Ik wil altijd wennen aan apparatuur voordat het aantekenblok op de knieën ligt. In de periode van een paar weken draai ik LP’s van Keith Jarret, Juliette Greco, Gilberto & Getz, Carpenters en een keur aan klassiek en rustige pop. In die gewenningstijd doe ik een gedegen indruk op hoe de PHM3 phonotrap zich gedraagt. Met een paar opvallende eigenschappen die consequent de aandacht vragen. Dat is in de eerste plaats het verschrikkelijk lage ruis en brom niveau. Met het volume vol open en mijn oor tegen de speakers is er een minimaal spoor van brom en ruis hoorbaar. Ingesteld op 60 dB versterking. Dat opent perspectieven voor mensen met buizenversterkers en hoornsystemen met een hoog rendement.
Tweede opvallende eigenschap is dat het geluid ongeveer net zo breed wordt weergegeven in de kamer als met de Linn Linto. De derde, voor we op details ingaan, is de vloeiende en natuurlijke weergave waarmee de luisteraar geprikkeld wordt om steeds nieuwe zwarte schijven op de platenspeler te plaatsen en CD en SA-CD even te laten voor wat het is. Nog steeds spelend met de Benz Micro rusten de Carpenters op de Loricraft kurkmat. De lage tonen zijn wat minder prominent aanwezig dan met mijn Linto, wat mogelijk de oorzaak is dat het laag strakker overkomt en minder blaast. Maatstaf is al een tijdje het nummer "Sing a song" waarop een achtergrond koor te horen is dat met uitgelezen middelen als een echt kinderkoor kan klinken. Iets wat ik mij pas realiseer sinds vorig jaar. Hoe mooi doet de PHM3 dat ook, het zijn kinderen die achter Karen Capenter de stemmetjes invullen. Karen zelf staat naar voren geplaatst ten opzichte van band en koor en haar stem komt bij solozang uit een doodstille achtergrond. Al laat de PHM3 veel horen van de plaat als tikken en kleine beschadigingen. Daarin is hij niets verhullend.
De dynamiek is ruim, de weergave mooi in evenwicht met een rustig en stabiel beeld. Een oude Sheffield direct-to-disc opname van Harry James laat de glorietijd van big bands herleven. Het lijkt in eerste instantie niet echt te spetteren wat er uit de trompet van Harry komt. Tot ik mij realiseer dat het zo onvervormd is dat de volumeregelaar meer en meer kan worden opgeschroefd. Zijn op geregelde tijden slechts de drums hoorbaar dan overvalt het realisme je. Zeer explosief. Hoe meer ik draai van de LP hoe meer ik geniet van percussie, blazerssecties, Harry’s trompet en de strakke basweergave. De PHM3 vraagt, nee eist bewondering. Hij moet zijn mannetje staan tegenover een drie maal duurdere concurrent en laat zijn kunsten zien met verbazingwekkend gemak.
Twee dames aan de beurt die ver uit elkaar liggen. Zowel geografisch, als uiterlijk en muzikaal. Bette Middler vind ik een ster. Hoewel grof en vulgair toch terecht opgeklommen vanwege haar talenten. Luister maar eens naar haar vertolking als ze de dronkelap uithangt in een kroeg en met haar laatste dubbeltje Rockefeller belt. De triestheid overvalt je. Of het mooie "Shiver me timbers" dat nu onder de naald doorschuift. Middler kruipt in je en neemt bezit van je geest. Geholpen door het publiek dat zo dicht bij je te voelen is op deze live opname. De stem is via de PHM3 uitstekend en tot in details hoor je de geluiden van haar mond. Zowel het achtergrond koor bestaande uit drie dames als de instrumenten van de band krijgen individueel alle ruimte die je wenst. Het is bijzonder schoon en natuurlijk wat hier wordt weergegeven. De compactheid van de weergave doet iets afbreuk aan de zaalsfeer, waar tegenover staat dat de directheid veel indruk maakt als het gaat om het overbrengen van de live-sfeer. Glorietijden van LP herleven en ik draai de gehele dubbel LP uiteindelijk uit.
De Noorse Kari Bremnes is uit geheel ander hout gesneden. Weg is de branie, het vulgaire, het dubbelzinnig antwoorden op vragen uit de zaal, de schuine moppen en de zinspelingen. Om plaats te maken voor ingetogen werk op de LP "Norwegian Mood". Stem en instrumenten zijn volkomen in harmonie met elkaar. Op sommige passages laten mindere phonoversterkers wel eens hun ruwe kant zien omdat de opname tegen het randje loopt. De PHM3 heeft er geen probleem mee. Tegen de griezelig stille achtergrond blinkt de piano uit in indrukwekkend realisme. Body en klankkleur mooi te onderscheiden en het enige dat ik kan bedenken is dat het laag wat minder zwaar is ten opzichte van hoe ik het gewend ben en dat daardoor de draagkracht van de vleugel wat afneemt. Als ik de luistersessies met de Benz afsluit, om het Sumiko element te gaan monteren, kan ik niet anders dan besluiten dat de Linn Linto net niet helemaal geëvenaard is, maar dat de kloof tussen 540 euro (vM) en 1490 euro (Linn) in geluid klein is en in geld uitgedrukt veel te groot. Afhankelijk van de voorkeur van de luisteraar voor bepaalde eigenschappen maken beide een vette kans om thuis te eindigen. Voor mij een fotofinish want op mijn installatie heb ik geen voorkeur voor één van de twee en geven de financiën de doorslag. Na een keur aan phonotrapjes gebruikt te hebben in de afgelopen 35 jaar en denkend het nirvana vorig jaar bereikt te hebben is dat een groot compliment voor de PHM3. Daarbij is de PHM3 de stilste phonotrap die ik ooit in huis had.