Om de vier, vijf jaar brengt Bluesound een nieuwe generatie Node-streamer uit die inpikt op de laatste hardware- en hifi-evoluties. Deze keer maakt het zustermerk van NAD het wel heel boeiend door naast de Node een heel goedkope (de Node Nano) én een high-end streamer uit te brengen. Die Node Icon, die testen we hier – zonder en mét Dirac.
De Node Icon is eigenlijk best een ongewoon product voor Bluesound. Je zou kunnen stellen dat z’n specificaties en prijspunt het meer een ‘echt’ hifi-product maken. En dat terwijl Bluesound net een naam maakte met draadloze speakers en bereikbare streamers voor een breder publiek. Met de Node Nano van 349 euro die op hetzelfde moment als de Icon werd voorgesteld is dat nog meer dan ooit het geval. En natuurlijk, de Node is altijd heel lang een geliefd Zwitsers zakmes geweest voor kritische muziekliefhebbers die een goedkope maar ook goede upgrade zochten voor hun muzieksysteem. Het bood heel veel voor z’n prijs, een stelling die trouwens nog altijd klopt voor de nieuwe Node (2024).
Wie echter nog hoger mikte, die kwam snel terecht bij toegewijde streamerbouwers zoals Lumin, AURALiC of HiFi Rose. Maar dat betekende wel het BluOS-platform loslaten. Dat hoeft niet langer, want de Node Icon zet een forse stap richting het betere segment zonder de voordelen van BluOS te verliezen. Onder meer de inclusie van een duurder DAC-gedeelte, ruime connectiviteit en een design dat echt gezien mag worden staat het een trap of twee hoger dan de Node (die overigens ook recent vernieuwd werd naar versie N132).
Aan 1.099 euro is de Node Icon meteen de prijzigste streamer die Bluesound ooit uitbracht. Dat en de vele features maken duidelijk dat het bedrijf met deze betere streamer eveneens een antwoord wil bieden op een aantal jonge Aziatische rivalen die de laatste tijd goed gescoord hebben. Een uniek element daarbij is de ondersteuning voor Dirac-kamerkalibratie, iets dat je bij streamers verder enkel terugvindt bij duurdere modellen van AURALiC. De verwachtingen zijn dus bijzonder hooggespannen… maar kan de Icon ze waarmaken?
Aanraken mag (maar heeft geen zin)
Het eerste dat opvalt is dat de Node Icon veel meer een blikvanger is dan de Node (of die Node Nano). Waar de vertrouwde Bluesound-streamer zichzelf wat wegcijferde, spreek je hier over een apparaat dat gerust een prominente plaats in je muzieksysteem mag krijgen. Of bijvoorbeeld op een AV-meubel, terwijl de eigenlijke versterking uit het zicht blijft. Alle aandacht gaat naar het 5-inch kleurenscherm op de Icon, een first voor een Bluesound-streamer. En neen, het is geen touchscreen. Aanraken mag natuurlijk, maar veel zin heeft dat niet. Beweeg je vinger beter naar de afgeschuinde kant er net boven. Hier zijn een reeks aanraaktoetsen gelokaliseerd, iets wat eerst niet opvalt omdat ze pas oplichten als je vinger in de buurt komt. Geldt ook voor huisdieren, trouwens.
Geen touchscreen lijkt wel een boude statement, aangezien er toch een aantal concurrenten zijn die net inzetten op grote aanraakschermen. HiFi Rose of Eversolo, iemand? Niets mee mis en heel wat mensen vallen ervoor – maar voor de keuze van Bluesound valt ook iets te zeggen (en het moet opgemerkt worden dat zustermerk NAD wel touchscreens voorziet op toestellen als de M10 V3, M33 of M66). Waarom? Heel simpel: meestal luister je vanuit een knusse zetel naar muziek, niet op amper een halve meter afstand. Ga je dan even recht klauteren om iets te veranderen via een scherm in plaats van een app te openen op de smartphone die naast je ligt? Misschien zou dat beter zijn qua gezondheid, maar in de praktijk gaat het niet gebeuren.
De toestel is verder relatief anoniem. Het is zo groot als een kleine taartendoos of een doos waarin een paar kinderschoenen maat 24 verpakt zitten. Enfin, met afmetingen van 22 x 8,4 x 19,3 cm is het eerder een compact toestel dat dankzij een afgeronde behuizing uit donker geanodiseerd aluminium van dichtbij er knapper uitziet dan je vanop afstand zou vermoeden. De touchoppervlakte is van een glanzend materiaal, hier mag je vaker een stofvod voor bovenhalen.
Iemand chips?
Wellicht de voornaamste hardware-upgrade die de Node Icon biedt is een DA-convertorluik op basis van twee ES9039Q2M-chips. Dat is een meer dan bij de nieuwe Node, wat toelaat om elke kanaal door een aparte chip te laten afhandelen. Zo’n dual mono-aanpak zou voor een betere kanaalscheiding moeten zorgen. Hierdoor houden de XLR-uitgangen die Bluesound op dit toestel voorzien meer steek. Er is natuurlijk ook een cinchpaartje voor wie met z’n klassieke interlink aan de slag wil gaan. Je kunt de Icon ook als een pure digitale streamer gebruiken en een digitaal signaal via een coaxiale uitgang of USB naar buiten sturen. Bijvoorbeeld naar een betere alleenstaande DAC.
De ESS-chips en de brede formatenondersteuning van BluOS betekenen dat de Node Icon quasi alle hi-resmateriaal kan afspelen. De grens bij PCM ligt bij 192 kHz/24-bit, wat lager is dan de ES9039Q2M aankan. Wellicht houdt Bluesound het hierop om de compatibiliteit over alle BluOS-toestellen te behouden. En laten we eerlijk zijn: zoveel materiaal is er niet in een hogere kwaliteit. DSD, zeg je? Dat kan de Node Icon verwerken, tot DSD256, wat relatief nieuw is voor een BluOS-toestel. DSD is ook meteen brug naar de QRONO DSD en d2a-algoritmes die in dit toestel ingebakken zijn en gebaseerd zijn op de MQA-kennis die Bluesound twee jaar geleden verwierf. QRONO DSD zet een DSD-bestand om naar PCM (de DAC verwerkt dus zo te zien niet de DSD-stroom, wat ook native kan), terwijl d2a een filter is die in de plaats komt van de ingebakken filters van ESS. Dit gebeurt allemaal onder de motorkap, je kunt het niet aan of uit schakelen.
Net als bij de Node vinden we bij de Node Icon een hoofdtelefoonversterker op basis van een THX AAA-chip, een oplossing die toch wel hoog aangeschreven staat. Zowel voor z’n kwaliteit als z’n vermogen, waardoor je ook met een moeilijkere hoofdtelefoon mag afkomen. Beetje gek, Bluesound voorziet twee 6,3-mm hoofdtelefoonuitgang, een aan elke kant van het toestel. “Laat betere kabelmanagement toe”, luidt het. Ok…
Muziek en tv-geluid binnenhalen
Een van de sterktes van het Node-concept is dat het meer dan een streamer is. Ook de Node Icon is bijna een soort schakelbord met meerdere ingangen waardoor je ook externe bronnen naar een versterker kunt brengen. En omdat er nog het BluOS-platform is, kun je bijvoorbeeld een schijf die afspeelt op een aangesloten cd-speler beluisteren via andere BluOS-apparaten elders in huis. Tijdens het testen van de Node Icon had ik bijvoorbeeld in de woonkamer een NAD C 700 V2 op bezoek. De nieuwe release van Anna B Savage draaien op een Technics SL-1200GR2 (en Primare R15-phonovoorsterker) en die zowel in de testruimte als een verdieping lager laten weerklinken via die NAD-versterker, dat lukte probleemloos door in de BluOS-app de C 700 V2 in één groep te stoppen met de Icon.
Concreet bezit de Node Icon een analoge ingang (cinch), een optische input en USB-C die je kunt gebruiken om een computer aan te sluiten. Daar komt nog HDMI-eARC bij om de verbinding te leggen tussen tv en je muzieksysteem. Dat maakt de Node Icon een handige manier om een volledige analoge versterker toch te laten opdraaien voor het weergaven van het tv-geluid. Standaard staat het zo niet ingesteld, maar je kunt via de BluOS-app bijvoorbeeld de Auto Sense-functie inschakelen voor de HDMI-ingang. Dat activeren zorgt ervoor dat de tv inschakelen de Node Icon wakker schudt en schakelt naar HDMI-eARC. Aangezien de streamer ook trigger-aansluitingen heeft, zou je zo ook de versterker uit de slaapstand kunnen halen. Dat stukje integratie is iets dat Bluesound goed doet, ook als het gaat om smarthomeplatforms – BluOS ondersteunt er aardig wat.
En dan is er nog een sub-uitgang, waardoor je ook makkelijk een subwoofer kunt toevoegen aan een stereosysteem. Om een geslaagd 2.1-systeem te bouwen, biedt BluOS de nodige controls. En dan heb je nog de optie om via Dirac zowel je beide speakers als een sub op elkaar af te stemmen.
Kleinere maar goedgekozen opties
De Node Icon is niet zo krankzinnig instelbaar als sommige van die eerder vermelde streamers op basis van Android. Niet echt een nadeel, want het zorgt voor een heldere gebruikservaring. Bovendien heeft Bluesound voor dit toestel een aantal leuke opties voorzien, zodat je het toestel wat kunt personaliseren. Zo kun je tijdens het afspelen van muziek op het scherm enkel een albumhoes tonen, enkel tekst, een combinatie van de twee, of een klok plus hoes. Je kunt ook op het scherm een interface in het Nederlands tonen, dat kom je ook niet altijd tegen.
Een afstandsbediening krijg je niet bij de Node Icon. Dat voelde bij het testen nooit als een gemis. Bij de meeste apparaten met BluOS kun je trouwens een willekeurige IR-remote gebruiken om ze te bedienen, mocht je toch graag een kastje hebben om zaken te bedienen. Via de BluOS-app kun je heel makkelijk de knoppen van een afstandsbediening die je nog hebt liggen koppelen met een functie, incluis zaken als presets die je linkt aan pakweg internetradiostations. Met een druk op de remote-knop Radio 1 of de Main Mix van Radio Paradise afspelen, dat gaat.
Over Radio Paradise gesproken, toevallig is dat weer een mooi voorbeeld van een van die kleine functies in BluOS die toch echt een meerwaarde biedt. De streams van Radio Paradise kun je natuurlijk via andere streamers beluisteren, maar bij deze Node Icon kun je er meteen bij en kiezen uit lossless FLAC-formaat of – maar waarom zou je? – een MQA-stream. De muziekselectie bij de zes RP-stations is helemaal top, een aanrader als je een goede, door mensen gecureerde playlist wil beluisteren.
Multiroom is een pluspunt
BluOS is natuurlijk al heel vaak behandeld geweest in reviews van toestellen. Het is dan ook present in apparaten van een reeks merken, waaronder versterkers van NAD, de actieve speakers van DALI en Sonosachtige draadloze speakers van Bluesound. Een pluspunt is dat de Node Icon dus kan inpassen in een groter verhaal waarbij er andere BluOS-apparaten doorheen het huis zijn verspreid die je allemaal via dezelfde app bedient.
BluOS is nu al even overgestapt op z’n 4.0-interface. Dat valt minder op bij de Windows- en macOS-versies van de app, op de iPhone/iPad of Android-apparaat wel. Bij die mobiele toestellen heeft BluOS een opbouw die heel logisch overkomt, met een Thuis-scherm waarop meest gebruikte bronnen (denk aan ‘Qobuz’ maar ook 'HDMI-ARC’), presets en recent gespeelde muziek in de kijker staat. Via de navigatie onderaan (of links op tablets) ga je naar favorieten, Muziek (een scherm waar je ingangen selecteert of streamingdiensten) of naar andere BluOS-toestellen. Er is ook een zoekfunctie die je kunt loslaten op je muziek-bibliotheek of dienst. Het is ook via BluOS dat updates voor toestellen binnenkomen, of het nu gaat om de Node Icon of de NAD M66 die tot voor kort hier aanwezig was.
Als het gaat om muziek streamen, biedt de app veel opties. Spotify, Apple Music en nog wat namen ontbreken, maar de Node Icon bedien je wel gewoon in de Spotify-app en andere diensten kun je via Airplay of Bluetooth naar de streamer. De Bluesound-streamer is ook nog Roon Ready.
Wat BluOS ook goed doet is het multiroom-gedeelte. Apparaten samenvoegen in een tijdelijke groep is makkelijk, en recent kwam daar ook Vaste Groepen bij. Vooral interessant voor wie thuis meerdere BluOS-apparaten heeft, waaronder bijvoorbeeld meerdere speakers in de keuken en eetkamer die je meestal samen wil groeperen. Gebruik je de Node Icon als standalone streamer zal dit aspect je minder boeien, maar in het andere geval biedt BluOS hier meer flexibiliteit dan de meeste rivalen.
Beter geluid dankzij betere DAC
De Node Icon werd getest in combinatie met een Hegel Röst en een paar DALI Rubicon 2-speakers. Een relatieve eenvoudig set, maar wel op een hoger niveau. Aangezien de versterker wat ouder is en enkel basale streamingopties heeft (en al helemaal geen kamercorrectie), is de Bluesound-streamer in dit verhaal een logische upgrade die iemand zou overwegen. Niet gek, omdat het klasse A/B-versterkingsluik van die wat oudere Hegel natuurlijk nog altijd waardevol blijft. De Icon blaast het dus als het ware nieuw leven in. Streamend via Roon, reageerde de Node Icon perfect op wat werd aangeklikt in de software. Op dat vlak zeker geen klachten, ook niet als er tijdens het testen via de BluOS-app werd gewerkt. Even vergelijken met de Node Nano en Node (2024) die ook op bezoek waren, leerde dat er op dit vlak geen echt verschil bestond tussen de Icon en de Node. De Node Nano reageerde wel wat slomer, maar niets echt problematisch.
Geluidskwaliteit, dat is natuurlijk het belangrijkste. Het begint allemaal bij de bron, hoor je wel vaker, en op in dat opzicht schiet de Node Icon zeker niet te kort. Opnieuw ‘A Design For Life’, ‘Enola/Alone’ en ‘Kevin Carter’ van de Manic Street Preachers uit 1996 bovenhalen, aangezien de Welshe groep net een nieuw album uitbracht én het tijdens het schrijven op een paar dagen na de dertigste verjaardag was van de verdwijning van hun gitarist Richey James, liet bijvoorbeeld geslaagde gitaarmuren horen waarin geen scherpte te bespeuren viel. Klinisch klonk het zeker niet, maar net heel gelaagd en vol definitie. Een mooi resultaat dat aanzet om aandachtiger te luisteren naar de geladen lyrics waar de band voor bekend staat. Met meer verfijnder werk, zoals het mooie album van King Hannah, met het onderkoeld gezongen ‘New York, Let’s Do Nothing’ als topper, zette de Bluesound opnieuw iets heel aangenaam en gebalanceerd neer. De omhulling die te proeven valt bij ‘Suddenly, Your Hand’ en de ‘stille’ achtergrond toonde wat mij betreft aan dat het DAC-gedeelte heel goed de twee kanalen gescheiden houdt, terwijl ook alle informatie uit de opname werd bovengehaald. Ook bij het beluisteren Mahlers tweede symfonie in de uitvoering met de Wiener Philharmoniker en dirigent Pierre Boulez wist de Node Icon te verleiden door het kundig te schipperen tussen delicate details en grootste dynamische uithalen, in bijzonder bij ‘III.Scherzo’. Een toestel als dit is natuurlijk een totaalpakket, maar het DAC-gedeelte is een sterk element in dit verhaal.
Spelen met Dirac
Op 14 januari ontving de Node Icon de beloofde update die de streamer Dirac Dirac-compatibel maakt. Idem voor de Node, die daarmee zowat de goedkoopste manier wordt om Dirac-kamerkalibratie aan een muzieksysteem toe te voegen. Dat Dirac een heel krachtig instrument kan zijn, dat bleek ook tijdens het testen van dit systeem opnieuw. Meten met Dirac is altijd wel iets waar je tijd voor moet nemen (en een goede meetmicrofoon), een voordeel is wel dat een stereosysteem heel wat sneller gemeten is dan bij een 5.1.4-surroundsysteem. Een hele verademing om er in een tiental minuten vanaf te zijn; de JBL MA9100HP die een week eerder ingesteld moest worden kostte veel meer moeite. Zoals ik het bijna altijd ervaar bij Dirac levert de standaardcurve een te neutraal geluid op. Zonder Dirac lijkt het bijna beter. Daar valt gelukkig wat aan te doen, want na wat experimenteren met de doelcurve in Dirac Live knalde ‘Angel’ van Massive Attack droog en perfect gedefinieerd uit de DALI’s. Hetzelfde bij ‘bad guy’ van Billie Eilish, dat met een tikje hogere basfrequenties echt dat ondanks de titel net een warm deken is dat over je schouders krijgt gegooid. Het is wel wat oppassen bij het vergelijken met en zonder Dirac-correctie, want voor die DSP-aanpassingen wordt het signaal 3dB of zo verlaagd om headroom te creëren. Als je Dirac-filter uitzet, klinkt het opeens een pak luider (iets dat je meestal bij Dirac-toestellen hebt).
Toegegeven, aan de slag gaan met Dirac zal niet iedereen aanspreken. Maar dat het als optie op dit toestel zit is wel een heel mooie bonus, ook om bijvoorbeeld in de testruimte net iets meer natuurlijkheid en driedimensionaliteit te voorzien bij het mooie ‘Verses’ van Ólufar Arnalds en Alice Sara Ott of de innemende popsongs van Clairo op ‘Charm’.
Conclusie
Slim van de Canadezen: ze presenteren een toestel dat verder bouwt op hun eigen sterktes. Dit is geen in het oog springende alleskunner met groot touchscreen, Android en apps. Maar de Node Icon is wel een heel complete streamer en DAC die focust op geluidskwaliteit – en dat levert vruchten op. Het kan daarbij leunen op een decennium van ervaring met het BluOS-platform. Dat maakt de Node Icon onder andere een zeer goed apparaat om in te passen in een multiroomsysteem. Het fundament blijft echter een zeer competente DA-convertor die je echt het gevoel geeft een stap vooruit te zetten. Een geslaagde upgrade.
Bluesound Node Icon
1.099 euro | www.bluesound.com
Beoordeling 5 op 5
