REVIEWLinn

De set

René van Es | 27 oktober 2005 | Linn

Linn LP12 en Dynavector Te Kaitora RuaEen Linn Sondek LP12 verdient een mooie set. Mijn set bestaat uit een Van Medevoort PHM3 phono versterker die met een Crystal Cable Piccolo verbonden is met een Marsh P2000b voorversterker. Dan volgt een Crystal Cable Connect naar een PrimaLuna ProLogue Five eindversterker met JJ Electronic KT-88 eindbuizen. Via Crystal Cable Speak Reference gaan we door naar een set Focal-JMlab Electra 927 Be luidspreker, die ondersteund worden via een Sharkwire kabel door een Electra SW900 actieve subwoofer. Aan de stroomvoorzieningkant veel spul van Kemp Elektroniks en AHP, gecombineerd met Läpp of Crystal Cable netsnoeren. Ter referentie staat er een Garrard 301 met een Pro-Ject 9 Carbon arm en een Benz-Micro Glider L2 element. Uiteraard ook het nodige digitale geweld zoals een CD en een SA-CD combinatie. Maar die waren van ondergeschikt belang. Tijdens één luistersessie is gebruik gemaakt van een experimentele eindversterker die boven alle verwachting presteerde en haarfijn blootlegde waarin een Dynavector in een LP12 verschilt van Garrard/Pro-ject/Benz-Micro.


Tot in de groef

Met ruim 600 LP’s in de kast probeer ik een mix te maken tussen muzieksmaken, oud werk en nieuw werk. Soms alleen maar in de vorm van nieuwe persingen. Echt nieuw, zeker ten opzichte van mijn jaren 70 collectie, is onder meer Sara K. Haar dubbelaar zet een mooie en karakteristieke stem neer die ik herken van de betere platenspelers. Een mooie rustige weergave, die weliswaar diep gaat, maar in de laagste regionen niet de kracht heeft van een heftiger systeem. Het stereobeeld dat de LP12 met de Dynavector biedt is erg fraai. Iets wat extra naar voren komt met de experimentele versterker. Opvallend ook de zuiverheid van de weergave, zonder een spoor van hoorbare vervorming, en met een heel laag niveau plaatruis. Het resultaat is minder opvallend dan een Garrard zal bieden. Het spettert wat minder, maar maakt dat goed in soepelheid. Luister maar eens naar de tweede stem op de LP die zo mooi aansluit op de stem van Sara K. Zonder ook maar een moment verloren te raken ten opzichte van Sara, die redelijk ver naar voren geplaatst haar werk doet. “Best of Mary Black” is een soort New Old Stock dat ik opduikelde via haar website. De plaat schildert een beeld dat ik ken van de live concerten van Black. De stem komt erg dicht bij het origineel. Opvallend is de twee dimensionaliteit die de plaat kenmerkt. Zelfs bij harde uithalen van haar stem blijft de Dynavector zonder vervorming sporen. Luister ook eens naar “Ellis Island”. Hierin zitten nogal wat achtergrond stemmen, die stuk voor stuk hoorbaar worden. Zo hoorbaar dat één stem helemaal mis zit, iets wat in de mix over het hoofd gezien is. Tegen valt de dramatiek die het nummer kenmerkt, die zou meer naar voren mogen komen. Verlangend naar klassiek leg ik Schubert op de viltmat. Een opname van Tacet, het audiofiele “buizen label” dat verschrikkelijk mooie opnames maakt. Het weerklinkt uitermate zuiver en tonaal in de juiste balans. Het mag zeer zachtjes spelen, maar net zo gemakkelijk volgen forse uithalen als d strijkers vol gas geven. De Linn & Dynavector tonen aan geschapen te zijn voor klassiek.

Linn LP12 en Dynavector Te Kaitora Rua

Hoe kan het anders? Juliette Gréco komt langs. Op de één of andere manier mijn favoriete langspeelplaat. Het is mooi, delicaat en detailrijk. Het luistert heel prettig. Toch ken ik spelers die meer kunnen in de emotionele sfeer, wat er toe leidt dat ik niet ontsteek in euforie. De Franse geur, het Parijse leven, het bloeit niet op. Gaandeweg de LP, waarvan ik beide kanten beluister, groeit de bewondering voor de Linn. Ik kan mij voorstellen dat een liefhebber van het Linn karakter weinig alternatief heeft. Linn heeft niet zozeer een eigen “kleur” maar eerder een eigen “presentatie” waarmee de muziek tot de luisteraar komt. Rijk aan natuurlijke dynamiek, zeer stil in de groef, stemmen treffen goed en heel detailrijk. De Schot zou alleen iets meer whisky gevoede emotie mogen kennen. Net zo ervaar ik dat met Eva Cassidy, je vergeet dat je naar apparatuur luistert en dompelt je trommelvliezen onder in genot. Op een gezonde en prettige manier. Rijk aan harmonie. Zonder zelfs in de luidste passages de neiging te hebben tot bijten. Ik bedenk dat deze gouden stem slechts de leeftijd van 33 jaar heeft mogen bereiken, dezelfde tijd die Linn al de LP12 op de markt zet. Weer is de tracking extreem goed. Luister maar naar “Oh, had I a golden thread”. Eva scheurt door de lange bocht die een groef nu eenmaal maakt. Voorlopig sluit ik het luisteren voor deze middag af met “Over the rainbow”. Eenvoudig, gevoelig, kortom een perfecte afsluiting van een luisterdag.

Linn LP12 en Dynavector Te Kaitora Rua

De volgende middag iets totaal anders. Harry James op een opname gemaakt op het ooit legendarische Sheffield label. Een zogenaamde direct-to-disc recording. De Dynavector zet vooral de solisten mooi neer. Vol big band swing. De lage tonen drukken een stempel dat gelukkig niet zwaar, wel gedetailleerd is. Al zou meer power niet misstaan. Vooral het middengebied lijkt benadrukt, wat ten goede komt aan slagwerk. Trompetten scheuren beheerst zelfs als het echt hard gaat en de big band voluit blaast. Het stereobeeld is zowel breed als diep, de hoogte afbeelding is zelf voorbeeldig te noemen. Terug naar piano en straks naar klassiek. Eerst een stuk van Keith Jarret. Dat valt me eigenlijk tegen. Te weinig gevoel in het spel en de piano krimpt van een grote concertvleugel tot een kleiner type. Veel kracht, dynamiek, expressie en zuiver. Maar waar blijft de vonk die over moet slaan op de aorta om zo het hart te bereiken? Het is de Linn presentatie die mij daarnaar doet blijven verlangen. Klassiek daarentegen doet meer recht aan de Linn & Dynavector kwaliteit. “String sonates” van Rossini klinken als een klok. Violen beheerst en zuiver. Alt en bas zetten stevig aan. Stevig in de zin van een fundament biedend waarop muziek kan bouwen. Het is zeker geen opname die veel vergeeft. De LP is geperst in de tijd dat slome bextrene conussen moeizaam bewogen en tweeters helderheid misten. De opname balanceert op het randje van scherp en hard. Dat Linn daar muziek van maakt die mij twee kanten doet uitluisteren is knap werk. Het valt me trouwens meer op dat deze speler nooit de behoefte geeft halverwege een LP in de kast naar iets anders te zoeken. Het luistert prettig en aangenaam. En ik mis, zeker met klassiek getint werk, helemaal niets in de weergave. Eerder mag je stellen dat er veel wordt geboden.

MERK

EDITORS' CHOICE