte van een Reference (topklasse) speelt de Ultra in de superklasse. Beide heel erg goed en behorend tot het beste op de markt. De Ultra gaat met elke noot net iets verder dan met de Reference mogelijk is. Patricia Barber’s “Yellow car III” kies ik uit voor de klank van piano, bas en slagwerk. Weer ontstaat de onlogica dat de musici meer individueel hoorbaar worden en daarbij meer een eenheid vormen. Alsof men nauwkeuriger in de maat speelt. De bas gaat dieper en is vooral intenser te beleven. De piano raakt meer los van het geheel. Verschil met slagwerk valt me eigenlijk niet op. Opvallend is dat telkens als ik de Ultra wissel voor een Reference of andere interconnect, ik de indruk heb dat alles zachter speelt. Terwijl ik de volume regelaar angstvallig mijd en er zeker van ben dat ik steeds dezelfde in en uitgang benut door de kabel aan beide zijden te wisselen. De toename in volume met Ultra kabels is mogelijk het gevolg van een waarneembare dynamiek stijging, een heftiger indruk, een minder rommelige presentatie en een in hoogte toegenomen stereobeeld. Derde en laatste CD voor ik met klassiek en/of LP aan de gang ga is een geremasterde versie “Brothers in arms” van Dire Straits. “Your latest trick” maakt de verschillen goed waarneembaar. Zodra de Ultra aan de speler en de versterker zit is het beeld groter, in mindere mate plat, dieper en veel verder opengetrokken dan daarnet. Wederom is de weergave natuurlijker, vloeiender en gemakkelijker geworden. De saxofoon bloeit op en neemt de hoofdrol. De drumsticks laten de trommel beter herkennen zodra die wordt geraakt. Bekkens zijn dichterbij gekomen. Qua stem is Mark Knopfler (geen familie van Ilona voor zover ik weet) een stap gegroeid naar een echt mens. Twee punten tenslotte die met elkaar verband houden: uitsterven van tonen duurt langer; daar waar echo in de opname zit is die beter hoorbaar.
Klassiek met Jaap van Zweden die werken van Locatelli vertolkt. Ik draai de volgorde om en ga van de Ultra naar andere interconnects terug. Dat maakt viool zowel kleiner als scherper. Een cello is minder aanwezig. Het stereobeeld slinkt, het geheel is meer simpel en minder emotioneel meeslepend dan daarnet. Heel eerlijk, ik vergeet vaak met diverse kabels al snel alles om mij heen. Ik luister dan alleen nog naar de muziek die zo mooi is dat ik mij moet dwingen door te gaan met recenseren en de platenspeler te starten. Vraagt u mij waar het eigenlijk om gaat, dan zal ik antwoorden: muziek. Toch is spelen met kabels de moeite waard, de Ultra is terecht kostbaarder dan de Reference die op zijn beurt de Standard etc verslaat. Edoch alle Crystal Cables geven muziek tot op eenzame hoogte weer. Als muziek je grijpt is misschien wel elke opstelling van basisklasse goed genoeg. Voeten op de grond en Chopin onder de diamant. Claudio Arrau speelt virtuoos via beide kabels. Zet ik de Ultra in dan merk ik met een LP evenzeer toename in volume. De piano groeit voor mijn ogen. Het orkest heeft meer overmacht op de luisteraar. Het is lastig onder woorden te brengen wat een Ultra kabel precies doet ten opzichte van een bijvoorbeeld een Reference. Het is een gevoel dat in je kruipt en bezit van je neemt, dat hebberigheid opwekt. Emotie c.q. overdracht van emotie. Hetzelfde beleef ik met een Carpenters LP. De Ultra is egaler, meer betrokken in diepgang en dichterbij. Zet sneller de kinderstemmen neer waar een andere kabels neigen naar het weergeven van volwassenen. Is knusser de Nederlandse term voor “smooth”? Dan is de Ultra kabel beslist smooth. Opwindend hartverwarmend om in je set op te nemen.