Testopstelling
Het makkelijke van versterkers is altijd dat je slechts een plank in je audiorack leeg hoeft te ruimen, vervolgens plaats je de versterker op de lege plank en hang je de kabels eraan. De kabels aan de versterker schroeven kostte mij wel flink wat moeite omdat de connectoren redelijk dicht bij elkaar geplaatst zijn en mijn MIT kabel van het type "dik en stug" is. Ach ik ben ook wel verwend met de aansluitmogelijkheden van mijn eigen Audio Research. Uiteindelijk past toch alles en zou er geluisterd kunnen worden. De gedachtegang van Lavardin voor het plaatsen van de versterker stoelt op pure eenvoud. In het bijgeleverde manual staat letterlijk dat het plaatsen van dempers, kegels en ander materiaal onder de versterker de geluidskwaliteit negatief beïnvloedt. Geen speciale netsnoeren gebruiken, alleen het eigen Lavardin snoer en niet tweaken. Zo gezegd, zo gedaan, niets toegevoegd en de handleiding gevolgd. Wel is de fase belangrijk en daarom zit er een merkteken op de steker van het netsnoer. De versterker heeft ongeveer een half uur nodig om op bedrijfstemperatuur te komen en klinkt daarna optimaal. Het afgegeven signaal van de versterker is tijdens het opwarmen plat en futloos, doe gewoon even iets anders in dat half uur en zie, u wordt ruimschoots voor het wachten beloond. Inspeeltijd heeft de Lavardin verder niet, daar is in de fabriek al voor gezorgd.
Muziek zonder geheugenvervorming
Ook deze keer bijzonder veel mooie cd’s beluisterd. Een recente aanschaf is de cd Hope van Hugh Masekela. Een Afrikaan die trompet speelt maar ook zingt. Dat doet hij dan over het wel en wee van de inwoners van Afrika. Er wordt op deze cd voornamelijk gebruik gemaakt van akoestische instrumenten. Ook de stem van Hugh wordt gemanipuleerd als ware het een instrument, hij gebruikt zijn stem op deze opmerkelijke wijze door heel de cd heen. Nu en dan warm en vol klinkend, dan weer in de hogere octaven zoals in nummer 12. In dit muziekstuk is ook goed te horen waar de versterker toe in staat is. Kracht en dynamiek. Veel mensen kennen dit nummer, het is vaak gedraaid op beurzen en heet Stimela en beschrijft de armzalige levensomstandigheden van Zuid-Afrikaanse mijnwerkers en hun afkeer van de fluit van de trein.
De Lavardin weet ondanks zijn gespecificeerde geringe vermogen een goede druk in het laag neer te zetten met een breed fundament. Percussie-instrumenten worden overtuigend neergezet en met een zekere autoriteit die ik bij zo’n kleine versterker niet verwacht had. Om die en andere eigenschappen boven water te krijgen, hebben we weer de gebruikelijke cd’s gedraaid van Cassandra Wilson, Ry Cooder, Duke Ellington, The Eagles, Oscar Peterson, Ray Brown en Tori Amos. Stuk voor stuk cd’s waarbij je hoort of de set in staat is muziek en betrokkenheid te leveren in verhouding tot de totaal prijs van de installatie. Maar ook cd’s waarmee je van een nieuw apparaat feilloos eruit kan pikken of het doet wat het moet doen. De stem van Tori wordt bijvoorbeeld altijd close-miked opgenomen, zodat ieder zuchtje en iedere ademhaling hoorbaar kan zijn. Datzelfde geldt voor haar favoriete instrument, een echte Bösendorfer. Stem en iedere aanslag op de toetsen, hoe subtiel of hard ook, wordt door de Lavardin gelukkig feilloos weergegeven. Het valt ook op hoe makkelijk het beeld wordt opgebouwd en hoe mooi de instrumenten worden geplaatst.
Kenmerkend voor deze versterker is dat het geluid vloeiend en vol is, in ieder geval niet met de klank van een transistorversterker. Maar om het nu een synoniem van een buizenversterker te noemen vind ik een beetje ver gaan. De ruimtelijkheid en betrokkenheid zoals ik van mijn eigen buizenversterker gewend ben, haalt de Lavardin niet helemaal. Natuurlijk is het vergelijk ook niet helemaal eerlijk gezien het prijsverschil. De elementaire onderdelen als transparantie en een open middengebied van een buizenversterker blijven toch “iets teleurstellend” wat achter. Daar tegenover staat een groot voordeel van de Lavardin, dat het laag beter onder controle wordt gehouden dan met buizentechniek bereikbaar is. Het laag en dan met name van de bas en trom worden slanker en strakker neergezet dan via uitgangstrafo’s. Dat is goed te horen op de HDCD sampler van Reference Recording en op de cd Don’t Get Sassy van Ray Brown. De cd van Ray Brown is live opgenomen in een zaal met een select gezelschap. De bas van Ray wordt in de opname mooi neergezet, je hoort z’n vingers over de snaren glijden en aan de snaren plukken, je voelt aan dat het publiek volop geniet. En daar is meteen nog een groot voordeel van deze transistorversterker ten opzichte van andere transistorversterkers, de betrokkenheid die de Lavardin je geeft bij de muziek.
Naar aanleiding van goede laagcontrole meteen de cd van Holly Cole uit de kast gepakt en de inmiddels beruchte Train Song opgezet. Een strakke, diepe bas goed onder controle gehouden, wordt als het ware de kamer ingeblazen met volop dynamiek. De achtergrondinformatie verzandt daarbij niet in een brei maar blijft duidelijk waarneembaar. De instrumenten en de stem staan op de plaats waar ze behoren. Zo ook de cd Café Blue van Patricia Barber, een weergaloos goede cd die meteen de zwakke schakel in een installatie naar boven brengt, wordt fantastisch weergegeven. Met name de stem van Patricia is en blijft voor sommige versterkers en/of luidsprekers een ramp, maar blijft met de Lavardin IS goed overeind. De geplukte bas staat als een klok. Evenals de piano van madame Barber. Voor de zekerheid nog even de ambianceweergave getest met de cd van The Weavers. Ruimtelijk, gedetailleerd, vloeiend en ook hier weer de vocalen die boeien. De tijd wordt overbrugt, met de ogen dicht zie je in gedachten de leden van de Weavers staan op het podium. Je “voelt” het meestampen van de voeten op podium door de artiesten. Je hoort het gekuch van het aanwezige publiek in de zaal. Alles is aanwezig en dat is een prestatie op zich, zeker afgezet tegen de prijs van deze versterker.