Hoeveel Quads hij verkocht heeft in zijn leven weet Goosen niet precies, véél in elk geval. Maar het hadden er nog meer kunnen zijn. Goosen raadt sommige potentiële klanten namelijk soms af om een Quad te kopen. “De Quad is niet alleen een bijzondere luidspreker, maar ook de lelijkste om te zien. Hij roept enorm veel weerstand op. Je moet wel even goed nadenken voordat je die in de woonkamer zet. Ook is hij erg servicegevoelig.” Bovendien moet iemand echt helemaal idolaat zijn van muziek vindt de hifiverkoper, voordat hij Quad aanschaft, en het specifieke geluid van de Quad, dat volgens Goosen het geluid van de concertzaal benaderd, herkennen.
“In dat geval verkoop ik hem graag.” Goosen geeft toe dat er soms een ‘bepaalde arrogantie’ heerst bij TransTec, maar dat is ook in het belang van de klant. “Er zijn klanten die willen een stuk popmuziek gebruiken om de Quad te testen. Ik kan me dat wel indenken, maar dat ligt moeilijk want het heeft weinig of niets met de concertzaal te maken.. Die mensen heb ik dan liever niet als klant, en zij hebben er zelf ook niets aan. Zo zijn er ook mensen met een prachtige installatie van een ton, maar ze hebben helemaal geen muziekverzameling in huis. Met die mensen weet ik me ook geen raad.”
Perfectie
Het belang van techniek moet niet overdreven worden, zegt Goosen. “Techniek is slechts een hulpstuk, zonder de juiste muziek of de juiste akoestiek is hifi helemaal niets. Bij demonstraties, maar ook thuis en in de concertzaal, luister je voor zeventig procent naar akoestiek, voor dertig procent naar techniek.” Ben voorzichtig met het perfectioneren van je installatie, maar probeer zoveel mogelijk goede muziek in huis te halen, is de wijze raad van de Brabantse expert. Of ga naar een goed concert. “Een luidspreker geeft maar veertig procent weer van de werkelijkheid, zelfs een Quad geeft niet alles weer, al maskeert die minder. Bij een microfoon is dat ook zo. Daarom ga ik bij voorkeur naar concerten zonder elektronica. Vooral klassiek of soms jazz. Ik kom daar ook geregeld andere hifi-liefhebbers tegen. Zoals laatst in Gent. In de zaal zaten zeker tien mensen met een Quad-installatie. Dat hifi-liefhebbers niet naar concerten zouden gaan is de grootste onzin.”
Emotie
Muziek speelt een enorme rol in het dagelijkse leven van Martin Goosen, vooral in zijn werk. “Muziek is de basis van mijn werk. Ik wil echt plezier hebben in mijn werk en muziek heeft me daarbij flink geholpen.” Maar thuis luistert Goosen net zo lief naar de stilte of naar een goed concert van de vogels in de tuin. “Het hangt van mijn stemming af of ik muziek wil horen. Muziek is emotie zeggen ze, maar muziek is helemaal geen emotie. Stel dat je muzikant bent, dan wordt je gesloopt tijdens een concert. Muziek kan emotie teweeg brengen en daar moet je dan net voor in de stemming zijn.”
Pop
Muziek die Goosen ontroert is doorgaans klassieke muziek, maar dat wil niet zeggen dat hij zich afsluit voor andere stijlen. Goosen is ook thuis in de oude jazz, interesseert zich voor niet-westerse volksmuziek (in zijn auto ligt een bandje met ‘weergaloze’ veldopnames van ex-kindsoldaten uit Noord-Uganda) en ook bezocht hij verschillende pop- en wereldmuziekconcerten van onder meer De Dijk (‘afgrijselijk geluid’) , Pink Floyds The Wall (‘perfecte dynamiek’) en Amália Rodrigues (‘pas goed toen het geluid uitviel’). Ook bezocht hij een paar jaar geleden enkele grote dance-parties, mét meetapparatuur. Uit nieuwsgierigheid. “Ik was behoorlijk onder de indruk. Tienduizenden uitzinnige jongeren. Heel mooi. Maar ook heel gevaarlijk. Je loopt tegen een geluidsmuur aan die ongeveer een factor miljoen te hard is volgens de Arbowet. Desastreus voor je oren, maar ook erg slecht voor je ogen.”
Dynamiek
Maar de muziek op de dance-parties deed Goosen niets. “Muziek waar geen dynamiek meer inzit interesseert me niet. Als het verschil tussen hard en zacht minder is dan vijf decibel, dan komt het overeen met lawaai. Ik hou van kwaliteit, wanneer geluid vervormt, gaat het mis. Het is de kunst om het verschil tussen hard en zacht te laten horen. Je hebt recente opnames van de pianosonate van Mozart waarbij het pianissimo bijna even hard is als het fortissimo, dan herken ik het origineel niet meer. De vooruitgang in opnameland is helemaal niet zo spectaculair als men ons wil doen laten geloven. Sterker nog; ik geloof dat de geluidskwaliteit van muziek de laatste tijd over het algemeen enorm achteruit is gegaan. Bij demonstraties gebruik ik daarom vaak nog muziek uit de jaren vijftig vanwege de opnames. Of neem Radio 4, dat kan ik niet meer aanhoren, klinkt vaak zo slecht. Zo ook de muziek op Radio 1. Ik bel wel eens op als een nummer niet om aan te horen is.”