REVIEWB&W

Multitest interlinks deel 2 (van 189 tot 253 euro)

Deze multitest is in twee delen gepubliceerd. Het eerste deel kunt u hier lezen.

In het tweede deel van onze kabeltest nemen we als panel duurdere interconnects onder de loep. In plaats van tien interconnects beperken we ons tot zes stuks, die in prijs varieren van 189 euro tot 253 euro. De lengtes varieren van 75 cm tot 1 meter. Daardoor konden de leveranciers kabels leveren die binnen onze prijsgrenzen lagen.

Deel 2 van de kabeltest is een vervolg op het eerder gepubliceerde deel 1. Daarom zal slechts in het kort worden herhaald hoe het eindoordeel tot stand is gekomen. De scores van de kabels in dit deel zijn niet vergelijkbaar met die van kabels in deel 1. Met het toekennen van punten (zoals verderop beschreven) is rekening gehouden met de hogere prijsklasse en liggen de eisen veel hoger. Zoals ik het omschreef in deel 1: “Is er wel zoiets als "de beste kabel voor het geld"? Of bestaan er slechte kabels die voor niet onaardige bedragen over de toonbank gaan? Is het een kwestie van smaak, of horen we allemaal bepaalde kwaliteiten?”. Ook dit deel van de HiFi.nl kabeltest geeft niet overal antwoord op, maar probeert opnieuw meer duidelijkheid te brengen in kabelland.


Logistiek

Mijn huis is wederom de plaats van handeling en ik heb de eer een installatie op te stellen. Die bestaat uit de volgende onderdelen. Een PrimaLuna ProLogue Two buizenversterker, gevuld met JJ Electronics buizen. Eerste bron is een PrimaLuna ProLogue Eight cd-speler. Daarboven komt een Vyger Baltic M platenspeler te staan met in de SME arm een Goldring Eroica element. Aangesloten op een EAR 834P phono-versterker. De interlinks komen tussen zowel de EAR met de PL2 als de PL8 met PL2. Alles is opgesteld op een Quadraspire Sunoko-Vent rek. Voor de stroomvoorziening gebruik ik een SEEC netfilter, Supra verdeelblok en Supra LoRad netsnoeren. Om te beschikken over luidsprekers die veel laten horen, zich prettig laten beluisteren en passen binnen het prijssegment, stel ik een set Ruark Sabre III monitors op. Deze staan op Target stands, zijn in de lage tonen gesteund door een kleine Dynaudio subwoofer.

De panelleden zijn dezelfde personen als in deel 1. Zelf wissel ik de interlinks en draai de muziek. Het panel bestaat uit Marc Brekelmans (hoofdredacteur van HiFi.nl), René Smit (recensent die al heel lang werkt voor HiFi.nl), John Koning (voormalig recensent), en tenslotte Jeroen Boonstra (muziekliefhebber in hart en nieren). Mijn voordeel ten opzichte van de panelleden is dat ik de apparatuur, de luisterruimte en de gekozen muziek door en door ken. Nadeel is, als ik zelf een paar dagen later de luistersessie nog eens dunnetjes overdoe, dat ik kan zien welke kabel ik aansluit. Dat kan onderbewust leiden tot subjectiviteit. De panelleden oordelen “blind”.



Met het maken van de muziekkeuze is gekozen voor een xrcd van Jacintha: “Lush life”, waarop de stem en de lage tonen weergave goed te beoordelen zijn. De opname is loom van aard, vol met kleine details. Van Giovanni Angeleri kies ik een klassiek werk op cd: “Légende”, dat bestaat uit een heftig intro van vol orkest, dan overgaat in heel zacht en subtiel spel. Veel kleine details zoals een triangel die kan verdwijnen of juist opvallend aanwezig is. De viool is meesterlijk opgenomen en behoort een volkomen natuurlijke klank te hebben. Het derde stuk is big band met Harry James, opgenomen op een Sheffield direct-to-disc langspeelplaat. Met dit soort muziek kun je oordelen over detailweergave, vooral over ritme en daarnaast ontstaat een rommelige indruk als de transparantie niet goed is bij hoge volumes (dichtlopen).


Scores

Elke kabel is beoordeeld op zaken als klank, weergave van hoge/lage en middentonen, stereobeeld, ritme, dichtlopen, transparantie, ruimte, lucht, details en karakter. Op elke eigenschap “verdient” een kabel punten, die een totaal score per kabel geven. De totaalscores zijn omgezet in een klassering die loopt van 1 tot 6. Elk panellid kan op die manier aan een kabel maximaal 6 punten toekennen en minimaal (als de kabel niet presteert) 1 punt. De som van de scores van de vijf panelleden samen geeft de “slechtste” kabel een score van minimaal 5 punten, tot aan de “beste” kabel die maximaal 30 punten kan scoren. Grote “maar” in het verhaal is uiteraard de gebruikte apparatuur. Zoals Van den Hul ons aangaf toen wij om kabels vroegen: “De keuze van apparatuur behoort de keuze van kabel mede te bepalen”.

Ik heb specifiek gekozen voor buizenapparatuur, omdat de uitgangsimpedantie van zowel de cd-speler als de phono-versterker boven de 1000 Ohm ligt. In de hoop daarmee de eigenschappen van de kabel extra naar voren te halen. Hoe lager de uitgangsimpedantie is van de bron ten opzichte van de ingangsimpedantie van de versterker, des te kleiner is veelal de invloed van de kabel. Het blijft om die reden zeer belangrijk dat u zelf luistert welke kabel uw voorkeur heeft in uw situatie. Onze taak beperkt zich tot het vaststellen van verschillen, het aangeven wat die verschillen zijn en daarna het uitspreken van onze voorkeur middels een score. Met nadruk niet het uitspreken van “uw” voorkeur.

MERK

EDITORS' CHOICE