Donovan
“Op mijn tiende kreeg ik mijn eerste gitaar. Het was een klein, goedkoop ding, maar ik had er meteen een heel vreemd déjà vu-gevoel bij. Een paar jaar later werd ik voor het eerst bewust van mannen als Bert Jansch en Donovan. Als ik vakantie had nam Christy me vaak mee naar zijn optredens in folkclubs in Engeland. Ook zag ik Donovan in Dublin, in het voorprogramma van Planxty, waar Christy in speelde. Ik was trots op Christy, maar Donovan maakte nog veel meer indruk. Het is tot op de dag van vandaag de enige held die ik live heb gezien.”
Vrijgevochten
“Ik voelde me altijd aangetrokken tot die vrijgevochten zangers die met hun gitaar de wereld afstruinden om hun liedjes te verspreiden. Niemand kent hun verhaal, maar dat vertellen ze wel op het podium. Dat het ook mijn roeping was, werd voor mij duidelijk nadat ik Ralph McTell gezien had in Manchester. De man van Streets of London. Ik was veertien of net vijftien en daar stond de gedroomde man met de gitaar op het podium, zingend over zijn leven. Kort daarna, het was in 1971, schreef ik mijn eerste echte song, a-capella. Ik heb het gisteravond nog gespeeld in Paradiso.”
Simpele schoonheid
“Vanaf 1972 was ik alleen nog maar bezig met mannen of vrouwen met gitaren. Neil Young, Bert Jansch, John Renbourn, Martin Carthy, Nic Jones, James Taylor, Joni Mitchell, Crosby, Stills & Nash, beetje Bob Dylan, Doc Watson en niet te vergeten Nick Drake, toen hij nog leefde! De simpele schoonheid van de eenzame stem met gitaar, communicerend vanuit de ziel, integer en waar. Ik gaf geen shit meer om Rolling Stones en Led Zeppelin. Een uitzondering vormde kant B van Abbey Road van The Beatles, een ongelooflijk interessante soep van muzikale stijlen vond ik dat. Dat ging tegen alles in van wat mensen verwachtten van een popsong.”
Magische ontdekking
“Ik speelde mijn eerste platen af op een simpele kofferpick-upje. Die pick-up beschouw ik nog steeds als mijn school. Het was luisteren en dan naspelen. Elpees kon je in Ierland nauwelijks krijgen, die werden voor me opgestuurd uit Engeland of mensen namen ze mee. Ik weet nog dat ik vijftien was en Sweet Baby James van James Taylor in handen kreeg. Dat was een meester, en ik had zijn plaat! Een magisch moment en bovendien de ontdekking van mijn leven. Nu, met internet is muziek ontdekken zo anders. Je download gewoon de plaat die je wil hebben. Het magische is er af. Ik had weken gewacht op Sweet Baby James! Van de platen uit mijn jeugd heb ik niets bewaard, net zo min als de platenspeler. Ik ben allergisch voor nostalgie. Als ik iets twee jaar heb, gooi ik het weg. Zelfs gitaren die ik niet meer gebruik.”
Muziekjunkie
“Ik luister de hele dag door naar muziek, ben een echte muziekjunkie. Luister nooit naar mijn eigen muziek en nooit naar andere singer/songwriters. Ik wil juist uitgedaagd en geïnspireerd worden door nieuwe dingen. Koop liever Miles Davis dan Bob Dylan, hoewel Dylan natuurlijk eigenlijk meer mijn man is. Ik heb deze week bij Concerto in Amsterdam nog voor tweehonderd euro aan cd’s gekocht. Allemaal dingen waar ik nog nooit van gehoord had. Miljoenen mijlen weg van het singer-songwritersidioom. Ik wil mezelf uitdagen om ook andere dingen te doen. Zoals ik op Keeper of The Flame [covers van onder mer Abba, Cure, Radiohead] heb gedaan. Dat waren helemaal geen favorieten, maar uitdagingen. Mijn laatste ontdekkingen zijn Anouar Brahem (Le voyage de Sahar) en Nouvelle Vague. Heerlijk ontspannen pretentieloze loungy muziek.”