Het eerste fragment dat Ken laat horen, is een door hemzelf gemaakte 'digitalisering' vanaf een elpee uit 1959, een jaar na de geboorte van de stereo-hifi. We luisteren naar een verbluffend realistische opname van de St. James Infirmary Blues door Louis Armstrong. De verschillende partijen van deze geweldige track staan mooi los van elkaar in het beeld en er is een forse dynamiek. Ondanks dat het hier een 54 jaar oude opname betreft, worden we getrakteerd op een zeer gul frequentiebereik.
Het geheim achter deze track is volgens Ken dat hij de analoge klanken heeft opgenomen in 88.2 kHz DSD. DSD is het bestandsformaat waarin SACD's worden opgenomen, en steeds meer audio-professionals (waaronder Ken) zijn van mening dat dit formaat het beste geschikt is om analoge masters te conserveren, omdat het de meest natuurlijke klank geeft.
Hierna draait hij een track die in 24/88.2 PCM is gecodeerd. Omdat het een ander muziekstuk betreft is er niets te zeggen over het eventuele kwaliteitsverschil met DSD, maar ook deze track klinkt voortreffelijk. Hetzelfde geldt voor een track die in 24/192 is gecodeerd, maar dit luistervoorbeeld geeft Ken de gelegenheid om uit te leggen dat er conversieproblemen kunnen optreden als tracks die in 24/96 of 24/192 gemasterd zijn worden omgezet naar de cd-resolutie van 16/44.1. Dat komt omdat 96 en 192 geen logische veelvouden zijn van 44.1. Het advies is daarom om tracks zoveel mogelijk in hun 'natuurlijke' resolutie af te spelen.
Omdat met de NA-11S1 stevig is ingezet op DSD als hoogwaardig bestandsformaat laat Ken nogmaals een in DSD gecodeerde track horen, ditmaal van de jonge maar zeer getalenteerde Chinese pianist Yundi Li, die Chopin speelt. De klank is extreem ruimtelijk en zéér dynamisch, vloeiend en vrij van stress. Hetzelfde geldt voor het vioolconcert van Tchaikovski door Julia Fisher dat hij daarna speelt. De warme en ruimtelijke opname heeft de zo felbegeerde 'derde dimensie' (hoogte) die in de hifi vrij lastig te bereiken is. De set geeft het op meesterlijke wijze weer.
Eigenlijk speelt alles prachtig deze middag. Herbie Hancock met Joni Mitchell (een nogal ongebruikelijke samenwerking, vooral omdat Joni Mitchel hier onverwacht overtuigend 'croont'), Patricia Kaas, zelfs Frankie Goes To Hollywood. Het is duidelijk dat Ken de muziek het verhaal laat vertellen. De conclusie van de demonstratie mag zijn dat de nieuwe 14-serie van Marantz (die zich prijstechnisch rond de 2500 euro per component bevindt) ongelooflijk rijk en muzikaal speelt, en dat de typische 'Ishiwata'-signatuur (waarbij levendigheid, dynamiek en een breed en diep geluidsbeeld belangrijker zijn dan de ultieme resolutie) er overduidelijk in zit.
Het naadje van de kous
Als de demo is afgelopen, voel ik mijn naamgenoot Max Berns van Marantz-importeur D&M Europe nog even flink aan de tand over de nieuwe componenten, omdat er zeker wel het een en ander aan interessants over te vertellen is. Om te beginnen de PM-14S1. Die is voorzien van een volledig nieuw ontworpen voorversterker, vernieuwde HDAM-modules (de door Marantz zelf ontwikkelde en superieur klinkende discrete OpAmp's) en een geoptimaliseerd signaalpad waardoor de interne verbindingen nog korter konden worden. Een grote ringkern-transformator en in eigen huis vervaardigde koperen luidsprekeraansluitingen garanderen een onbelemmerde en krachtige weergave. De PM-14S1 levert een ruimhartige 90 Watt aan 8 Ohm (140 aan 4 Ohm) en is in de beste traditie van de Marantz Premium lijn gebouwd als een tank (18,5 kilo schoon aan de haak).
De SA-14S1 doet hier natuurlijk niet voor onder. Het eigen (SA)CD-mechanisme zit in een behuizing die mede dankzij de forse ringkern-transformator altijd nog 14,5 kilo aan gewicht in de schaal gooit. Een stabiele basis voor een stabiele uitlezing, dat komt de weergave ten goede. In het verhaal van Ken Ishiwata kwam het al even aan de orde, maar Max vertelt er wat uitgebreider over: de SA-14S1 is het eerste apparaat van Marantz dat via 'trickle down' voorzien is van de bijzondere digitale 'engine' die voor de NA-11S1 is ontwikkeld. Dit is dus niet alleen een erg goede (SA)CD-speler, maar ook een erg goede d/a-converter. De USB-B ingang werkt a-synchroon en is (volgens Ken nóg belangrijker) galvanisch gescheiden van de rest van de digitale print, waardoor ruis en andere vervorming die via de afscherming van de USB-kabel de pret kan verstoren wordt weggefilterd.
Een zeer schone en fijnzinnige weergave is het resultaat. Liefhebbers die behalve naar de meer gebruikelijke HiRes PCM opnames (tot 24/192) ook graag naar DSD-opnames luisteren (onder meer te downloaden bij het Nederlandse Channel Classics en een groeiend aantal buitenlandse aanbieders) kunnen via deze USB-ingang (en een computer met daarop een geschikte Player, zoals JRiver voor Mac en PC of Audirvana voor Mac) genieten van de rijke klank van dit herontdekte bestandsformaat.
Conclusie
Zelfs als het slechts de bedoeling van Ken Ishiwata was om door middel van een muzikale staalkaart te laten horen hoe muzikaal de nieuwe 14-serie van Marantz is, mag deze demonstratie als geslaagd worden beschouwd. De set klonk uiterst verfijnd op momenten dat de muziek daarom vroeg, maar pakte minstens net zo krachtig uit als het volume en de dynamiek toenamen. Het gemak waarmee een groot muzikaal podium werd neergezet is bewonderenswaardig.
In technisch opzicht zijn er door Marantz opnieuw forse stappen gezet. Zij passen in de 14-serie recente technologische ontwikkelingen op hun eigen manier toe, en slagen er wederom in om met hun Premium-lijn de toon in een bepaalde prijsklasse te zetten. Dat is telkens weer een knappe prestatie waaraan de concurrentie zich zal moeten scherpen. Gaat dat horen!