Een zetje
Een Nottingham geef je een zetje. Anders start hij niet. Na het zetje draait hij perfect op toeren en volkomen geruisloos. Tot je hem met de hand remt en stilzet. De trekkracht is te klein om te starten, groot genoeg om tot in lengte der dagen door te draaien. Op het hoge plateau mag als eerste Johan Sebastian Bach met een uitvoering van de Brandenburgse Concerten door The Academy of St. Martin-in-the-fields. Dat geeft een groot en heftig beeld. Vol overtuiging zet het orkest in en de Nottingham tovert elk stukje informatie uit de groef met een gemak zoals alleen waarlijk goede draaitafels dat kunnen. De klankrijkdom is in volle balans en elk instrument heeft zijn plek gevonden. Viool, klavecimbel, hoorn en vooral de bas sectie. Wat een gemak en wat een schitterend stuk muziek.
Als ik een andere opname pak van het zelfde orkest, “De vier jaargetijden” uitgebracht ooit op het Argo label, schrik ik niet van de hoorbare rumble. Hetzelfde heb ik op mijn Garrard en vroeger op mijn Pro-ject. De Nottingham is duidelijker waar de oorzaak kan zitten. Het gestommel is meegeperst in de groef. Luister maar eens naar het orgel, zodra dat stopt zakt langzaam de rumble terug. In de tussengroeven waar geen informatie staat is er geen rumble hoorbaar. Met de Nottingham heb ik het gevoel dat ik luister naar verkeerslawaai dat meegenomen is in de opname. Niet zo verwonderlijk als je weet waar het kerkje St. Martin-in-the-fields staat. Hoe dan ook, wat de Nottingham kan in het weergeven van laagdefintie is het beste dat ik ooit in huis had. Diep en strak. Rijk maar nooit overdreven. Onderzoekend en transparant. Veel klassiek zal nog de revue passeren voor ik doorga naar jazz.
Harry James heeft een fijne opname gemaakt voor het Sheffield label dat destijds zogenaamde direct-to-disk recordings maakte. Rechtstreeks naar master zonder een tape te gebruiken. De opname gebruik ik vanwege de heerlijke bekkens die er op staan en de stuwende drums. Maar evenzeer voor de trompet van Harry zelf. Ik kan de opbouw van de diverse secties in de big band fraai onderscheiden van elkaar en ook binnen de secties de solisten horen. Als Harry inzet met trompet word je stil en kun je slechts luisteren. Soms is de muziek subtiel, soms recht voor zijn raap, soms rauw. Altijd in balans. Ook hier valt het gedetailleerde laag nogmaals op. De ritmische weergave houdt de aandacht vast en maakt het swingend. Meer jazz nu van Keith Jarret. Laat ik volstaan met de mededeling dat de vleugel groot en op maat is, de akoestiek van de zaal niets te raden overlaat en het stampen van Jarret tijdens zijn Köln Concert meewerkt aan het schatten van de podium afmeting. Het is zo makkelijk om vast te stellen dat het zo hoort, maar oh zo moeilijk bereikbaar zonder een optimale draaitafel en speakers die echt laag kunnen gaan. Pas bij Dave Grusin, ook een Sheffield opname, komt mijn eerste bedenking. Er staat een track op “Keep your eyes on the sparrow” en die hoort voluit te spetteren. Dat kan de Nottingham niet helemaal waar maken. Mijn Garrard gaat daar beter mee om, ten koste van andere zaken. Mag ik het zo stellen, de Nottingham neemt voor elke noot de tijd om die noot zo perfect mogelijk weer te geven. Dat geeft een bedachtzaam gevoel. Mijn Garrard is slordiger en haastiger. Ondanks de ouderdom jeugdiger. Dat heeft tot gevolg dat hij zaken lijkt af te raffelen en tegelijk dynamischer overkomt. Spetteren versus nauwkeurigheid. Was er maar een combinatie van beide te vinden. Zet tegen die dynamische onvolkomenheid de weergave van elk instrumentje af, hoe klein ook, en de mate waarin de werkelijkheid wordt benaderd, dan blijkt de Nottingham de winnaar.
Voor ik overstap op pop muziek, een omweg langs de blues met Taj Mahal. Geen audiofiele opname, gewoon ooit te koop in elke normale platenwinkel. Zijn “Recycling the blues” wordt gespeeld samen met de Pointer Sisters. Man wat is dit goed. Het begint al met het handgeklap op kant twee (die ligt als eerste boven) dat is gewoon briljant. Als Taj gaat fluiten val ik letterlijk om. Hij fluit in de kamer. Hoe en wat ik ook probeer op de Garrard, met de Linn Linto of de Graaf, het lijkt er zelfs niet op. Realisme ten top. De zusjes Punt proberen elk een plekje te veroveren. Nou de Hyperspace doet wel mee. De dames zijn samen te horen, elk op een eigen vierkante meter in de luisterruimte. Daaroverheen een puntige en transparante gitaar van Mahal. De speakers zijn noch met de JMlab nog met het Polk paar waar te nemen. Taj Mahal is er gewoon. Holografisch geprojecteerd in de ruimte voor je. De gehele lp lijkt een eitje voor de Nottingham. Dit is zijn muziek. Zo makkelijk maar vooral zo natuurlijk en levendig en echt. Ook de bas, die verandert van een “één noot weergave” in een instrument wat meer in de mars blijkt te hebben als je de snaren goed tokkelt.
Zet de Garrard daar tegenover, met op zich een beter element gemonteerd, en die gaat echt verliezen. Overdreven gezegd is de Garrard scherper, onnatuurlijker en voorzien van minder details. Vooral in het laag. Suzanne Vega is een heruitgave van het Engelse Vivante. De stem van Vega staat mooi naar voren. Een beetje sexy en hees. De zangeres is haast aan te raken. Instrumenten als gitaar en drums staan als heldere sterren aan het firmament. Over ritme en drive geen klagen. In de track “Small Blue Thing” gebeurt echt van alles. De weergave is spannend en indrukwekkend. Over de stuwende bas laat Vega haar hese geluid zwerven. Uiterst sexy.
Daarna Juliette Gréco. Het is een Frans feestje in de lichtstad. De importeur hoort de plaat en wil die ogenblikkelijk kopen. Meer heb er niet over te zeggen. Ach wat mooi en goed getroffen. Dire Straits met “Love over gold” zet zes Polk RTi 12 woofers in beweging en ramt een concert de kamer in. De sax van Stan Getz doet de rillingen over de rug lopen. Ik blijf niet aan de gang met superlatieven maar wil u tenslotte toch deelgenoot maken van mijn beleving met de Carpenters. Het kinderkoor is er weer. Stemmetjes van 12, 13 en 14 jaar samen met Karen Carpenter. Ondanks dat de plaat een beetje hobbelt hoor je daar niets van. In dodelijke rust rijst en daalt de arm samen met het element. Nooit een spoor van mis-tracking. De balans tussen hoog-midden-laag is nagenoeg perfect waardoor de beleving alleen maar toeneemt. Wijd open staat rondom de speakers het geluidsbeeld dat met zoveel overtuiging de kamer verovert. Een privé feestje voor een recensent.
Is er dan niets aan te merken op de Nottingham. Jawel, maar het is zo onbelangrijk. Neem nu de lift, die laat de naald volkomen recht zakken, heel rustig, soms zo rustig dat hij niet zakt. Dan moet je de lift even helpen. De omvang van de Nottingham is nogal groot. De prijs redelijk boven modaal zeker met de Graaf phono versterker. Soms mis ik dat snelle, dat ruige en spetterende. Heel soms is de bedachtzaamheid en de rust van de Nottingham aan mij niet besteed. Op een opname van Aaron Copland was de vleugel te klein in combinatie met de Polk speakers. Dus systeem tuning is ook hier nog steeds aan de orde. Echter twee platen verder smeek ik mijn vrouw om de Hyperspace toe te mogen voegen aan mijn privé collectie apparatuur. Zelfs als ik de Garrard ervoor zou moeten verkopen. En gelooft u mij, dat zou mij heel, heel erg aan het hart gaan.