Bang & Olufsen Beolab 5: Allien attack
Kreunend en zwoegend zetten we ze op hun plek. Ik woon driehoog en een lift hebben we helaas niet. Dus gingen de speakers met pallet en al op een steekwagen het portiek door, onderweg de plantenbakken van de buren verplaatsend. Ruim 60 kilo Beolab 5 per kanaal vond uiteindelijk een plekje voor het raam.
Indrukkenwekkend en met een unieke vormgeving, die naar later zou blijken of direct aanspreekt of direct wordt verworpen. Een tussenweg lijkt niet te bestaan voor de luidsprekers die nog het meeste weg hebben van robots en waarvan je in het donker denkt dat ze aan kunnen vallen. Aanvallen deden ze zeker waarbij ook het geluid dat ze gaven de meningen verdeelde. Een relaas over een product zonder veel compromissen en waar techniek en functie boven prijs wordt gesteld.
Techniek
De Beolab 5 is volgestopt met vernieuwende techniek en innovaties, waarbij de basis onze bekende luidspreker techniek is en er geen magnetostaten of elektrostaten worden toegepast.
Van boven naar beneden vinden we een ¾” tweeter, een 3” middentoonspeaker met een dome conus, een 6 ½” lage tonen speaker en een 15” woofer. De tweeter en de middentoner zijn horizontaal geplaatst en stralen naar boven af tegen een akoestische lens. De ontwikkeling van de lens vond plaats bij Sausalito Audio Works in de USA en werd vervolmaakt door B&O technici. Het voordeel van de lenzen is dat het geluid slechts in het horizontale vlak wordt verspreid waardoor kamer invloeden (van vloer en plafond) geminimaliseerd worden. Ook is de spreiding vrijwel volmaakt 180 graden en valt er daardoor nauwelijks te spreken van een hot spot als luisterpositie. Hiermee is gelijk een groot deel van de unieke vorm verklaard. De tweeter en de middentoner verzorgen samen het frequentiegebied van 600 tot 20.000 Hertz.
De lagetonen speaker zit op een conventionele plaats aan de voorzijde van de onderkast in een eigen compartiment. De enorme 15” lange slag woofer ligt onderin de kast en straalt rondom uit via een zware voetplaat waar de Beolab 5 op staat. Als ik de conus van de woofer probeer in te drukken lukt dat niet, hij is ongelofelijk stijf. Voor het aanpassen van de hoeveelheid lage tonen energie die afgegeven moet worden in een bepaalde ruimte en met de speaker op een bepaalde locatie heeft B&O ABC toegepast, wat staat voor Adaptive Bass Control.
Het principe is eenvoudig, de uitvoering een kunststukje. ABC werkt met een signaalgenerator die een zgn. wobble produceert en een microfoon. Een wobble signaal bestaat uit een serie dicht opeen staande frequenties die worden opgewekt en waarmee je de akoestiek kunt meten zonder last te krijgen van staande golven. Door het kalibreer vlakje op de speaker aan te raken start de kalibratie.
De Beolab 5 geeft gedurende twee minuten tonen weer in het gebied van 20 tot 400 Hz. Het effect dat die tonen hebben op de ruimte, demping, resonantie en staande golven, wordt gemeten door een meetmicrofoon die op twee posities luistert. Om dat te bereiken schuift halverwege de kalibratie de microfoon zelf naar buiten. De uitkomsten van de meetwaarden worden vergeleken met een vastgelegd patroon. Waar afwijkingen zijn zorgt ABC ervoor dat die gecorrigeerd worden in het digitale domein. Zo ontstaat een rechte frequentie karakteristiek ongeacht de positie van de speaker in de ruimte. Als de speaker wordt verplaatst van bijvoorbeeld een open opstelling naar een hoek in de kamer, dan volstaat het opnieuw kalibreren om dezelfde laagweergave kwaliteit te behouden.