ARTIKELT+A

Interview Siegfried Amft, T+A: "Geluidskwaliteit blijft altijd op nummer één staan"

Jamie Biesemans | 17 juni 2024 | T+A

Zoals elk jaar had T+A op High End München ‘24 bijzonder veel te vertellen. Naast een aantal productintroducties lichtte het oerdegelijk Duitse merk de sluier van een nieuw platform dat zijn toekomstige producten zal aansturen. Daar willen we meer over weten, CEO Siegfried Amft!

De hifi-wereld opdelen kan op vele, vele manieren. Klasse A versus klasse D, analoog versus streaming, buizen versus solid-state, enzovoort. Nog een manier: modieus versus tijdloos. Het is een beetje zoals de auto-industrie: je hebt auto’s die op dit moment fraai getekend zijn maar over vijf jaar op een of andere manier toch belegen lijken. En je hebt bolides met een lijnenspel dat vijftig jaar later nog altijd de harten sneller doet kloppen. Zo heb je ook hifi-toestellen. Er zijn echter maar een paar merken die op deze manier tijdloos weten te zijn. T+A is er een van, met z’n strak getekende toestellen optrokken uit massieve aluminium panelen waarin zware voedingen huizen en waarop vaak VU-meters prijken.

De keuze voor hifi

In München ontmoeten we Siegfried Amft, in de hifi-wereld bekend ‘Siggy’. Niet de eerste keer dat we elkaar spreken, want vorig jaar bezochten we de T+A-fabriek in Herford, gevolgd door een online gesprek. Het is een boeiende man, een wetenschapper van opleiding die na zijn studies in 1979 kon kiezen voor een carrière in de kernindustrie of z’n eigen hifi-bedrijf kon starten. Gelukkig koos hij voor het laatste, want dat leverde een van de belangrijkste audiomerken van Duitsland op.

Siggy blijft nog heel actief in het bedrijf, nu meer toegespitst op het ontwikkelen van nieuwe luidsprekers. Zijn zoon, Conradin, drukt inmiddels zijn eigen stempel op T+A. Hij gaf de aanzet voor het ontwikkelen van eigen hoofdtelefoons, die – zoals je van het bedrijf kunt verwachten – technisch vooruitstrevend zijn.

Gegeven dat T+A begon – en nog altijd bloeit – als luidsprekerbouwer, waren hoofdtelefoons op zich geen enorme sprong om te maken. Maar omdat het bedrijf alles graag zelf ontwikkelt, was het toch een enorme onderneming. De Solitaire-koptelefoons die er uit ontstonden zijn een groot succes gebleken. “En dankzij Conradin heb ik meer tijd om me bezig te houden met het ontwikkelen van nieuwe producten, waaronder nieuwe luidsprekers. En dat is wat ik het allerliefste doe”, verklapt Siggy.

Op deze editie van High End München staan verschillende zaken in de kijker, met name de nieuwe Criterion S 240-speaker die het nieuwste kindje is van Amft. Maar even intrigerend is de preview van Navigator OS die we op HEM zagen, het nieuwe platform dat toekomstige T+A-toestellen gaan aansturen. Dat klinkt misschien niet iedere lezer spannend in de oren, maar deze software opent de deuren voor nieuwe designs.

Herstellen doen we al 40 jaar 

Als we Siggy treffen, hebben we eerst even over dat bezoek aan de verrassend grote fabriek in Herford vorig jaar. Boeiend, want het gaf ons een inkijk in een fascinerende onderneming die langs één kant grootschalig is maar aan de andere kant toch de waarden van Amft weerspiegelt. Een ding maakte toen enorm indruk: de grootte van het magazijn met reserve-onderdelen en de serviceafdeling. Elke serieuze hifi-fabrikant zorgt natuurlijk dat er zoiets bestaat, maar dit was toch next-level.

“Ja, dat klopt, we zijn heel trots dat we een extreem goede service kunnen aanbieden. Het bedrijf is inmiddels 45 jaar oud en toch kunnen we elk toestel dat we ooit produceerden nog repareren. Dit is iets dat voor mij persoonlijk heel erg belangrijk is. Dit kan natuurlijk enkel als je beschikt over een goed netwerk van dealers.”

Herstelbaarheid is niet iets dat er zomaar komt. Dat moet je toch van dag één voorzien, vanaf als je aan het design begint? “Inderdaad, en dat zijn echt onze roots, dat nadenken over hoe we stabiele en betrouwbare producten kunnen maken. Er wordt bijvoorbeeld tegenwoordig veel gesproken over recycling. Wel, toen we ons eerste R-systeem uitbrachten in 1992 konden we die toestellen toen al recycleren voor 93 procent. Dat is dertig jaar geleden en we doen nog altijd hetzelfde.”

Op Europees niveau wordt momenteel hard gewerkt aan nieuwe wetgeving rond het ‘recht op repareren’. Er zijn te veel elektronische toestellen die als ze een defect ontwikkelen meteen klaar zijn voor de vuilbak. Herstellen is onmogelijk en Europa wil dat anders. Maar alvast T+A is niet ongerust over nieuwe verplichtingen qua reparaties: “Dat doen we al veertig jaar. Geen probleem.”

High-end in één doos 

Vorig jaar zagen we op HEM de R 2500 R geïntroduceerd worden, een geïntegreerde stereoversterker met alles aan boord: veel vermogen, HDMI-eARC en HDMI-ingangen, streaming, cd-speler en (optioneel) een phono-trap. Officieel noemt T+A het een multi-source receiver, wat ook verklaart waarom er een FM/DAB-radiotuner in zit. Alles-in-één-apparaten situeren zich vaak lager in de markt, maar de 2500 is bedoeld als high end-oplossing. Dat weerspiegelt zich eveneens in het premiumdesign en bouwkwaliteit – en de VU-meters waar T+A zo tuk op is.

Hoe loopt dat nieuwe toestel? “De R 2500 R werd een beetje vertraagd omdat we moesten wachten op certificatie, zoals die van Roon. Maar sinds het einde van vorig jaar is het te koop. En het is een zeer, zeer succesvol product gebleken. Het heeft echt een snaar geraakt, want er is geen enkel alles-in-één-apparaat zoals dit op de markt. Veel alleskunners worden gebouwd omdat alles in één behuizing steken goedkoop is. Onze bedoeling was anders. We wilden topprestaties uit één toestel bieden omdat er muziekliefhebbers zijn die gewoonweg een eenvoudig te gebruiken apparaat met alle functionaliteit willen.”

Het kenmerkt Amft en T+A dat ze graag hun eigen koers varen, tegen de stroom in. De R 2500 R heeft dat ook een beetje. “Ik vermoed dat sommige mensen lachen omdat we nog een ingebouwde cd-speler aanbieden. Maar ik weet dat onze klanten dat echt nog willen. Mogelijk gebruiken ze de cd-speler niet veel, maar je hebt nog veel mensen met een grote cd-collectie die hun schijfjes niet willen wegdoen. Ze denken ‘misschien ga ik er af en toe naar luisteren’. In de praktijk zal er misschien voor tachtig procent naar streaming worden geluisterd, maar de optie is er."

"Hetzelfde met de FM- en DAB-tuner. Zeker voor lokale stations wordt dat nog door heel veel mensen gebruikt. Dus we geloven sterk in dit concept. En omdat dit toestel deel van onze R-lijn is, zorgen we voor de allerbeste versterking die we kunnen maken. Het is een discrete analoge oplossing met een enorme bandbreedte. En zelfs de R 2500 R komt met twee DAC’s ingebouwd: een voor PCM en onze eigen converter voor DSD.”

De dubbele DAC-aanpak klinkt vertrouwd in de oren, want typisch voor T+A. We kwamen het onder meer tegen bij de test van de fijne DAC200, deel van de compacte Serie 200. Het is wel een complexere en duurdere oplossing. Opvallend dat het ook in een alles-in-één zoals de R 2500 R wordt ingebouwd. Het is makkelijk om zo’n product te maken dat inzet op gebruiksgemak en niet op geluidskwaliteit. Maar dat is niet de T+A-filosofie.

“Onze R- en HV-lijnen zijn onze topmodellen, dus geluidskwaliteit komt sowieso op de eerste plaats. Dat is ook de juiste manier om het te doen. We mikken op de vele mensen die een hoge kwaliteit zoeken. Wat ons verbaasd heeft is dat dit toestel een enorm succes is gebleken in Azië – en zelfs in England! Het ontwerp is perfect, het past ook bij het nieuwe, compacter wonen. Dus mensen zeggen: oké, de geluidskwaliteit is zeer goed, dus is één apparaat in één doos voor ons genoeg.”

De toekomst lonkt 

Het succes van de R 2500 R lijkt Siggy echt (aangenaam) verrast te hebben. Als het alles-in-één-concept zo succesvol is, volgt er dan meer? “Absoluut! Ik hoop dat tegen het einde van jaar een systeem in de E-Series klaar zal zijn. En dit zal ook gebaseerd zijn op de nieuwe gebruikersinterface die we momenteel ontwikkelen. Hiermee willen we ook een ruimere groep consumenten aanspreken, mensen die meer gefocust zijn op gebruiksvriendelijkheid en het visuele. We zijn daar met een heel team aan bezig, zowel ingenieurs als gebruikers van onze audiotoestellen. Dat levert nieuwe inzichten op. Bij T+A zijn er veel ingenieurs en die denken allemaal zoals de ingenieur die ik ben, heel gefocust op de techniek. Maar ook belangrijk is hoe het werkt, hoe het er uitziet. Het nieuwe project is daar op gericht.” Typisch voor T+A is dat het niet zomaar ergens software gaat kopen en inbouwt. Het crëeert zelf het nodige, zelfs de onderliggende componenten. Op basis van Linux omdat T+A het zo optimaal kan maken. Niet zoals vele anderen, die Android voor smartphones nemen en dat aanpassen.

“We zijn zelfs bezig met het ontwikkelen van een video-engine die alles aanstuurt. Op een audiotoestel met een groot scherm zal deze bijvoorbeeld VU-meters of visuele effecten kunnen tonen, de gebruiker zal het allemaal kunnen instellen. Er komen ook verbeterde apps om alles te besturen.” Dit Navigator OS-platform vormt de basis voor apparaten in de komende jaren, merkt de T+A-baas op.

Evolutie zonder de roots los te laten 

Dit alles wordt aangestuurd door veel processing power. Opent dat dan de deur naar DPS-functie en mogelijkheden om het geluid digitaal te manipuleren? En ja, we stellen de vraag wetende dat het heel dicht komt bij vloeken in de kerk voor Amft. En inderdaad, het antwoord is een heel krachtdadig en helder “NEEN”. “We maken de best mogelijk analoge versterkers en dat houden we zo.”

Het bedrijf wil niet opeens veranderen waar het de afgelopen 45 jaar voor stond, dat is duidelijk. Het zoekt wel nieuwe consumenten op, iets dat het al deed door enkele jaren geleden hoofdtelefoons te introduceren. Dat deed T+A onder impuls van Conradin, de zoon van Siggy die eveneens het aanzet gaf voor Navigator OS. Het familiebedrijf T+A blijft dus ook in de toekomst zijn eigen koers varen, gericht op technisch excelleren. Nieuwe digitale ontwikkelingen en alles-in-één-versterkers horen daarbij. Maar voor Sigfried Amft betekent verandering niet het loslaten van wat T+A de voorbije 45 jaar groot heeft gemaakt: “Geluidskwaliteit blijft altijd op nummer één staan. We maken op dat vlak nooit compromissen.”

MERK

EDITORS' CHOICE