AudioQuest presenteerde in het najaar van 2023 een drietal nieuwe stroomfilters in haar PowerQuest range. Drie stroomfilters waar ik reikhalzend naar heb uitgekeken om te mogen reviewen. Wat maakt de introductie van deze PowerQuest 303, 505 en 707 stroomfilters voor mij interessant? Lees snel verder.
De afgelopen jaren heb ik vele stroomfilters op bezoek gehad. De ervaring met het gros van het aanbod was helaas wisselend. Vaak ervaar ik wel een mate van rust, maar na vele luisteruren ervaar ik ook een gebrek aan muziekbeleving. Er waren ook diverse merken die er qua prestaties met kop en schouders bovenuit staken. Sommige met exorbitante prijskaartjes, maar er zaten ook betaalbare exemplaren die bovenal goed presteerden. Een van de merken die een solide indruk op me heeft achtergelaten is AudioQuest met haar Niagara 1200 en de eerdere PowerQuest modellen.
De PowerQuest 2 en 3 zijn de instapmodellen van AudioQuest en leveren goede prestaties. De Niagara 1200 is vooral gericht op de hoger gepositioneerde sets en heeft als belangrijk voordeel de fraaie bouwwijze waarmee alle aansluitingen op de achterzijde worden gemaakt. Het prijsverschil tussen de PowerQuest 3 en de Niagara instapper is echter fors en ik kan me voorstellen dat het verschil voor sommigen een stapje te groot is.
Gelukkig heeft AudioQuest dit zelf ook bedacht en vult de fabrikank het gat nu met drie nieuwe stroomfilters in de PowerQuest lijn. De nieuwe PQ-303, PQ-505 en PQ-707 bouwen voort op effectieve filtertechnieken en beproefde materialen. In tegenstelling tot de PQ-2 en PQ-3 hebben deze modellen nu een afneembare stroomkabel en een functioneel betere vormgeving.
De AudioQuest methode
Bij AudioQuest merk ik al jaren dat elke euro die je besteedt zich vertaalt in betere prestaties. Dit doet AudioQuest met hele mooie en duidelijk hoorbare verbeteringen. Kies je voor een hoger gepositioneerd model, dan voegt de fabrikant telkens meer technologie en materiaalkwaliteit toe om het prestatiegat met mooie stapjes te dichten. In hoeverre zijn deze stapjes tussen de PowerQuest 303, 505 en 707 merkbaar? Om dat te ondervinden stuurt AudioQuest me de drie nieuwelingen toe om deze in alle rust en in verschillende configuraties uit te proberen.
De door mij ontvangen PowerQuest-modellen ogen op het eerste gezicht vrijwel identiek en wat me hierbij opvalt is dat AudioQuest slimme materiaalkeuzes maakt. Nergens wordt méér gebruikt dan nodig en hiermee houdt de Amerikaanse fabrikant de prijskaartjes vriendelijk.
Voor de stroomvoorziening zelf doet AudioQuest geen concessies en maakt het bij elke PowerQuest gebruik van kwalitatief goede materialen en beproefde filtertechniek. Dit deden ze overigens al bij de PowerQuest 2 en 3. De aansluitingen? Die zijn ditmaal netjes op de achterzijde geplaatst, net als bij de Niagara 1200.
De PowerQuest 303 is de eerste stap boven de PQ-3. AudioQuest levert de PQ-303 inclusief een twee meter lange PQ-416 RF-Noise Dissipating stroomkabel met Semi-Solid Concentric Conductors vervaardigd uit Long-Grain Copper. Wanneer ik de specificaties erop nasla merk ik op dat de aansluitingen van de PQ-303 een andere indeling hebben dan bij de PQ-2 en PQ-3. De 4K/8K Video Optimized Ultra-Linear aansluiting is bijvoorbeeld achterwege gelaten en ook de usb aansluitingen zijn verdwenen. Dit is een bewuste keuze om de stroomvoorziening zo schoon mogelijk te houden.
De PQ-303 maakt gebruik van een Linear Noise-Dissipation Differential Filter die werkzaam is tussen 30 kHz en 1 Ghz waar deze de ruis, volgens de opgave van AudioQuest, met meer dan 22 decibel verzwakt. Vier van de zeven uitgangen zijn gefilterd en bedoeld voor (digitale) bronnen. De resterende drie uitgangen zijn voorzien van filtering bedoeld voor gebruik met actieve luidsprekers, subwoofer of voor- en eindversterker.
De PQ-505 is in grote lijnen identiek met de PQ-303, maar is uitgerust met een meer geavanceerde manier van stroomfiltering. De PQ-505 verzwakt ruis met meer dan 22 decibel en maakt hierbij gebruik van een Ultra-Linear Noise-Dissipation Differential Filter dat eveneens werkzaam is tussen de 30 kHz en 1 GHz, maar nu ook is voorzien van een Common-Mode Filter met een werkgebied tussen de 30 kHz en 100MHz. De PQ-505 wordt eveneens geleverd met een twee meter lange stroomkabel. Deze hoger gepositioneerde PQ-716 RF-Noise Dissipating stroomkabel is voorzien van ZERO-Technologie en Semi-Solid Concentric Conductors vervaardigd uit Long-Grain Copper waarmee je een preciezere en meer gedetailleerde muziekweergave zult ervaren. De gebruikte behuizing en aansluitingen zijn verder identiek aan die van de PQ-303.
De PQ-707 is het topmodel onder de PowerQuest nieuwelingen. De filteringmethodiek en de meegeleverde stroomkabel zijn identiek met die van de PQ-505, al begint de Linear Noise-Dissipation Differential filtering bij deze PQ-707 al bij 8kHz. De behuizing is nu geheel vervaardigd uit metaal waarmee invloeden van RFI en EMI nog efficiënter worden buitengesloten. De aansluitingen zijn voorzien van kwalitatief hoogwaardigere contactdozen dan die van de PQ-303 en PQ-505. Tot slot heeft AudioQuest de PQ-707 voorzien van unieke Niagara technologie. Met de toevoeging van Transient Power Correction is de PowerQuest 707 uitgerust met een stroomreservoir die de aangesloten componenten bij dynamische pieken kortstondig extra stroomreserves tot 45 ampère kan leveren. De Niagara topmodellen leveren misschien meer reserves op dit vlak, desondanks is dit een feature waarvan ik benieuwd ben naar de toegevoegde winst in geluidskwaliteit.
Prestatieverschillen
Voor deze review maak ik gebruik van mijn eerste generatie Leema Pulse geïntegreerde versterker, een Rega Planar 3 platenspeler met een Rega Exact element en een fraaie set LEAK Sandwich 250 luidsprekers die hier eveneens ter review staan. De tijdens de review gebruikte compact disk speler is een door Johan Ketelaar gemodificeerde Denon DCD960 en past bij het prestatieniveau van de overige hifi componenten.
De interlinks en luidsprekerbekabeling komen ten slotte uit de Flow series van Driade. Deze set beluister ik eerst uitvoering met een kwalitatief goed stekkerblok zonder filtering. Hierna schakel ik over naar de PowerQuest 303, gevolgd door de PQ-505 en tenslotte de PQ-707. Hierbij sluit ik de bronnen aan op de gefilterde uitgangen en de versterker op een van de drie high-current uitgangen zoals AudioQuest dit voorschrijft.
Nadat ik overschakel van mijn ongefilterde stekkerblok naar de PQ-303 ervaar ik direct een breder en minder vertroebeld geluidsbeeld. Het laag wint een fractie aan kracht en controle. De midrange neemt juist een tandje af in kracht en dit ervaar ik als aangenaam. De warmte in de muziekweergave neemt licht toe en dit komt voornamelijk door de afname van scherpte en hardheid in sommige muziekalbums. De gehele presentatie zet een klein stapje naar de achtergrond en wordt toegankelijker. Achtergronddetails komen nu beter naar voren wat duidt op een lagere achtergrondruis. Stemmen worden sterker gebundeld vanuit het midden van het geluidsbeeld weergegeven en effecten springen energiek van de luidsprekers af. Hiermee presteert de PQ-303 op een hoger niveau dan ik voorheen met de PQ-2 en PQ-3 heb ervaren.
Wanneer ik de stap naar de PQ-505 maak, ervaar ik een vergelijkbare maar grotere stap dan zojuist. De midrange neemt nogmaals een fractie in kracht af waarmee ik de muziek met meer gelaagdheid, detaillering en nuance ervaar. Hiermee beluister ik subtiele maar belangrijke verschillen in de muziek. De definitie in de midrange is beter en het geluidsbeeld wordt met meer openheid weergegeven. Gitaar sprankelt en ruimte-echo’s zijn beter waarneembaar. Snaredrums klinken droger en de aanslag komt met meer energie op me over. Hierbij hoor ik de klank in de ketels net even langer naklinken. De kracht in het sublaag neemt verder toe terwijl de punch en impact in het midlaag flink verbetert. De klappen van de basdrum worden strakker omlijnd weergegeven, basgitaar laat meer snaargeluid horen en ook de piano aanslagen hebben meer energie en authenticiteit dan voorheen. Op dit verschil had ik niet gerekend, ik wijs het merendeel van de klankverbeteringen toe aan de betere stroomkabel en de winst in het geluidsbeeld aan de common-mode filtering.
Ten slotte is het de beurt aan het topmodel in de PowerQuest serie, de PQ-707. Het geluidsbeeld wordt nog verder opengetrokken en met een hogere precisie weergegeven dan met de PQ-505. Het laag wordt nog een fractie strakker gecontroleerd weergegeven, terwijl de geluidsdruk in laag en sublaag ditmaal een tandje afneemt. De coherentie in de muziek is groot en alles klinkt mooi in balans. Zang en instrumenten worden met nog meer realisme weergegeven en heb de indruk een flinke pas in de richting van de muziek te hebben genomen.
De betrokkenheid met de muziek is op alle vlakken hoger dan met de andere PowerQuest modellen en dit heeft waarschijnlijk te maken met de Transient Power Correction waarmee de versterker snelle en energie slurpende transiënts beter kan weergegeven. De geluidsdiepte en detaillering zijn eveneens toegenomen en dit heeft wellicht te maken met het bredere Linear Noise-Dissipation Differential filterbereik vanaf 8 kHz.
Eén ding is duidelijk. AudioQuest maakt bij elk model net even andere keuzes waarmee de geluidskwaliteit telkens een stap verbetert. Dit is een hele knappe prestatie.
Geen metingen?
Ik heb er lang over getwijfeld de gehoormatige verschillen te onderstrepen met meetresultaten want dit fenomeen lijkt inmiddels uit te groeien tot een trend in deze tak van de belevingsindustrie. Maar, eerlijk, hoe betrouwbaar zijn deze resultaten nu echt? Met moderne meetapparatuur kun je tegenwoordig alles meten, maar hiermee sluit je cruciale meetfouten niet uit. Je kunt niet zomaar ergens goedbedoeld een probe van een oscilloscoop of spectrum analyzer inprikken en conclusies trekken. Ik prijs de goed bedoelde pogingen en wil echt niemand schofferen, maar hoe kun jij als muziekliefhebber nu vaststellen welke resultaten wel en niet valide zijn? Met trots gepresenteerde diagrammetjes schetsen in dat licht misschien een onjuist beeld. Hierom vertrouw ik liever op de cijfers van AudioQuest en misschien wel het belangrijkste, op mijn eigen oren. Hopelijk neem je me dit niet kwalijk.
Oordeel
Met de PowerQuest serie biedt AudioQuest kwalitatief goede stroomfilters waarmee je een duidelijke upgrade zult ervaren ten opzichte van een no-name stroomfilter of een vaak gebruikt stekkerblok zonder filtering. De contactdozen zijn evenals de interne materiaalvoorziening van kwalitatief hoog niveau. De meegeleverde stroomkabels zijn van excellente kwaliteit en hebben een mooie lengte om de afstand van wandcontactdoos naar de set te overbruggen. Als bonus beschermt de PowerQuest serie jouw kostbare investering met Non-Sacrificial Surge Protection tegen ongewenste spanningspieken tot 6000 volt en 3000 ampère, maar ook wanneer de netspanning stijgt boven de 270 volt.
Met name deze laatste beveiliging zie ik met een inmiddels overbelast stroomnet als aangenaam. Zeker bij gebruik van oudere audiocomponenten die nog zijn ontwikkeld voor gebruik met 220 volt en nu al problemen ondervinden van de hogere netspanning levert de PowerQuest serie een extra stukje zekerheid.
Welk PowerQuest model is interessant voor jou? De PQ-303 zie ikzelf als perfecte stroomverdeler voor kwalitatief goede hifi of home cinema oplossingen uit de middenklasse waarbij je wel een optimale stroomvoorziening verlangt, hier geen astronomische bedragen voor wil neerleggen maar wel een verbetering in performance wilt ervaren. De PQ-505 biedt common-mode filtering en wordt geleverd met een kwalitatief betere stroomkabel. Deze op het eerste oog kleine upgrades maken een groot verschil in de prestaties. Hiermee is de PQ-505 een uitstekende kandidaat voor kritische muziekliefhebbers die streven naar een meeslepende muziekbeleving.
De PQ-707 levert in mijn omgeving het meest open geluidsbeeld en de meest coherente klankbalans. Dit is deels toe te wijzen aan het bredere Linear Noise-Dissipation Differential filterbereik en het gebruik van de Transient Power Correction afkomstig uit de Niagara topmodellen.
De PowerQuest modellen missen wel de handige features die wel in de eerder gereviewde PQ-2 en PQ-3 zijn geïmplementeerd, al vraag ik me af hoeveel PowerQuest bezitters daadwerkelijk gebruik maken van deze extra opties. De aanwezigheid van deze mogelijkheden had de PQ-303 in mijn beleving interessanter gemaakt voor bezitters van de PQ-2 en PQ3 die een upgrade naar de PQ-303 overwegen.
De PQ-303 zal voor hen misschien niet de ‘papieren’ sprong maken waar ze op hopen, al zijn de prestaties beslist beter. Wanneer ik kijk naar het minimale prijsverschil tussen de PQ-303 en de PQ-505, dan heeft de PQ-505 meer te bieden en hiermee ben ik bang dat de goed presterende PQ-303 door velen over het hoofd zal worden gezien. De PQ-707 is heer en meester als het gaat om prestaties, maar of de sprong in prijs voor jou te rechtvaardigen is, dat is niet aan mij om te bepalen.
Conclusie
Met de PowerQuest 303, 505 en 707 biedt AudioQuest eigenlijk alles waarmee je vele jaren zult genieten van je hifi of home cinema set. Welke PowerQuest voor jou het meest interessant is, heeft vooral te maken met de set die je hierop aansluit en met eventuele upgrade vooruitzichten. Elk van de modellen heeft specifieke voordelen en dankzij de meegeleverde stroomkabel en filtering een eigen klank. Dit kan ook doorslaggevend zijn in de keuze. Of je nu kiest voor de PQ-303, PQ-505 of PQ-707; dankzij de significante kwaliteitswinst die elk van de modellen biedt kun je eigenlijk geen verkeerde keuze maken.
AudioQuest
PowerQuest 303 | 599 euro
PowerQuest 505 | 799 euro
PowerQuest 707 | 1.299 euro
www.audioquest.com