REVIEW

Horning Zeus

René van Es | 12 december 2001 |

De frustratie vangt aan

Het moeilijke van een hoorn is het wennen aan het geluid. Het is anders dan een basreflex, anders dan een dichte kast of een transmissielijn. Fervente voorstanders beschouwen zo’n systeem als een religie, hoornhaters hebben het altijd over kleuring en onnauwkeurigheid. Maar vergeten het gemak van hoorns, de dynamiek, de muzikaliteit en het feit dat ze makkelijk zijn aan te sturen. Nu is de Zeus niet helemaal een hoorn, maar kent wel veel van de eigenschappen. Het is eigenlijk een hybride systeem waar geprobeerd is de nadelen te vermijden en de winstpunten te optimaliseren. Het laag gaat derhalve diep en is op veel plaatsen te rijk in mijn luisterruimte. Vandaar de verplaatsingen en het steeds maar proberen met andere apparatuur.

Het gaat te ver om elk stukje van de experimenten te beschrijven. In een van de laatste luistersessies ben ik de cd’s gaan noteren die ik toen gebruikte, verderop in het verhaal meer een algemeen beeld. Die bewuste luistersessie is met Teac/Monarchy, Sphinx/Monarchy, Kemp filter en Kemp/Van den Hul/Ocos kabels uitgevoerd. Ter vergelijk zijn regelmatig de eigen monitors van stal gehaald in combinatie met mijn eigen subwoofer. Al vaker is bij mij de cd van de Chieftains Tears of Stone ter sprake gekomen. Als eerste nummer daarvan draaide ik de muziek met Joni Mitchell. De Zeus voelt de donkere stemming goed aan. Het achtergrond koor past perfect in het geluidsbeeld en de stemmen zijn duidelijk en fraai. Op dezelfde cd staan ook de Rankins en dat grenst aan een briljante weergave. Je mist helemaal niets en voelt je thuis met de muziek. Dan de Corrs op Tears op Stone, drie keer niets, geen leven, saai en weinig definitie. Zo ken ik dit nummer niet en wil ik het ook niet kennen. Tenslotte nog steeds de Chieftains maar dan met Sinead O’Connor en Loreena McKennit, dat weer heel fraai, mooie stemmen en sfeervol. Raar dat de Chieftains met de Corrs helemaal niet willen.

Kari Bremnes mag haar Gate Ved Gate nummers vertolken. De muziek klopt ineens. Een heel mooi plaatje staat er. Daar heb ik dus weken naar gezocht. Dee Dee Bridgewater laat het publiek de kamer inkomen op haar cd Live at Yoshi’s, de piano is op maat en het klinkt lekker direct. Dan Beverly Craven, een oude favoriet. Wat een misser, daar gaat de stem, het is somber en dof. Alleen op Missing You hoor ik wat terug van wat ik er altijd zo mooi aan vind. Rachelle Ferrell daarentegen is pakkend, spannend, dynamisch, een krachtige piano, dreigend en volkomen in balans. Dead Can Dance heeft niet de gebruikelijke ruimte. Het beeld is kleiner en lijkt minder detail te bevatten. Lori Liebermann die ooit op Pope Records Gold cd’s haar stem heeft gezet met eenvoudige veelal akoestische muziek is weer hemels. Waarom deze grote opvallende verschillen? Is het maar net welke cd je draait of zelfs welk nummer speelt?


EDITORS' CHOICE