Na succesvolle reviews van een tweetal Qln luidsprekers van de hand van de Zweedse ontwerper Mats Andersen is het ditmaal de beurt aan zijn nieuwste creatie: de Qln One v7. Met de komst van een Qln One v7 is het kleinste model van de drie die ik mocht/mag recenseren aan de beurt. Een monitor op een stand, luxe uitgevoerd als zijn grote voorbeeld Qln Signature, compact en elegant ten opzichte van een vloerstaand model als een Prestige 3.
Qln Acoustics AB is een kleine speler in de markt ten opzichte van de geweldenaars in de industrie, het is wel een merk dat je terug gaat vinden in speciaalzaken. Daar waar muziekweergave prevaleert boven commercie, waar opstellingen worden gemaakt aan de hand van complementaire apparaten en waar men niet meegaat met de waan van de dag. Mijn derde Qln model ter recensie, wordt het een feest der herkenning?
Qln One v7 techniek
Wie de geschiedenis van Qln naloopt zal erop uitkomen dat de Qln One een ontwerp is uit 1981, een aantal keren is aangepast en nu in de versie zeven op de markt gebracht. In 2022 is men na het uitbrengen van de huidige versie van de Qln Signature begonnen met het nieuwe ontwerp van de One. Immers de One kun je zien als het kleine broertje van de Signature. Zoals gebruikelijk gaat men bij Qln niet over één nacht ijs en pas nu in 2025 staat een paartje te glimmen in de luisterruimte. Net zo als een Qln Signature luidspreker is ook een One v7 een tweewegsysteem met een dome tweeter, een woofer en een basreflexpoort. De drivers gezet in een pyramide vormige behuizing waarvan alleen de zijwanden onder dezelfde hoek staan. Voor- en achterwand staan ieder onder een hoek die ten opzichte van elkaar een paar graden afwijkt, de bovenplaat loopt schuin naar beneden, de bodem is vlak. Kortom een Signature in kleiner formaat. Een Qln One v7 is aan de onderzijde het grootste met 22 x 41 cm, het smalste aan de top met 14 x 31 cm, het hoogste aan de voorkant met 35 cm en het laagste aan achterkant waar ik 30,5 cm meet. Met een Qln One v7 wordt een zwarte plaat meegeleverd die onder de luidspreker zit, met optisch fraaie, afgeschuinde kanten. Die past met schroeven op een bijpassende, los aan te schaffen Qln One v7 stand. Totale hoogte van stand en speaker is precies één meter. De One v7 is leverbaar in mat walnoot, tevens met walnoot of wortelnoot fineer afgewerkt met pianolak. Een frontdoekje wordt meegeleverd.
De stand is zwart of voorzien van bijpassend fineer. Ik raad dringend aan de stand deels te vullen met bijvoorbeeld droog vogelzand voor het beste resultaat. Twee zakjes van elk 5 kilo zijn genoeg.
Qln mikt op muziek maken en emotie overdragen. Daarvoor gebruiken ze technieken als correct fasegedrag middels een schuine baffle. Een baffle rond de tweeter kleiner gemaakt en deels voorzien van dempend materiaal voor minimale reflecties. Qln vermijdt kastresonanties, gebruikt fase correcte scheidingsfilters met gelijkmatige impedantie en zorgt dat in de speaker opgewekte spanning niet terug kan vloeien naar een aangesloten versterker (back EMF). De behuizing van een Qln One v7 met zijn pyramide vorm voorkomt interne staande golven en draagt bij aan fase correcte gedrag. De kast is gemaakt uit 32mm dik Qboard, een multilayer HDF-opbouw met een materiaal tussen binnen- en buitenwand om trillingen om te zetten in warmte. Een Qln One v7 stand is vervaardigd uit MDF. Wie een blik door de reflexpoort aan de achterzijde van de luidspreker werpt, ziet een schot in de kast en ziet de weinige demping van echte wol. Daarin een versteviging van een synthetische vezel om de wol op zijn plaats te houden. Zijn woofer heeft een 149 mm conus bestaande uit een sandwich van papier.
Een neodymium “under hung” magneet vormt de motor. Under hung geeft aan dat de spreekspoel nooit buiten de luchtspleet zal komen. De magneet is zwaar en kostbaar, vertoont een superlineair gedrag. De opbouw van de magneet voorkomt turbulentie in de spreekspoelruimte, waardoor microdetails behouden blijven.
De One v7 tweeter is een 25mm dome met een grote surround, gelijk aan de tweeter in de Signature. Kent een AirCirc magneetsysteem bestaande uit meerdere magneten geplaatst in een ringvorm voor een extra hoge veldsterkte. De tweeter loopt door tot boven de 30kHz. De kamer achter de magneet dempt alle reflecties en resonanties. Het filter bestaat uit kwalitatief dezelfde componenten als gebruikt in het topmodel Reference 9, niet inductieve condensatoren voor de tweeter en vlakdraadspoelen voor de woofer. Weerstanden zijn precisie metaalfilm. Effectief zitten slechts twee componenten van het filter in de signaalweg. Dit filter heeft voor gebruik met buizenversterkers een zo constant mogelijke impedantie. De interne bekabeling maakt Qln zelf, massief koper gewikkeld op een drager van polypropyleen en voorzien van polypropyleen isolatie. De terminals achterop de Qln zijn WBT Nextgen zilver op koper. Een Qln One v7 heeft een rendement van 86dB aan 4 Ohm. Met een -3dB punt op 45Hz. Qln beveelt een versterker aan met een vermogen tussen de 50 en 250 Watt.
Qln geeft gas
Heeft u gehoord van Remo Anzovino? Tot voor kort ik in ieder geval niet. Volgens de informatie die Roon levert is hij niet alleen de pianist maar ook de componist van alle tracks op zijn album ‘Atelier’. Deels uitgevoerd voor publiek heeft hij een stijl die vaak te vergelijken is met Einaudi. Op een Qln One v7 vloeien de pianonoten uit de weergevers, op een manier die mijn vrouw deed verzuchten “kon ik dat maar”, zij speelde ooit piano, vandaar. Wat voor mijn neus wordt aangeleverd is een rijkdom aan klank zoals ik die inmiddels gewend ben van Qln.
Zuiver en op natuurlijke wijze ontstaat een vleugel, gecombineerd met de akoestiek van de ruimte, waardoor het instrument groot is zonder te gaan overdrijven. Mooi vrij van de twee One’s, met benutting van breedte en hoogte. Met een enkel instrument kun je diepte wat lastig aanduiden, al mag je wel aangeven dat de uitstervende tonen weglopen naar achteren en daar in de diepte van het stereobeeld verdwijnen. Of je nu heel zachtjes speelt of meer volume geeft, de klankindruk verandert niet, het instrument wordt niet groter of kleiner, komt hoogstens wat dichterbij te staan, maar zelfs dat is een kwestie van een halve meter. Of dat het gevolg is van een fasecorrect gedrag weet ik niet, ik weet wel dat het ook heel anders kan zijn met mindere weergevers. Waarbij klank, afmeting en/of instrumentpositie verandert bij een hogere of lagere geluidsdruk.
Een heel andere piano is te vinden op het album ‘Other stories’ van Heather Nova. Hier speelt het instrument een secundaire rol en is de hoofdrol weggelegd voor de zangeres en alle covers die zij zingt. Volgens een paar vrienden is het muzikaal behang dat gebracht zou moeten worden door de originele artiest. Niet voor mij, haar indringende stem, half hees, apart, op een onbestemde manier sexy, doet mij wel wat. Zeker als de stem neergezet wordt op een ware grootte, hoog genoeg om de indruk van echtheid te versterken, menselijk en intens.
Het zijn vooral de eenvoudige nummers die het meeste aanspreken. ‘Fragile’ van Sting bijvoorbeeld. Slechts een gitaar, een stem, wat zou een duet tussen Nova en Sting mooi kunnen zijn. Het staat echt in de ruimte. Meest opvallend misschien wel hoe gemakkelijk de muziek wordt gebracht, stressvrij, soepel, zonder extra’s die ongewenst zouden zijn en afbreuk zullen doen aan de eenvoud. Vrij van opsmuk als overdreven hoge tonen, zware bassen, schreeuwend middengebied. Opnieuw weet Qln met een One v7 het neutrale karakter dat ik al ken van een Signature of van een Prestige 3 vast te houden. Nu in een zeer huiskamervriendelijke verpakking met een in mijn ogen sierlijke vormgeving. Het maakt dat ik het album van Heather Nova in korte tijd meerdere keren speel, tot en met het a capella gezongen ‘Sailing’. Gewoon mooi.
Een eveneens opvallende stem heeft David Munyon, doorleefd, rauw, aansprekend. Op zijn album ‘Seven Crows against a greyer sky’ staan rustige nummers. Bas, gitaar, drums, orgel, stem, meer is niet nodig om een luisteraar te boeien. Met Munyon moet ik toch even dringend iets aanstippen waar ik tegenaan ben gelopen. Qln heeft naar mijn gevoel erg veel moeite gedaan om deze kleine weergever groot te laten spelen en diep te laten gaan in de lage tonen. Een prima streven, maar pas op dat er geen interactie met de stand ontstaat als een stand niet resonantievrij is. De stand voor een Qln One v7 bestaat uit een holle kolom van MDF met MDF onderplaat. Vul die stand met droog en zuiver vogelzand, metaaldeeltjes o.i.d. en het laag blijft strak. Een kleine moeite die tevens beschreven staat in de handleiding. Vooral bij radio van NPO waar veel te veel bas ingestopt wordt en de dj’s nooit hebben gehoord van plopkappen, eerder veel te dicht op de microfoon hijgen, geeft vullen een enorme verbetering.
Troost van de ziel
Sopraan, klavecimbel en luit werken samen. ‘Seelentrost’ heet het album van Isabel Schicketanz dat deels is gevuld met lofzangen. Ik neem weinig mee van de gezongen teksten, beschouw Isabel’s stem misschien wel heel oneerbiedig als een soort van instrument. Vooral als orgel en violen toegevoegd worden aan sommige tracks. Het heeft jaren geduurd voordat ik dit soort muziek kon gaan waarderen, inmiddels is het vast onderdeel van mijn muziekcollectie. Terecht, want naast zang en muziek om naar te luisteren is het prima materiaal om audio apparatuur mee aan de tand te voelen. Er is weinig aan geknoeid in een studio, het is allemaal akoestisch en de zang is niet bewerkt om te verhullen dat de zanger(es) niet toonvast zou zijn.
Het is het debuutalbum van de 36-jarige Schicketanz en in mijn oren gelijk een succes, al haalt Isabel niet het niveau van de Belgische Griet De Geyter. Met een Qln One v7 zit ik te genieten van haar zangkunst en de musici die met haar spelen. Het staat ruim en los van de weergevers zelf, die ik trouwens geen enkele maal kon betrappen op het vastkleven van geluid aan de conus of de kast.
Heel goed is Qln in het op juiste wijze plaatsen van stemmen en instrumenten. Stem hoger, wat meer naar voren, viola da gamba lager in het stereobeeld en rechtsachter, in een volgende track een luit juist weer wat hoger en kleiner. Jammer dat er weinig van de akoestiek van de opnameruimte is meegenomen. Behalve in de laatste track, daar zit galm op haar stem, daar zijn de instrumenten wat nadrukkelijker en dat geeft een heel fraai geheel waar de One v7 graag mee laat zien waartoe hij in staat is.
Ruimte herscheppen op een natuurlijke manier, zelf rust brengen en daarmee de muziek presenteren zonder op te vallen als weergever. Tot Isabel is verdwenen en slechts een korte, gepaste stilte heerst.
Vette jazz
Even wat vette, Scandinavische jazz van het Tingvall Trio en het album ‘Vattensaga’, waar ik als eerste de titeltrack van speel. Impactvol als ik geluidsniveaus van ruim 90 decibel op de luisterplek haal. Ondanks de fel geplukte bas staat de woofer nog steeds vrijwel stil en lijkt het de One v7 nauwelijks moeite te kosten om het trio bij te houden. Piano fel als altijd, slagwerk nadrukkelijk aanwezig met tikken op bekkens en tromgeroffel. Het Tingvall Trio houdt wel van energie en dat weten zowel de luidsprekers als het systeem daarachter naar buiten te brengen.
Op een aanvankelijk rustiger track als ‘Suite Kuhla’ is er ruimte voor de drie instrumentalisten om elk te laten horen welke kwaliteit zij in huis hebben. De klankbalans is op orde en lage tonen blazen bijvoorbeeld niet op. Mijn stellige overtuiging is dat basproblemen veelal in de studio gecreëerd worden om muziek toch maar vooral aangenaam te maken voor het gros van de installaties waar kwaliteit een issue is. Oppeppen voor gebrekkige weergevers en versterkers zonder ballen. Of voor Chinese oortjes van waaibomen kwaliteit. Iets waar de man of vrouw die wel bereid is om te investeren in een behoorlijk systeem onder mag lijden.
Zo is ook ‘Cry me a river’ van bassist Ray Brown een lust voor het oor. Een opname uit 1984, loepzuiver gebracht met zacht slagwerk, kneiterfelle piano tonen van Gene Harris en de melodieuze bas van Brown. Ik ben al weken bezig om door een collectie van 40 albums van het Japanse jazz label Venus heen te werken, geen daarvan haalt de kwaliteit van ‘Soular energy’ en dat laat de Qln One v7 met liefde horen.
Naarstig zoekend naar popmuziek kom ik meer en meer tot de ontdekking dat ik de huidige popscene totaal mis in mijn collectie. Jazz en klassiek voeren de boventoon tegenwoordig. Om de lezer en mijzelf te overtuigen dat pop met Qln niet gemeden hoeft te worden, speel ik van Madonna een album dat volgens mij nooit de waardering kreeg die het waard is. ‘I’m breathless’ is geïnspireerd op en bevat muziek van de film Dick Tracey. Ondeugend met ‘Hanky Panky’, vaudeville op ‘More’, op andere momenten grappig en tot slot eindigend in een remix van ‘Vogue.’ Ritme, impact, diepe bas, drums, elektronica, het is een veelzijdig album dat je best eens mag draaien als je een luidspreker op zijn donder wilt geven. Schroef het volume op en je kunt je haren drogen in de wind uit de Qln reflexpoort. Overigens is er geen poortruis waar te nemen, het zijn alleen bastonen die uit de poort rollen.
Ook goud van oud inmiddels is ‘Planet of New Orleans’ van Dire Straits waar ik dit keer mee ga afsluiten. Opnieuw groot in de ruimte, los en niet te herleiden naar de weergevers zelf, indrukwekkend op een hoog geluidniveau, nog steeds compleet en volwaardig als het op bijna achtergrond volume wordt gespeeld. Het is een bijzondere weergever de Qln One v7, vraagt wat aandacht, beloont daarna de luisteraar met veel fraais.
Het systeem
Qln One v7 heeft gespeeld aan een Audia Flight versterkercombinatie met een eindtrap die op zijn sloffen 400 Watt per kanaal levert aan 4 Ohm. Van muziek voorzien vanuit een Melco music library, over ethernet met Melco switches en Keces voedingen, gebruikmakend van Roon software. Waarbij een Auralic het netwerk transport voor zijn rekening neemt en een Metrum dac voor de omzetting zorgt. Dat alles aangesloten op een dikke Audes power conditioner met netsnoeren van Kemp, Crystal Cable en AudioQuest. Ethernet en digitale interlink komen eveneens van AudioQuest. Alle analoge kabels (XLR en luidspreker) zijn Inakustik AIR.
Toegift met buizen
Qln beweert dat de One v7 geschikt is voor buizenversterkers, omdat de impedantie van de luidspreker weliswaar laag is, maar constant en dat laatste is belangrijker voor buizenversterkers met een uitgangstransformator (99% van alle buizen eindtrappen heeft die nodig). Nu heb ik niet geheel toevallig een EAR/Yoshino met voldoende power, 2 x 50 Watt uit push-pull 4 x EL34 per kant. Alleen staat die opstelling in een kamer van 12 vierkante meter en de vraag is of een One v7 daarin tot zijn recht komt.
Ook niet geheel toevallig is het dat ik daar eveneens een (kleinere) Audes power conditioner heb staan, een bescheidener Auralic netwerk transport, ook een Metrum Acoustics dac en van Inakustik AIR luidsprekerkabels en interlinks gebruik. Dus is een One v7 op transistor versus buizen behoorlijk vergelijkbaar.
Speel ik opnieuw van Heather Nova haar mooie ‘Waiting for a girl like you’ dan maakt Qln zijn claim meer dan waar. Sterker nog, dat gaat geweldig op de EAR/Yoshino. Bijkomend voordeel van een kleine kamer is dat de frequentie voor staande golven ver weg wordt gehouden van de afstemming van elke reflexpoort. Dus is ook hier het laag opnieuw helemaal in balans. Het stereobeeld is wat kleiner, maar minstens zo goed losgemaakt van de weergevers. Stem is een voorbeeld van niet doorgeschoten transparantie.
Elk detail wat je verwacht wordt aangeboden, zonder daar de nadruk op te leggen. De weergave is organisch, helder en natuurlijk. Idem met ‘Fragile’ gezongen door Heather. Heel tastbaar, dichtbij, beet te pakken en intiem. Ze zingt voor mij, voor niemand anders in huis. De song heet ‘Fragile’, het is niet beter te omschrijven, zo fragiel dat je niet durft te bewegen. Net zoals het bij solo piano van Renzo Anzovino is. Hoogstens kan ik opmerken dat de ruimtelijkheid in deze kleine kamer is afgenomen, directheid daarentegen is toegenomen en daarmee de kracht van de aanslagen op het klavier. Ten opzichte van eerder 30 vierkante meter vloeroppervlak ben ik in 12 m2 als het ware naar de vleugel toegelopen en sta er bijna naast in plaats van op een paar meter afstand.
Niet weer
Ik ga niet hetzelfde repertoire spelen als eerder, alleen Munyon nog even. Ja hoor, weer de zware bas die duidelijk in de opname zit en niet specifiek in de Qln One v7, jammer want het is best lekkere muziek. Ik smijt er een favoriet tegenaan, Lucie Horsch met haar ‘Frans Brüggen Project’, blokfluit en orkest met een werk van Bach. Dat leeft en zweeft tussen en rond de weergevers, met een blokfluit die behoorlijk kan uithalen zonder ooit uit de bocht te vliegen. Orkest zuiver en achter de soliste geplaatst. Hoogte klopt, diepte is aanwezig. Klassiek werk staat netjes op enige afstand voor mij, wat ik als erg prettig ervaar en overeenkomt met de weergave van een LS3/5A. Laten we niet uit het oog en oor verliezen dat een LS3/5A gemaakt is voor een kleine ruimte, een mobiele opnamestudio en een Qln One v7 voor een kamer van 30 tot 40 vierkante meter. Het is daarom best een vette pluim waard dat het allemaal heerlijk weet te spelen. Onder vermelding dat een LS3/5A op zo’n beetje alle fronten de mindere is ten opzichte van een One v7.
Het feit dat het filter in de Qln is aangepast voor buizen zorgt dat het frequentieverloop op het gehoor zeer gelijkmatig is en geen uitschieters of benadrukken van sommige frequenties in de muziek laat horen.
Doorspelend nu de luidsprekers toch in de kleine luisterruimte staan, kan ik niet anders dan onderschrijven wat ik eerder op mijn transistor versterker als positief benoemde. Gebruikmakend van gewoon geripte CD’s tot aan highres FLAC en DSD blijft het aangenaam luisteren. Waarbij ik de geweldige Qln Signature grotendeels terug hoor, de handtekening van Qln duidelijk herken, al blijft de Signature een koploper in deze. Bij die constatering hoort nog een muziektip, nou ja muziek, het is leuk en lekker snel. Deborah Henson-Conant op harp tokkelt er lustig op los, terwijl zij de avond ervoor de revue laat passeren, in een gesprek met waarschijnlijk drummer Mino Cinelu. De track en het album dragen de naam ‘Talking hands’ en dat is niet het enige waarover het gesprek gaat. Grappig is het bij vlagen, zeker een heel sterke opname van het GRP label dat al vroeg alles digitaal masterde en buitengewoon goed uit de verf komend op een Qln One v7.
Universeel
Een Qln One v7 is een universele weergever van hoge kwaliteit. De elegante en geringe afmeting draagt ertoe bij dat hij in een woonkamer niet teveel aanwezig is. Je kunt er altijd wel een plaatsje voor vinden. Aanbevolen voor een huiskamer van 30 tot 40 vierkante meter, blijkt een Qln One v7 ook meer dan uitstekend te presteren in een veel kleinere ruimte. Terwijl de geluidruk die haalbaar is hem mede geschikt maakt voor echt ruime kamers.
Veel van de eigenschappen van een Qln Signature zijn terug te vinden in de One v7 en dan heb ik het niet alleen over de pyramide vorm van de kast. Tegelijk is de One v7 met een gehalveerd prijskaartje ten opzichte van een Signature voor meer muziekliefhebbers een bereikbaar model. De One v7 vraagt mogelijk wat aandacht bij het plaatsen, vanwege het toepassen van een woofer met bescheiden afmeting en een reflexpoort. Daarna is de beloning groot en zorgt een One v7 voor een volwassen weergave.
Verbaasd heb ik gestaan in mijn kleine ruimte waar een buizenversterker is ingezet. Erg, erg fraai resultaat waar ik met veel plezier naar kon luisteren. De compactheid en flexibiliteit van een Qln One v7 maakt hem al tot een winnaar, zeker waar een Signature of een Prestige 3 veel meer ruimte vraagt en niet gaat passen in erg kleine kamers. Geboren om muziek weer te geven sluit je een One v7 al snel in het hart en blijf je luisteren.
Qln One v7
12.000 euro in walnoot | www.cityaudiotrade.com
12.500 euro in walnoot met donkere pianolak
13.200 euro in wortelnoot fineer met pianolak
970 euro stands in tands walnoot of zwart
Beoordeling 5 / 5