Wanneer Bowers & Wilkins een nieuwe 800 Series introduceert, gaat de aandacht altijd naar de high-end Bowers & Wilkins 800-modellen met een turbinekop. Maar de speaker dat ons deze keer echt intrigeert is de iets traditionelere 804 D4, de vloerstaander die in deze nieuwe generatie enorm onder handen is genomen. Een forse stap richting de prestaties van de grote 800-modellen?
Bowers & Wilkins 800 D4
Zoals je al kon lezen in ons verslag van het introductie-event in de beroemde Abbey Road Studios is de lancering van deze D4-generatie van de 800 Series van Bowers & Wilkins A Big Thing. Bij de Britse speakerfabrikant is de 800-reeks nu eenmaal de hoogste lijn, de luidsprekers die na zware investeringen in R&D het speerpunt van nieuwe technologie moeten zijn. En ja, we negeren hier heel even de pakkende Nautilus die weliswaar veel duurder is maar inmiddels qua techniek achterblijft op de nieuwste ontwikkelingen.
Bij de 800 Series denken de meeste muziekliefhebbers aan de modellen met de turbinekop. Met name het topmodel, de 801 (of in de vorige D3-generatie: de 800 D3), doet veel harten sneller kloppen. En dromen van winst in de loterij, want dat vlaggenschip draagt niet enkel een heftig prijskaartje, het hoort ook thuis in een grotere luisterkamer. Je moet dus niet enkel een winnend loterijticketje scoren om de speakers en bijhorende elektronica aan te schaffen, je hebt het ook nodig voor de verhuis naar een mooie villa of een hippe loft in een voormalig pakhuis. Daarom dat we in deze review focussen op de traditionelere en betaalbaardere 804 D4.
Bowers & Wilkins 804 D4
Volgens sommigen de minste sexy van de nieuwe 800 D4-modellen, maar weet je wat? Ze hebben ongelijk – om verschillende redenen. Het is meteen ook het model dat waarschijnlijk het meest verkocht zal worden, afgaande op de verkoopcijfers van de voorgaande generaties. Toegegeven, toen we dat hoorden van een Bowers & Wilkins-vertegenwoordiger, waren we ergens wel verbaasd. Jarenlang zagen we de 804 als een opstap naar de eerstvolgende 800-speaker mét turbinekop, de speaker die mensen naar de winkel lokte om dan ter plekke verleid te worden door de sexy 803. Dat blijkt dus niet te kloppen. Hoe zat het ook weer met te snel genomen onkritische assumpties?
Het eerste dat opvalt aan de 804 D4 is dat het model veel minder hoekig is dan zijn voorganger. Bowers & Wilkins heeft de luidspreker echter niet gewoon iets ronder gemaakt, het is een ingrijpende transformatie. De 804 D4 krijgt, net als de compactere 805 D4, dezelfde reverse wrap-behuizing die geïntroduceerd werd bij de turbinekopmodellen van de derde Diamond-generatie. Je moet maar eens een filmpje opzoeken om te ontdekken wat daar zo bijzonder aan is; het is behoorlijk indrukwekkend om te zien hoe tijdens de fabricage verschillende houtlagen houten op elkaar worden gelegd en dan onder enorme druk in een soort bolle U-vorm worden geperst.
De uiteindes van deze bolle behuizing zitten vast in een massieve aluminium blok aan de achterzijde, mét koelvinnen. Als je de 804 D4 langs achteren benadert doet het lijnenspel de speaker ook hier heel gelikt uitzien. Niet onbelangrijk, want in sommige interieurs – we zitten weer met onze gedachten in een loft – zal je die achterkant effectief onder ogen krijgen.
Met de bouwkwaliteit van de 800 Series was nooit iets mis. En toch, bij deze 804 D4 kijken we op van de stap qua luxe die weer is gezet. De zwarte laklaag op onze testtoestellen is gewoonweg pico bello – wat we uiteraard verwachten op dit prijspunt. Qua industrieel design overstijgt Bowers & Wilkins de traditionele vloerstaandervorm door de toevoeging van fraaie designelementen die doorgaans ook akoestisch verantwoord zijn. Neem nu de drivers die op een opvallende manier uit de behuizing groeien en omringd zijn door solide metalen banden. Het zilverkleurig Continuum-materiaal van de midrange-driver en de Aerofoil-conussen met hun koolstofvezel-look (maar dat is het niet) ogen futuristisch en zorgen voor de nodige uitstraling. De keuze voor deze drivers is echter vooral ingegeven door de research van Bowers & Wilkins naar break-uppunten en materialen die zich zo goed mogelijk als een piston gedragen. Die zaken voorkomen ongewenste vervorming en kleuring.
Sommige aanpassingen zijn er natuurlijk gewoon om het geheel mooier te maken. De zwarte Leather by Connolly-laag aan de bovenkant is vooral een luxeding, lijkt ons, maar de aluminiumplaat die er onder steekt maakt de bijna 37-kg wegende speaker nog meer solide. Dat is goed; een luidsprekerkast moet zo weinig mogelijk vibreren. De 804 D4 is echt wel een heftig ding, terwijl het nu ook weer niet zo fors overkomt als we hem in onze testruimte parkeren.
Wie zwarte glanslakken niet z’n ding vindt, kan de 804 D4 ook in een van drie andere tinten krijgen. Satijnwit en Rosenut stond voorheen al op het menu, nieuw is de walnooteditie. We hebben die kunnen bewonderen op een launchevent en wat ons betreft is dit de mooiste versie. Het is knap hoe die walnootafwerking combineert met de elementen uit metaal en het leder bovenaan, in dit geval in een lichtgrijze kleur. Lekker modern.
Plaatsing en zo
Bij deze D4-generatie krijgt de 804 een upgrade die niet meteen in het oog springt: een naar beneden gerichte baspoort. Deze FlowPort-opening wijst niet rechtstreeks naar de vloer, maar komt uit op de zware aluminium bodemplaat. Deze plaat is via vier discrete verbindingsstukken verbonden met de eigenlijke speakerbehuizing, waardoor de 804 D4-kast boven z’n voet lijkt te zweven. Het visuele effect is wel wat beperkt bij de glanzend zwarte uitvoering die wij op bezoek krijgen, bij de andere tinten gaat de levitatie-indruk misschien wel sterker zijn. Hoe dan ook, dit is een slimme positionering van die baspoort. Omdat er geen opening is aan de achterzijde en er niet zomaar de ondergrond wordt ‘geblazen’, wordt de 804 D4 minder gevoelig voor waar je hem plaatst. Dat is goed gezien van Bowers & Wilkins en geeft je wat meer vrijheid om hem te plaatsen waar je wil.
Tegelijkertijd moet je wel experimenteren met het indraaien. De tweeter-on-top-aanpak is nu zeker niet hyperdirectioneel, iets wat je misschien denkt als je die lange buis ziet. Neen, het is niet dat hoge tonen als een dunne lichtstraal de kamer in worden geschoten. Maar het is wel interessant om een aantal toe-in posities uit te proberen. Noch helemaal ingedraaid of gelijk met de muur vonden we niet ons ding, ingedraaid met de tweeters gericht op een halve meter van elke schouder vonden we aangenaam. Dat is een stukje persoonlijke smaak, uiteraard. Dat experimenteren met posities gaat trouwens heel vlot met de turbinekop-modellen, want zij beschikken over inklapbare wieltjes. De 804 D4 moet je nog old-school sjouwen. Voorzichtig zijn, hé.
Grotere tweeter-on-top
Wie de 800 Series kent en de kenmerkende tweeter-on-top-constructie, zal meteen zien dat bij de D4-modellen de buis achter de Diamond-tweeter aanzienlijk langer is geworden. Het is echt een frappant verschil: bij de 804 D3 is die tweeterconstructie een kleinere ‘druppel’ die op de speaker ligt, hier is het een lange buis geworden die helemaal doorloopt van de voor- naar de achterzijde. De bovenkant van de luidsprekerkast loopt bovendien schuin op – mooi afgewerkt met leder, trouwens – met de metalen tweeter-on-top die in een geul eindigt. De langere tweeterbehuizing is een akoestische optimalisatie (het wordt nog meer een omgekeerde hoorn waarlangs de geluidsgolven die uit de achterkant van de tweeter komen kunnen uitdoven zonder de beweging van de tweeter zelf te beïnvloeden). Esthetisch is het ook een geslaagde operatie: de tweeter-on-top is sowieso een blikvanger, zeker als het zo fraai afgewerkt is als hier. En hoewel de tweeter-on-top helemaal akoestisch ontkoppeld is van de behuizing, is het geheel visueel beter geïntegreerd en coherent. Om het een tikje respectloos te stellen: het ziet er niet langer uit alsof de tweeterbuis erop geplakt is.
De Bowers & Wilkins 804 D4 is een luidspreker uit de topklasse die je eigenlijk wel moet combineren met een muzieksysteem op niveau. Voor ons testwerk gebruiken we onze nieuwe Hegel H590, een klassebeest met 2 x 301 Watt dat we voornamelijk via Roon (met behulp van rooExtend op een Pi4, zolang de officiële Roon-ondersteuning niet opduikt) met véél muziek voeden. Omdat we toevallig net een paar langverwachte vinylreleases ontvingen, hangen we ook de ELAC Miracord 90 via een Primare R15-phonoversterker aan het Hegel-monster. Dat was de set waarop we de meeste luistersessies hebben doorgebracht, al hebben we ook even gespeeld met de nCore-gebaseerde Cambridge Audio Evo 150 die ook in de testruimte op bezoek was. Dat was meer een tussendoortje omdat we zin hadden om snel de pas gearriveerd Evo uit te proberen. En we hadden ook zin om de zwoele ‘Summer in Berlin’-techno van Schiller te beluisteren. Maar het moet gezegd worden dat het Evo-toestel zelfs met deze Britten – die wat meer verdienen – niet onverdienstelijk presteert.
Voor een compacte alles-in-één-unit die je zo op je tv-meubel kunt plaatsen was het zelfs behoorlijk sterk. Toch zijn de ervaringen die hieronder beschreven worden gemaakt met het Hegel-systeem, want dat staat volgens ons dichter bij een typische opstelling waarin een 804 D4 zou terechtkomen. Maar wie wegens budgetbeslommeringen stapsgewijs een upgrade uitvoert en begint met deze speakers: het kan.
Recht de ruimte in
Een kernmerk van een goede speaker is dat deze verdwijnt bij het luisteren. Druk op ‘play’ en poef: je wordt getransporteerd naar die groezelige kelderclub, een industrieel gebouw met techno-optreden of kerk in het hoge Noorwegen. Die kwaliteit heeft de 804 D4 wel, misschien nog meer dan de in onze herinnering meer uitgesproken, tikje fellere D3-generatie. Als je dan een uitstekend opgenomen album als ‘J.S. Bach: Brandenburg Concertos’, dit voorjaar geregistreerd in het Berlijnse Christuskirche door het Akademie Der Alte Musik Berlin, loslaat op de 804 D4 ervaar je precies die vervoering. Je zit in mee in de ruimte, te genieten van deze weelderige werken waarbij elke muzikant individueel herkenbaar blijft en bijdraagt aan deze fascinerende werken van de grootmeester van mathematisch verantwoorde religieuze muziek. Hiervoor draaien we graag de volumeknop verder open, om nog meer te genieten van de vele prikkels die Bach mee opnam in zijn composities, zoals de vettig klinkende jachthoorns in het snelle eerste deel van N°1 in F majeur of de blokfluit in N°4 die door de 804 D4 helder en natuurlijk boven het orkest wordt gepresenteerd.
Op een later moment kozen we een door Roon-gegeneerde playlist op basis van John Williams, wat ons onder meer bracht bij een uitbundige Arthur Fiedler-versie van de ouverture van Willem Tell. Weer zo’n muzikaal cliché, maar af en toe mag dat wel. Haute cuisine mag je wel eens afwisselen met een pak friet, niet waar? Deze versie is uptempo en populistisch, en echt plezant om te horen op de Bowers & Wilkins. Op de prachtig weergegeven hoorns worden de longen uitgeblazen, met een klein scherp kantje bij het manische slagwerk, en de strijkers geven vol gas – ritmisch zitten de 804 D4’s helemaal op het juiste spoor. Tegen het einde zit je vast met de armen in de lucht te ghost-dirigeren.
The Killers zijn altijd meer geweest dan een feestband uit Las Vegas, maar met het ingetogen Pressure Machine-album bewijzen ze dat wel heel expliciet. Geen epische rockanthems deze keer, wel eerder akoestische tracks die draaien rond kleinmenselijke thema’s en het leven in het middendeel van de V.S. dat een hele wereld verwijderd is van de metropolen aan de Oost- en Westkust. Het blijft wel een zwaar geproducet album, maar dat is geen nadeel bij een band die graag melodieën op elkaar stapelt. Op een draadloze speaker komt een track als ‘Quiet Town’ daardoor als een wall-of-sound op je af, hier bij de Bowers & Wilkins krijgen we een veel meer gelaagde en fijnzinnige ervaring. De zachte synthtonen hier, de occasionele gitaar-met-phaser-pedaallijn daar, en de melancholische Brandon Flower-stem in het midden… de coherentie is geweldig.
Op dit terrein is de 804 D4 een winnaar, en bewijst het bovendien dat goede high-end speakers ook met meer mainstream genres een meerwaarde hebben. Niet iedereen luistert nu eenmaal naar Bach. Je kunt discussiëren over de tonale balanskeuzes van het merk uit het verleden, maar als er een ding is dat Bowers & Wilkins goed doet, is het wel het plaatsen van instrumenten en zang op een accurate soundstage.
We moesten de 804 D4’s stilaan weer inpakken voor de retourtrip richting Bowers & Wilkins net vooraleer Amon Tobin z’n nieuwe ‘How Do You Live’-release zou droppen. Dan maar even afsluiten met de 2019-release ‘Long Stories’, een meer trance-achtig werk van de Braziliaanse drum&bass-pioneer. ‘Sounds like Moths’, ‘Brushed Aluminium Reeds’ en ‘Atkinson Sky’ vonden we overtuigend zweverig en trance-opwekkend klinken, met scherpe synthesizerklanken die machtig en (bij Atkinson Sky) bijna tastbaar hoog in de kamer zweven. De nieuwe Flowport doet ook bijzonder goed zijn werk, want de spaarzame bastonen worden heel zuiver en gedetailleerd weergegeven. Dat is een grote upgrade. Het maakt de 804 D4 ook een ster bij nummers die worden voortgestuwd door een meedogenloze beat, zoals ‘Mean Boyfriend’ van Modeselektor. Kortom, alles is er om een heel meeslepend totaalbeeld neer te zetten.
Conclusie
De 804 D4 is een significante upgrade ten opzichte van zijn voorganger. De vele verbeteringen en ingrepen die voorheen voor de turbinekop-modellen werden voorbehouden en nu naar het 804-model komen hebben wel geleid tot een hoger prijskaartje dan voorheen. Die meerprijs lijkt wel gerechtvaardigd als je de Bowers & Wilkins 804 D4 onder ogen krijgt én vooral hoort. Zuiverheid, resolutie, het openbaren en prominent presenteren van het fijnste detail en een levensechte performance zijn z’n sterktes.
We kunnen moeilijk vergelijken met de 803 D4 en de hogere 800-modellen wegens die laatste te weinig gehoord, maar het is wel duidelijk dat dit 804 D4-model een weergever is op zeer hoog niveau.
Bowers & Wilkins 804 D4
6.250 euro p/stuk | www.bowers-wilkins.com
Beoordeling 5 op 5
Technische specificaties
Frequentierespons: 24 Hz tot 28 kHz (+/- 3 dB)
Gevoeligheid: 89 dB
Impedantie: 8 Ohm
Afmetingen: 107,1 x 30, 6 x 39,1 cm
Gewicht: 36,8 kg