Symphonic Line RG 14

Jan de Jeu | 01 mei 2002 | Symphonic Line

Aufstellung und Anschluss

De versterker heeft meerdere weken bij mij thuis gestaan. Een aantal malen heeft hij in mijn systeem plaats moeten maken voor andere versterkers die langskwamen maar gedurende de gehele periode heeft hij, zoals gezegd, aangesloten gestaan op het elektriciteitsnet. Uiteraard is wederom gebruik gemaakt van de Van Medevoort polechecker om een correcte aansluiting te waarborgen. Omdat het een nieuw exemplaar betreft heb ik de eerste weken regelmatig mijn “Purist audio design system enhancer” cd erop losgelaten en ook ’s nachts een geluidssignaal er doorheen gejaagd. Hoewel ik ook nog even de Master Four luidsprekers als weergevers gebruikt heb, stammen de beschreven luisterimpressies uit de latere periode waarin de versterker deel uitmaakte van mijn CEC / NorthStar / Clearaudio / Densen / Sonus Faber systeem met de gebruikelijke bekabeling en netfiltering. Heel kort heeft het mij tijdelijk door dezelfde importeur ter beschikking gestelde Creaktiv audiorack gediend als uitermate stabiele basis. Voor het grootste deel van de tijd was deze ondersteunende rol echter weggelegd voor mijn eigen, met diverse dempers en granieten platen uitgeruste, USM Haller audiomeubel.

Und jetzt; Anhören!

Mijn kritische luisterperiode gaat deze keer van start met het draaien van lp’s. Een achterliggende reden is dat ik kort geleden overgegaan ben tot de aanschaf van een door mij in een eerder stadium voor HiFi.nl geteste Clearaudio Basic phono voorversterker. Sindsdien is het evenwicht tussen gedraaide cd’s en lp’s uit balans geraakt in het voordeel van het zwarte goud. Een tweede reden is dat ik benieuwd ben of er ook in mijn systeem een synergie à la “La Musika” op zal treden nu ik Clearaudio en Symphonic Line combineer. Al eerder heb ik in mijn Twin Towers review ervaren dat Clearaudio zeer goed samengaat met hoogwaardige Italiaanse audioproducten van o.a. Pathos en Sonus Faber.

Meteen bij de eerste lp is al duidelijk dat de phono voortrap van de RG14 van een bovengemiddelde kwaliteit is. Ook is helder dat het hier om een ruim bemeten, stabiele versterker gaat die de speakers zijn ijzeren wil oplegt. Daardoor zijn de Concerto’s meteen in hun element.

Een plaat waar ik steeds opnieuw enorm van geniet is het orgelconcert van Poulenc. Een werk dat hij in 1938 geschreven en opgedragen heeft aan de Princesse Edmond de Polignac. Ik weet dat de kenners vinden dat dit werk het niet haalt bij de ruim tweehonderd jaar daarvoor al geschreven werken van Johan Sebastiaan Bach maar ik ben gelukkig geen kenner en vind het een prachtig werk. Met name het “gevecht” tussen de strijkers en het orgel vind ik heel imponerend. Dit dynamische treffen wordt door de RG14 krachtig weergegeven. Strijkers klinken fraai genuanceerd en onderling afgebakend in het homogene klankbeeld. Het orgel is magistraal. Het Boston Symphony Orchestra zet een groot beeld neer middels de Symphonic Line RG14 en het drama van Sophocles ontvouwt zich in al haar dramatische grootsheid. De orkestrale micro- en macrodynamiek is conform de realiteit. De stem van de verteller Michael Wagner staat mooi in de ruimte, omringd door zwarte duisternis. De solo piano van Reinbert de Leeuw bij het spelen van Gnossiennes staat midden tussen de luidsprekers in de kamer. Over de weinige noten van de muziek van Satie heen komt de unieke combinatie van mysticisme en absurditeit, naïviteit en maskerade, die in zijn muziek te vinden is en in zijn principieel excentrieke manier van leven tot uitdrukking kwam, in al haar zeggingskracht naar voren. Af en toe kan het grijsgedraaide Adagio van Albinoni ook mij nog boeien. De Symphonic Line verleent het werk de openheid van het middengebied die mij aanspreekt. Het orgel klinkt subtiel en de strijkers klinken vol en vloeiend in dit mooi opgebouwde werk. Mstislaw Rostropovitsch, die niet alleen qua techniek maar ook qua schoonheid van toon kan wedijveren met zijn grote voorganger Pablo Casals, weet de cello perfect te bespelen in het zeker niet eenvoudige cello concert van Dvorak. Het losse, muzikale geluid van de RG14 komt de klank van de cello zeer ten goede. Joe Morello’s bekkens klinken levensecht in het altijd weer heerlijke “Take Five”.

Bij het overstappen naar de cd versie van deze plaat heeft alles een wat minder sterke impact. Het is of Paul Desmond met zijn altsax op het podium een stap terug gedaan heeft. Wat blijft is de grote hoeveelheid lucht om de instrumenten. Het open karakter van het geluid van deze versterker nodigt mij uit tot het draaien van veel live opnames. Miles Davis’ trompet snijdt door die ruimte tijdens het concert op 5 juni 1989 tijdens het JVC jazz festival in het Chicago Theatre in Chicago, Illinois. De ambiance wordt perfect weergegeven door dit instap model van het Duitse High End merk. De aandacht van het publiek, de opmerkingen van de bandleden, de elektrische storing, het halverwege opdraaien van de geluidssterkte; het is of ik erbij aanwezig ben. Ook de perfect opgenomen studio opnames klinken heerlijk. De gevoelige stem van Holly Cole in “Loving you” bezorgt me een brok in mijn keel. “I love being here with you” zingt Diana Krall en via deze versterker zou ik het bijna geloven. Het Peggy Lee nummer klinkt zeer overtuigend in deze samenwerking met saxofonist Stanley Turrentine en bassist Ray Brown. De stem van Diana heeft de kenmerkende scherpe kantjes die versterkers van mindere kwaliteit onvoldoende belichten en de sax van Stanley heeft het scheurende volle geluid dat dit instrument zo karakteristiek maakt. De bas van Ray Brown zorgt voor het stevige fundament in dit nummer. Net zoals hij dat doet in zijn eigen trio tijdens het optreden voor een gezelschap van familie, vrienden en een selecte groep van notabelen in de Signet Studio in Hollywood die voor die gelegenheid omgetoverd wordt tot een jazzclub. De interactie tussen het trio en hun publiek komt vooral tot uitdrukking in het nummer “Tanga” dat de meeste mensen zullen kennen in de uitvoering van Dizzy Gillespie. Op deze cd wordt het trompet gedeelte voor zijn rekening genomen door de piano middels de persoon van Benny Green. In deze compositie met Afro-Latin invloeden komt de virtuositeit van de pianist goed naar voren. De noten rijgen zich prachtig aaneen en het is duidelijk dat de versterker geen enkele moeite heeft met het weergeven van “the pace and rythm” die deze opname “in spades” heeft. Er is veel lucht om bas, piano en de brushes van drummer Jeff Hamilton die de bekkens laten zinderen.


EDITORS' CHOICE